we te maken met digitale kaartbestanden. Een digi tale afbeelding is voor de mens vaak lastig te inter preteren, omdat het menselijke waarnemingsver mogen nu eenmaal is ingesteld op het waarnemen en verwerken van analoge beelden. Omdat een digitaal bestand nauwelijks direct kan worden ge ïnterpreteerd, is integratie van de gegevens opeens veel moeilijker geworden. Zien we dus bij de landinrichting een toenemende vraag naar geïntegreerde informatie, dan constateren we dat door de automatisering en de bijbehorende decentralisatie deze integratie moeilijker is dan vroe ger. Het antwoord op deze technische problematiek is standaardisatie van het begrippenapparaat. De ele menten die voor standaardisatie in aanmerking ko men, hebben betrekking op: ligging, gebruik, hoeda nigheden, rechtstoestand en waarde. In de werkgroep „Uniformering" van de Rijkscom missie voor Geodesie is een begin gemaakt met stan daardisatie, maar een groot aantal problemen moet nog worden opgelost. Bij standaardisatie gaat het om: classificatie van gegevens. Classificatie is een be langrijk hulpmiddel bij de integratie van gegevens. In het buitenland bijvoorbeeld richt men zich bij de classificatie op het gebruik van vastgoedobjecten (geografische eenheden). Door de ervaringen die hiermee zijn opgedaan, is de werkgroep Uniforme ring eerst begonnen met de topografische objecten te classificeren. Dit onderzoek is thans voor een groot gedeelte gereed, zodat nu het gebruik aan de beurt komt; precisie, betrouwbaarheid en actualiteit van de ge gevens. Ook naar deze aspecten wordt thans on derzoek verricht, met name naar de precisie en de betrouwbaarheid van gegevens in een bestand dat is samengesteld uit meerdere gegevensbestanden met verschillende nauwkeurigheid. Naar goed geo detisch gebruik richt dit onderzoek zich op de coör dinatie van de geografische eenheden, dus op de ligging. Mevrouw Beneder-Blitz breekt in het april nummer van NGT Geodesia een lans voor onder zoek naar precisie en betrouwbaarheid van de andere categorieën gegevens, zoals gebruik, hoe danigheid, waarde en rechtstoestand. In feite heeft zij gelijk dat geodeten hoognodig ook deze aspec ten nader moeten bestuderen; het structureren van gegevens. Hiermee wordt be doeld het aanduiden, afbeelden en relateren van gegevens. Om de chaotische toestand op het ge bied van het aanduiden van vastgoedgegevens te bestrijden, staan een aantal voorstellen in ons land ter discussie voor een unieke vastgoedaanduiding. Het resultaat van de onderzoekingen is zeker ook voor de landinrichting van belang. Bij het afbeel den van de geografische eenheden in informatie systemen kan men kiezen uit punten, lijnen en oppervlakken. Altijd treedt in meer of mindere mate informatie verlies op. In feite is dit een kostenvraagstuk, hoe eenvoudiger, dus goedkoper, het systeem des te meer informatieverlies treedt er op. Voor wat betreft de logische structuur van ge gevens kan men kiezen tussen centroïdbestanden, rastersystemen, lijnsegmentenstructuren en op pervlaktestructuren. Twee bekende centroïdbe- 276 standen, t.w. de Cultuurtechnische Inventarisatie en de kadastrale registratie, zijn zeer moeilijk te koppelen vanwege verschillende keuze van de re presentatieve coördinaten van de eenheden. Bin nen de landinrichting komt aarzelend onderzoek op gang naar het koppelen van gegevensbestanden via lijnsegmenten. Zeker als men dit vergelijkt met het buitenland, zijn de onderzoeken te laat gestart en is het tempo te traag; de conversie van analoge naar digitale bestanden is in het algemeen bij vastgoedsystemen erg moeilijk, dus ook bij de landinrichting. De moeilijkheid ligt voornamelijk op het gebied van de kartografische informatie. Ook bij de landinrichting zal binnenkort op dit gebied meer gecoördineerd onderzoek moe ten worden verricht. Tot zover de technische problematiek, aan de oplos sing waarvan de geodeten hun steentje kunnen bij dragen. 3. De organisatorische problematiek. Het af stemmen van de informatie op de planvor ming in de landinrichting Ontwerpen en plannen maken is een creatieve bezig heid. Het is ook een ingewikkelde bezigheid. Bijvoor beeld bij het plannen maken in de landinrichting moet het ontwerp passen in een groot aantal randvoor waarden, zoals terrein, landschap, milieu, intermen selijke relaties, juridische regels, toekomstverwachtin gen, enz. Bij het plannen maken moeten vaak beslis singen worden genomen in gevallen waarin het moei lijk is een keuze te maken, wat wil zeggen dat plannen maken in eerste instantie een menselijke bezigheid is. Bij dit werk is het verstandig gebruik te maken van de moderne verworvenheden van de computertechnolo gie, omdat daarmee snel de benodigde gegevens kunnen worden opgezocht, gegevensbestanden aan gepast, moeilijke berekeningen worden uitgevoerd en snel een grafische presentatie van de geplande situa tie wordt verkregen. Wanneer vroeger een plan van toedeling in een rede lijk omvangrijke ruilverkaveling manuaal werd vervaar digd, nam dat ongeveer 9 maanden in beslag. Het werk was zo omvangrijk dat geen alternatieve plannen konden worden vervaardigd. Daarna werden compu terprogramma's vervaardigd voor het maken van plannen (zoals het ATOR- en het Kik-systeem). Be zwaren van deze automatische plannenmakerij zijn dat de modellen te eenvoudig zijn en dat de ontwer pers pas in een laat stadium de puntjes op de i mogen zetten. Inmiddels zijn interactieve grafische systemen op de markt gebracht. Dit zijn ideale hulp middelen voor het ontwerpen van plannen, omdat daarmee een optimaal gebruik wordt gemaakt van de computerfaciliteiten, terwijl de ontwerper continu het ontwerpproces kan beïnvloeden. Ook is het mogelijk de informatievoorziening en de planvorming te inte greren, omdat tijdens het ontwerpproces de gege vensbank kan worden geraadpleegd en aangepast. Met behulp van deze techniek is het mogelijk dat de plannen in de landinrichting beter worden geïnte greerd, waardoor een optimaal resultaat wordt ver kregen. Thans is naar mijn mening het plan van toe deling teveel een sluitstuk op de, in een eerder sta dium van landinrichting vervaardigde, plannen voor wegen, waterlopen en landschap. Op deze manier worden geen optimale resultaten verkregen van de NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 18