Over de rechtsbescherming en de inspraak*) door prof. mr. W. Brussaard, hoogleraar in het agrarisch recht, het milieurecht en het ruimtelijke ordeningsrecht aan de Landbouwhogeschool Wageningen. SUMMARY On the Protection of Titles and Hearings in Land Reconstruction Projects As in the Land Consolidation Act 1954 the individual protection of titles has been maintained: e.g. register of entitled persons, valuation register and the distribution and allocation plan. The Land Reconstruction Bill has some new elements in the area of collective protection of titles. The land reconstruction program, land reconstruction plan and plan of land adaptation are introduced. In addition, the bill mentions various hearings. Coupling decision making processes in the areas of land reconstruction and urban and rural planning adds a new dimension to the protection of titles. In de ontwerp-Landinrichtingswet is in grote lijnen de rechtsbescherming, zoals deze in de Ruilverkavelings- wet 1954 gestalte heeft gekregen, overgenomen, met natuurlijk de aanpassingen die de gewijzigde proce dures met zich meebrengen. Aldus de memorie van toelichting bij het wetsontwerp. Om te zien op welke punten het wetsontwerp uit een oogpunt van rechtsbescherming afwijkt van zijn voor ganger, kan voor het gemak een onderscheid worden gemaakt tussen wat men individuele en collectieve rechtsbescherming zou kunnen noemen. Onder individuele rechtsbescherming moet dan wor den verstaan de rechtsbescherming voor eigenaren en gebruikers met name in het kader van de herverkave lingsprocedures; onder collectieve rechtsbescherming de rechtsbescherming bij de planvorming, waar ook de belangen van anderen in het geding kunnen zijn [mr. T. H. J. Joustra, De ontwerp-Landinrichtings wet. Bouwrecht 1981no. 4 (in het bijzonder punt 7)]. Het is duidelijk, dat de grens tussen beide niet scherp is te trekken, omdat zij in elkaar overlopen. Wat de individuele rechtsbescherming betreft, is de situatie grotendeels ongewijzigd gebleven. Niet zijn overgenomen (de memorie van toelichting geeft daar uitvoerige motiveringen voor) de beroepsmogelijkheid op de Kroon bij de voorgenomen toewijzing van gron den aan openbare lichamen en de mogelijkheid van Kroonberoep tegen de vaststelling van het plan van wegen en waterlopen. Een nieuw element in het ont werp is een stelsel van classificatie. Dit stelsel bevat voor een blok de grondslagen en uitgangspunten voor onder meer de indeling in klassen van de gron den ten gevolge van de verwezenlijking van het land inrichtingsplan. Alvorens de Centrale Landinrichtings commissie het stelsel vaststelt, bestaat voor iedere belanghebbende de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen. Nieuw is ook de ter inzage legging van de richtlijnen van het plan van toedeling, waar eveneens in een bezwarenprocedure is voorzien. Op het punt van de collectieve rechtsbescherming voegt het wetsontwerp meer nieuws toe. Dat vloeit in de eerste plaats voort uit het feit dat de Landinrich tingswet een aantal nieuwe planfiguren introduceert, die een bepaalde procedure doorlopen, waarin rechts bescherming en inspraak zijn geregeld. De twee be langrijkste zijn ongetwijfeld het landinrichtingspro gramma en het landinrichtingsplan; in het besluit vormingsproces worden zij voorafgegaan door het Voorbereidingsschema Landinrichting. Inleiding gehouden op 7 mei 1981 op de NGL Studiedag Land inrichting te Delft. Het Voorbereidingsschema Landinrichting geeft de gebieden aan waarvoor herinrichting dan wel ruilver kaveling wordt voorbereid. Het wordt jaarlijks vast gesteld, mede op basis van het Structuurschema Landinrichting. Nadat een gebied voor de eerste keer op het voorbereidingsschema is vermeld, stellen Ge deputeerde Staten, in overeenstemming met de Cen trale Landinrichtingscommissie (de opvolger van de huidige Centrale Cultuurtechnische Commissie) voor dat gebied een landinrichtingscommissie in. Deze is belast met de voorbereiding en uitvoering van de landinrichting. De voorbereiding is gesplitst in een programmafase en een planfase. Het landinrichtingsprogramma beoogt de doelstellin gen en uitgangspunten van de landinrichting vast te stellen. Het bevat daartoe onder meer, op grondslag van het voorbereidingsschema, een nadere uitwer king van de uitgangspunten en de doeleinden van her inrichting, resp. ruilverkaveling, een aanduiding van de ruimtelijke ontwikkeling en de ruimtelijke aspecten van de te treffen maatregelen en voorzieningen, als mede een beschrijving van de te verwachten gevolgen voor de economische toestand met inbegrip van de werkgelegenheid, de leef- en werkomstandigheden, de natuur en het landschap en de gesteldheid van water, bodem en lucht. Het programma geeft der halve inzicht in zowel de sectorale als de ruimtelijke aspecten die voor de landinrichting van belang zijn. Belangrijk is dat op basis van dit programma de keus tussen herinrichting of ruilverkaveling wordt gemaakt. Globaal verloopt de procedure van het programma als volgt: de landinrichtingscommissie stelt een vooront werp van het landinrichtingsprogramma op; de commissie geeft gelegenheid tot inspraak over dit voorontwerp; de commissie zendt het voorontwerp, vergezeld van een verslag van de inspraak en de daardoor aangebrachte wijzigingen, aan de Centrale Land inrichtingscommissie (CLC); de CLC stelt het programma in ontwerp vast en zendt het aan GS; GS leggen het ontwerp ter inzage; een ieder kan bezwaren indienen; Provinciale Staten stellen het programma vast, waarbij al dan niet rekening wordt gehouden met de ingediende bezwaren. Gelijktijdig met hun besluit tot vaststelling van het programma nemen Provinciale Staten, op basis van het programma, een besluit tot herinrichting dan wel ruilverkaveling. Ingeval de keus valt op herinrichting, houdt dit besluit in dat in het betrokken gebied een 268 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 10