Planning en beheersing van landinrichtingsprojecten provinciaal ruimtelijke beleid. Afhankelijk van de con crete situatie zal, voorafgaand aan of tegelijk met de besluitvorming in het kader van de landinrichting, ook besluitvorming in het kader van de ruimtelijke orde ning plaatsvinden; in een enkel geval zal de ruimtelijke ordening misschien pas na de landinrichting komen. Door de verbindingslijnen die het wetsontwerp legt naar de ruimtelijke ordening zal de daar geboden rechtsbescherming ook doorwerken naar het terrein van de landinrichting, en dat voegt een nieuwe dimensie aan die rechtsbescherming toe. Niet alle nieuwe elementen uit de Landinrichtingswet die uit het oogpunt van rechtsbescherming en in spraak van belang zijn, zijn in het voorgaande be handeld. Eén nieuwigheid wil ik nog apart noemen: de introductie van de aanpassingsinrichting als nieu we vorm van landinrichting. De procedure van het aanpassingsplan vertoont gelijkenis met die van het landinrichtingsplan, en de rechtsbeschermingsele menten zijn dezelfde: er is inspraak en de mogelijk- 1. Doel van de planning in de huidige ruilver kavelingsprojecten Dit doel kan men in grove lijnen samenvatten als het analyseren van de aanpak en het besturen van de uit voering. Bij de analyse en de aanpak gaat het vooral om de beschrijving van de activiteiten en de bepaling van de activiteitsduur, waarbij primair het accent ligt op de relaties tussen deze activiteiten. Bij het besturen van de uitvoering wordt de project planning als een belangrijk middel bij de communi catie tussen de individuele leden van het projectteam beschouwd. Ook bij de organisatie van de uitvoering is de planning van groot belang. Te denken valt aan de vraag welke dienst bij de start van een bepaalde activiteit het initiatief neemt. Tevens is de planning een belangrijk middel om het beleid nader te concreti seren en de verantwoordelijkheden nader af te ba kenen. Daarnaast heeft de planning een functie bij de voort gangsinformatie en kan zij worden geraadpleegd bij het oplossen van fricties in de procedurevoortgang. Het planningsinstrument wordt echter niet voldoende als een beheersingsmiddel gebruikt. Overigens wordt ook nü al een zeer nuttig gebruik gemaakt van de net- Inleiding gehouden op 7 mei 1981 op de NGL Studiedag Land inrichting te Delft. heid voor een ieder tot het indienen van bezwaren, en géén Kroonberoep. Met het voorgaande heb ik gepoogd die elementen uit de ontwerp-Landinrichtingswet die mij in vergelijking met de Ruilverkavelingswet 1954 uit een oogpunt van rechtsbescherming en inspraak het meest interessant leken, op een rij te zetten. Het is niet eenvoudig nu de balans op te maken. Veel is bij het oude gebleven; er is wat afgegaan en er is, met name op het gebied van de collectieve rechtsbescherming, het een en ander bijgekomen. Vooral deze versterking van de collec tieve rechtsbescherming met de nog te verwachten toevoegingen daarop (invoeging van een Kroonbe roep) brengen mij tot de voorzichtige conclusie dat al met al rechtsbescherming en inspraak in de nieuwe wet beter zijn gewaarborgd dan in zijn voorganger. Door de volgorde van de procedures krijgt, naar mijn indruk, daarmee ook de individuele rechtsbescher ming een beter kader. werkplanning. Doch de kans bestaat te veel in een bepaalde vertraging te berusten en te weinig de wel licht te vertragen activiteiten tijdig op te sporen en acties te ondernemen om deze vertragingen te voor komen. Aan de aspecten organisatie, informatie, geld en kwaliteit wordt in verhouding weinig aandacht besteed; het aspect tijd krijgt de meeste aandacht. 2. Organisatorische kenmerken van de landin richtingsprojecten Bij de veranderingen, die de invoering van de Landin richtingswet teweegbrengen, is te verwachten, dat de organisatie van een landinrichtingsproject veel ge compliceerder zal worden dan de huidige organisatie van een ruilverkavelingsproject, wat als volgt wordt geïllustreerd: De bestuurlijke opbouw is complex. Allereerst is er een bijzonder orgaan in bestuurlijke zin, de CLC (de opvolger van de CCC), dat gestalte zal moeten geven aan haar eigen beleid en leiding aan de uitvoering van de projecten. Om dit beleid te kunnen realiseren zal zij gebruik maken van richtlijnen en cir culaires. Groot aantal instanties. Het provinciaal bestuur krijgt grote beslissingsbe voegdheden. Te denken valt aan het doen van voor stellen tot plaatsing van gebieden op het voorberei dingsschema landinrichting, het instellen van een door ing. B. C. Kok, medewerker van de directie Landmeetkundige Zaken en Landinrichting van het Kadaster te Apeldoorn. SUMMARY Planning and Management of Land Reconstruction Projects Organizational characteristics of land reconstruction projects are described. The projects are managed according to control loops, using techniques as phasing and segmenting. The develop ment in the area of optimizing management support in land reconstruction projects is described. Central idea is the coupling of the project planning, financial planning and internal planning efforts of the various participating organizations. 270 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 12