golven). De golflengte van de straling is karakteristiek
voor de verschijnselen die men wil observeren. De
oppervlaktetemperatuur wordt gemeten bij langere
golflengten (infrarood, microgolven); de samenstel
ling (algenpigmenten, slib, organische afbraakpro-
dukten) van de ondergrond is bepalend voor de kleur
(zichtbaar lichtgebied); de vorm van het zeeoppervlak
(golven, stromingen, getijden, olievlekken) beïnvloedt
de terugkaatsing van het zonlicht en van radar
golven.
De specifieke vragen in relatie tot de te observeren
oppervlakken en verschijnselen bepalen ook de keuze
van het RS-platform en de hoogte daarvan. Regel
matige waarneming van de spectrale reflectie (,,de
kleur") van de Nederlandse kustgebieden vanuit satel
lieten en hoogvliegende vliegtuigen (1-10 km) wordt
bemoeilijkt door de vaak aanwezige bewolking. Ook is
de tijd, nodig voor het verkrijgen van opeenvolgende
satellietbeelden van een bepaalde streek, meestal veel
te lang voor het volgen van de processen in de snel
veranderende getijgebieden. Laagvliegende vliegtui
gen (100-300 m) kunnen een oplossing bieden of
schoon de breedte van de afgetaste strook evenredig
met de kleinere vlieghoogte afneemt. Een fundamen
teel onderzoek naar de verhoudingen tussen de
samenstelling van de ondergrond (waterkolom, wad
oppervlak) en het spectrum van de terugverstrooide
straling kan het eenvoudigst vanaf een meettoren of
een schip worden uitgevoerd.
De mogelijkheden voor de toepassing van de ver
schillende RS-technieken en de te verwachten resul
taten kunnen van tevoren worden begroot aan de
hand van reeds bekende, vaak slechts zeer recente
onderzoekingen in overeenkomstige kustgebieden.
De karakteristieke aspecten van het betreffende ge
bied dienen een belangrijke rol te spelen bij de keuze
van de te meten parameters en de meetmethode. Het
Fig. 1. Waddenzee vanuit de lucht (opname H. Hobbelink, NIOZ).
222
NGT GEODESIA 81