Capaciteit Met de capaciteit wordt aangegeven uit hoeveel ge heugenelementen (bits) het geheugen bestaat. De maateenheid hiervoor is K, M of G. 1 K is 1024 bits, 1 M is 1000 K, 1 G is 1000 M. Ook gebruikt men de aanduiding Kb, Mb of Gb. Hiermee wordt bedoeld resp. Kilobyte, Megabyte of Gigabyte. De eerder ge noemde aantallen moet men dan met 8 vermenig vuldigen (1 byte is 8 bits) Cyclustijd Voor het lezen en doorgeven van informatie heeft het geheugen enige tijd nodig. De tijd voor een afgeronde taak wordt cyclustijd genoemd. Die cyclustijd is lang of kort al naar gelang het soort geheugen en bedraagt zeer kleine onderdelen van een seconde. De gebruike lijke aanduiding hiervoor is „nanoseconde" (het één miljardste deel van een seconde). Toegangstijd Wanneer een stuureenheid heeft aangegeven waar een bepaald gegeven in het geheugen is vastgelegd (m.a.w. op welk adres het is geregistreerd) duurt het enige tijd voordat dit gegeven is gelezen. Deze tijd noemt men de toegangstijd. Ze moet zo kort mogelijk zijn. Zij geeft in feite aan hoeveel keer per seconde toegang tot het geheugen mogelijk is. 5. Externe geheugens Ter uitbreiding van de geheugencapaciteit worden externe geheugens gebruikt. Men noemt ze extern, omdat ze geen deel uitmaken van de CVE. Het ex terne geheugen wordt wel rechtstreeks aan de CVE gekoppeld, en heeft twee functies: programmaopslag, indien dit niet in het interne geheugen past; permanente opslag van gegevens. Voor externe geheugens wordt gebruik gemaakt van informatiedragers. De informatiedragers, die op dit moment het meest gebruikt worden, zijn Magneetband Een magneetband bestaat uit een reep kunststoffolie, waarop een magnetiseerbare laag wordt aangebracht. Deze laag kan plaatselijk worden gemagnetiseerd door middel van stroompulsen, die via een schrijfkop naar de band worden gevoerd. Bij het lezen gebeurt het omgekeerde. Zo ontstaan 7 of 9 sporen, parallel aan elkaar, afhankelijk van het type band. Voor de Framet Fig. 2. 284 vastlegging van een teken worden alle sporen ge zamenlijk gebruikt. Per frame wordt dan één teken vastgelegd (zie fig. 2). De opslagcapaciteit van magneetbanden is aanzien lijk. Afhankelijk van het type band gaan op 1 strek kende inch (2.54 cm) 800, 1600 of 6250 tekens. De banden zijn gemiddeld 700 m lang. Zo kunnen er miljoenen tekens op één band worden geregistreerd. Een aantal kenmerken van een magneetband zijn: aanzienlijke opslagcapaciteit; relatief goedkoop; uitwisselbaar tussen verschillende computers; niet adresseerbaar, dus alleen een volgordelijke verwerking. Magneetbanden zijn dus goed bruikbaar, wanneer alle gegevens op de band telkens opnieuw nodig zijn. We kunnen immers niet adresseren. Magneetbandcassette In feite is dit een verkleinde uitgave van de magneet band. Dat betekent dan ook, dat slechts op één spoor geregistreerd wordt (bit voor bit, achter elkaar). De toepassing van een cassettebandje is alleen zinvol, wanneer aan capaciteit en snelheid lagere eisen worden gesteld. Magneetschijf De magneetschijf is op dit moment de meest toege paste externe geheugenvorm. Hij bestaat uit een licht metalen plaat, waarop een magnetiseerbare laag wordt aangebracht. De vastlegging van tekens vindt plaats op sporen of tracks. Per schijf bevinden zich zo'n 200 sporen in de vorm van gesloten concentri sche cirkels. Een spoor wordt weer onderverdeeld in sectoren; een sector bestaat uit een groot aantal bytes (zie fig. 3). Ook hier worden d.m.v. zoge naamde schrijfkoppen stroompulsen naar de schijf gevoerd; bij het lezen gebeurt d.m.v. leeskoppen het omgekeerde. Sectors Track Fig. 3. Bovenaanzicht van een schijf. De lees-schrijfkoppen zweven als het ware boven de plaat, die voortdurend ronddraait met een snelheid van 2800 omwentelingen per minuut. Ze zijn beweeg baar via leesarmen en door besturing kunnen ze direkt boven een bepaald spoor worden gebracht. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om dit geheugen te adres seren, ofwel kleinere ruimten op de schijf aan te wijzen. Wanneer meerdere schijven boven elkaar zijn gemonteerd, noemen we dit een schijvenpakket. Een aantal kenmerken van een magneetschijf zijn: grote opslagcapaciteit; op een schijf kunnen zo'n 2,5 tot 5 miljoen tekens worden opgeslagen (2,5-5 Mbyte); adresseerbaar, met daardoor een zeer korte toe gangstijd; NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 30