nemen, om dan de beheersverhouding bij het plan
van toedeling te kunnen regelen. Deze handelwijze
biedt uitzicht op een beheersverkaveling.
Het plan van toedeling heeft een hechtere juridische
basis gekregen. De richtlijnen voor het plan van toe
deling moeten volgens wettelijke regels worden vast
gesteld en de wenszittingen zijn voorgeschreven. De
herverkaveling vindt per blok plaats. Het plan van toe
deling bevat geen andere elementen dan thans het
geval is. De vaststellingsprocedure is niet gewijzigd.
Een combinatie van plan van toedeling en lijst der
geldelijke regelingen blijft mogelijk. Een nieuw facet in
de herverkaveling is het plan van tijdelijk gebruik.
Het geeft de nu in zwang zijnde gebruiksregelingen
een ruimere wettelijke basis met voorgeschreven ter-
visielegging en aansluitende bezwarenbehandeling,
welke door de rechter-commissaris worden afgeslo
ten. Formeel is er geen relatie gelegd tussen het plan
van tijdelijk gebruik met enerzijds de richtlijnen en
anderzijds het plan van toedeling. Beoogt het plan
van tijdelijk gebruik niet meer dan het doelmatig uit
voeren van werken en kavelinrichting, dan is dat ook
niet nodig. Als echter het plan van tijdelijk gebruik
naar een blijvende oplossing tendeert, dient er duide
lijkheid te zijn over de richtlijnen om de bezwaren te
kunnen toetsen.
In dit verband komt ook de vraag op over de betekenis
van verkavelingsprognoses uit het landinrichtings
programma en -plan voor de richtlijnen van het plan
van toedeling.
Tweede schatting en lijst der geldelijke rege
lingen
Het karakter van de tweede schatting is gehandhaafd.
Ze bestaat uit het schatten van de veranderingen van
waarde van de gronden voor iedere eigenaar ten ge
volge van de landinrichting en van de verrekenposten
tussen de opkomende en afgaande eigenaar.
De grondslag voor het schatten van de waardever
anderingen ligt verankerd in het stelsel van classifica
tie dat voor de eerste schatting is opgemaakt. Vol
gens de memorie van toelichting zijn dat met name
de waardeveranderingen ten gevolge van de verkave
ling, ontsluiting en waterbeheersing.
Voor de tweede schatting krijgen de schatters af
zonderlijk aanwijzingen van de CLC, welke in een
proces-verbaal van aanwijzing worden neergelegd.
Hier is géén tervisielegging nodig met aansluitende
bezwarenbehandeling, omdat de belangrijkste beslis
singen in het stelsel van classificatie zijn opgenomen.
De lijst'der geldelijke regelingen omvat:
de kostenomslag op basis van de bij de tweede
schatting vastgestelde veranderingen voor de
waarde der gronden;
de verrekening tussen de eigenaren onderling, en
de verrekening tussen eigenaar en het gebied c.q.
blok.
De in de praktijk toegepaste werkwijze om de ge
schatte waarden voor over- en onderbedeling te
actualiseren, is nu in de wet geregeld. De kosten blij
ven omgeslagen naar de mate van het nut en worden
als landinrichtingsrente geïnd.
Om praktische reden blijft heffing en vordering ach
terwege voor bij Algemene Maatregel van Bestuur
vast te stellen geringe bedragen. Daarmee wordt een
NGT GEODESIA 81
sinds jaar en dag bestaande wens ingewilligd. Het
toegerekende nut mag de werkelijke waardestijging
niet te boven gaan.
Onteigening
De Onteigeningswet, titel VII, wordt gewijzigd om de
onteigening ter verwezenlijking van een landinrich
tingsplan zonder voorafgaande nutswet mogelijk te
maken. De onteigening is alleen bij de herinrichtings-
vorm mogelijk, al dan niet in combinatie met herver
kaveling.
De onteigening wordt voorbereid door de LC door
o.a. uitvoerige kaarten ter visie te leggen. Op deze
kaarten staan de te onteigenen percelen met kadas
trale kenmerken aangegeven, alsmede de namen der
eigenaren. Belanghebbenden kunnen daartegen be
zwaar indienen bij een door Gedeputeerde Staten
benoemde commissie.
De onteigening heeft plaats ten name van de Staat uit
kracht van een KB, de Raad van State gehoord. Dit
besluit behoeft niet vooraf te gaan aan de tervisie
legging van de lijst van rechthebbenden, omdat alle in
het blok gelegen percelen daarin voorkomen. Wel
moet het voorafgaan aan de vaststelling van het be
grenzingenplan door de CLC en daarmee aan het plan
van toedeling.
Dit begrenzingenplan is met de onteigening de juri
dische grondslag voor de toewijzing van de eigendom
van natuurgebieden, elementen van landschappelijke
recreatieve, cultuurhistorische of natuurwetenschap
pelijke waarden en de overige gronden bestemd voor
doeleinden van openbaar nut door GS aan het Rijk
of in overleg aan andere rechtspersonen. Onder die
toewijzing vallen zowel de gronden verkregen uit ont
eigening als de gronden verkregen uit de algemene
korting.
Ruilverkavelingsovereenkomsten, vierde vorm
van landinrichting
De ruilverkaveling bij overeenkomst is gehandhaafd.
Anders dan nu worden de verkrijgers onder bijzondere
titel, geacht aan de overeenkomst te hebben deel
genomen.
Per project zal worden beoordeeld welke bepalingen
uit de overige vormen van landinrichting toepasbaar
worden gesteld.
Doordat de wet géén condities stelt t.a.v. de plano
logische functies van het gebied, is de spanwijdte van
dit instrument aanmerkelijk verruimd. De ruilverkave
lingsovereenkomsten en de aanpassingsinrichting
zouden, mijns inziens, als vormen voor landinrichting
eerder in werking kunnen treden.
Overgangsbepalingen
De overgangsbepalingen beogen een soepele over
gang van de procedure uit de Ruilverkavelingswet
1954 op de andere vormen mogelijk te maken.
Uit oogpunt van management is het aantrekkelijk in
een lopende ruilverkaveling alsnog de mogelijkheid te
benutten om de lijst van rechthebbenden en de
andere procedure-onderdelen in gedeelten vast te
stellen. Dit kan zolang de lijst der rechthebbenden in
het lopende blok nog niet ter visie is gelegd.
265