punt y 1 188543,114 450900,028 2 188234,004 451395,295 3 187900,278 451904,033 4 187603,039 452398,774 5 187041,601 452407,948 6 186447,880 452456,200 7 185865,518 452446,013 101-10 324,7147 5-10 226,6992 6-10 197,2466 c ten A t/m H zijn: y A 249,92 181,02 B 310,08 180,01 C 374,26 137,14 D 355,78 87,75 E 364,92 26,48 F 258,91 34,12 G 256,82 79,17 H 231,94 85,83 Dit vermoeden kan nog nader worden bevestigd door het punt 10 als snijpunt vanuit de punten 6 en 101 te berekenen en daarna de richting (5-10) te controleren. Deze controle zal niet sluiten als de lengte 6-7 ten onrechte met 20 meter is verminderd. Bij uit voering van de controle blijkt echter bovengenoemde conclusie juist te zijn. Uit het voorgaande bleek al dat nu fx 0,295 en fv —0,229. 4. Het is niet noodzakelijk de korte zijde 8-100 in de vereffening te betrekken, zodat de veelhoek kan wor den afgesloten op het punt 8. Vanwege de sterke uit buiging heeft methode II de voorkeur boven me thode I. In het geval methode I toch wordt toegepast, moeten de lengten nog worden gecorrigeerd i.v.m. de stereografische projectie. Bij toepassing van methode II is deze correctie niet nodig, aangezien deze dan in de schaalfactor kan worden verwerkt. Wil men de reële sluittermen toch kennen, dan kunnen deze ook als volgt worden berekend fx 0,295 LAI sin fy —0,229 LAI cosi/^oï 8 Hierbij is L 3431,65, ^101 8 332,38 en Al —8,5 mm/hm zodat fx 0,040 en fy -0,087 Zie ook onderstaande tekening. v h De resultaten van de coördinatenvereffening zijn dan als volgt: X Sommige inzenders pasten methode I toe, terwijl de heer Eversdijk een speciale methode koos, die erop neerkomt dat na argumentenvereffening de lengten zó worden gecorrigeerd, dat de som van de kwadra ten van de correcties minimaal is. Omdat fx en fy klein zijn, althans wanneer de correctie voor de stereografische projectie wordt toegepast, verschillen de resultaten van de verschillende metho den nergens meer dan 3 cm van elkaar. 286 5. De berekening van de coördinaten van punt 10 kan plaatsvinden als voorwaartse snijding. Hierbij zijn drie richtingen voorhanden, nl. De meeste inzenders hebben punt 10 twee keer be rekend en de resultaten gemiddeld. De heer Stoute bepaalde het punt 10 op drie manieren (telkens met een ander paar argumenten) en stelde het definitieve punt vast als het middelpunt van de ingeschreven cirkel van de driehoek die door deze punten wordt gevormd. Dit laatste kan ook zeer nauwkeurig gra fisch gebeuren (schaal 1:1). Deze methode levert hier op: X10 186502,342 en Y10 451198,493 Goede oplossingen ontving ik van: W. Dekker; G. W. Eversdijk; J. Leemans; J. Oberman; H. Sloot en C. H. Stoute. Helaas kwam een enkele inzender bij het op sporen van de meetfout tot een verkeerde conclusie. Opgave 14 Deze keer, met het oog op de vakanties, een niet al te lastige opgave. F Het terrein ABCDEFGH moet op de wijze zoals in de schets aangegeven in drie kavels met gelijke opper vlakte worden verdeeld. De coördinaten van de pun- X Gevraagd worden de coördinaten van het punt K. Oplossingen kunnen worden ingezonden voor 1 sep tember a.s. aan: H. Karssenberg, Viltmakersdonk 104, 7326 LJ Apeldoorn. NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 32