samengevoegd en gemarkeerd. Zo noemen we een groepje van 8 bits een BYTE of een oktade. Met acht bits hebben we 256 mogelijkheden om letters, cijfers en tekens binair weer te geven. De oktaden worden genummerd van 0 tot bijv. 65535. In dit geval is het geheugen 65536 (216) oktaden groot. Eén of meerdere oktaden samengevoegd noemt men een „woord". Op deze wijze kunnen we elke plaats in het geheugen aanwijzen. Dit aanwijzen noemt men „adresseren". De gebruikers van het geheugen, het rekenorgaan en het besturingsorgaan, kunnen door berekening het nummer van een oktade, waar een bepaald gegeven is opgeslagen, „onthouden". 3. Technische realisatie Het maken van geheugens is in de loop der jaren nog al beïnvloed door ontwikkelingen in de micro-elektro- nika. De laatste ontwikkeling, de opkomst van de chip, is misschien wel de meest ingrijpende. Het lijkt een achterhaalde zaak om in dit kader eerder ge bouwde geheugens te bespreken. Toch is het voor enig begrip van de werking van geheugens nuttig om dit te doen. Kernengeheugens Kernengeheugens bestaan uit aan draden geregen en tot matjes gevlochten ferrietringetjes (kernen). Deze kernen zijn magnetiseerbaar door een stroompuls door de draden te voeren. Afhankelijk van de stroom richting worden de kernen in een bepaalde richting gemagnetiseerd. Deze richting is vervolgens aflees baar door een andere draad (zie fig. 1 schrijfdraden Ileesdraad Fig. 7. Er zijn twee richtingen mogelijk, één met een waarde 0, de andere met de waarde 1Deze kernen vormen de geheugenelementen, waarover al eerder is ge sproken. Ze worden samengevoegd tot matjes van bijv. 32 x 32 kernen. Het geheugen wordt opgebouwd door deze matjes boven elkaar te plaatsen. Het voordeel van deze kernengeheugens is, dat bij stroomuitval de kernen gemagnetiseerd blijven. Mede door de ontwikkelin gen in de micro-elektronika en ook omdat het maken van kernengeheugens vrij duur is, worden ze nauwe lijks meer gemaakt. Halfgeleidergeheugens De ontwikkeling van halfgeleiders is in feite begonnen met de uitvinding van de transistor in de jaren vijftig. Halfgeleiders zijn materialen, die een elektrische stroom in één richting geleiden en in de andere rich ting blokkeren. Hierdoor is het mogelijk logische schakelingen te produceren. Door de ver doorgevoerde miniaturisering in de half geleidertechniek werden de schakelingen geïnte greerd op een zeer klein oppervlak. Op kleine, recht hoekige en vliesdunne glasplaatjes worden de elek tronische componenten aangebracht in de vorm van opgedampte puntjes van magnetiseerbaar materiaal. Deze puntjes zijn in feite de geheugenelementen. De verbindingen tussen deze puntjes hebben dezelfde functie als de draden in een kernengeheugen. Op deze wijze ontstaan de z.g. IC's (Integrated Circuits of geïntegreerde circuits). De chip is hier een speci fieke vorm van. Deze twee genoemde geheugenvormen worden veel al in combinatie toegepast, afhankelijk van het doel waarvoor de computer is gemaakt. De tendens is, dat meer en meer gebruik wordt gemaakt van halfgelei dergeheugens, omdat deze een aantal voordelen hebben t.o.v. kernengeheugens. Deze voordelen zijn o.a.: een snellere toegankelijkheid, ze zijn kleiner van afmeting, ze hebben een lager energieverbruik en zijn veel goedkoper. Nieuwe ontwikkelingen Een paar recente ontwikkelingen op het gebied van computergeheugens zijn het bellengeheugen en de ontwikkeling van de Josephsonschakelaar door IBM. Het bellengeheugen of eigenlijk magneetbellengeheu- gen heeft de voordelen van de dure, maar snelle geheugenchip en de goedkope, maar trage magneet schijf- en magneetbandgeheugens. De fabricage is ongeveer vergelijkbaar met de fabricage van chips. Door een bepaalde techniek wordt op een chip een roterend magnetisch veld opgewekt. In dit magne tische veld bevinden zich de „bellen" (zeer kleine magnetische veldjes). Deze bellen moet u dan zien als de geheugenelementen (bits). De techniek van het lezen en beschrijven is vergelijkbaar met de techniek, die wordt gebruikt om magneetbanden of -schijven te lezen en te beschrijven. Het gebruik van bellengeheugens is bij de gebruikers nog vrij onbekend. Bij een verdere ontwikkeling zullen de toepassingsmogelijkheden vrijwel onbegrensd zijn. De Josephsonschakelaar is een geheel nieuw type schakelelement, ontwikkeld door IBM en gebaseerd op de theorieën van de Britse natuurkundige Brian Josephson. Het is een sterk verkleind schakelele ment, opgebouwd uit supergeleidende en isolerende lagen, dat bij zeer lage temperaturen extreem snel schakelt. Hierbij wordt dus niet meer gebruik ge maakt van halfgeleidende materialen, maar van super geleidende, zoals lood en goud. Als de techniek verder is ontwikkeld, hebben we over enkele jaren computers met een interne verwerkings snelheid van 80 miljoen instructies per seconde (80 MIPS). De snelste computers op dit moment hebben een interne verwerkingssnelheid van 10 MIPS. 4. Prestaties van een computer Van een computer mag men prestaties verwachten. Bij de prestaties gaat het in dit verband om capaciteit, cyclustijd en toegangstijd. NGT GEODESIA 81 281

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 23