die vanuit natuur- en milieu-organisaties naar voren worden gebracht, dient onderscheid te worden ge maakt tussen de aspecten natuur, milieu en land schap. Ik zeg dit uitdrukkelijk omdat wij in de huidige ruilverkavelingspraktijk herhaaldelijk merken dat op dit punt misverstanden bestaan. Zo wordt nog vaak gedacht dat het mogelijk is een verloren gegane weidevogellocatie te compenseren met een land schappelijk aantrekkelijke erfbeplanting rond een nieuwe boerderij. Uit een oogpunt van natuurbeheer is behoud of her stel van verscheidenheid aan milieu-omstandigheden in hun onderlinge samenhang gewenst. Het natuur beheer is gebaat bij: gedeeltelijk extensief grondgebruik; overgangssituaties van nat naar droog; overgangssituaties van voedselarm naar voedsel rijk gebied; handhaving van de ecologisch belangrijke land schapselementen. Deze verscheidenheid aan milieu-omstandigheden wordt vooral bepaald door: de gebruiksintensiteit van de landbouwgronden; de gebruiksdifferentiatie; de gewassenkeuze; de schaal waarop de produktie plaatsvindt. Bij de doelstelling milieubeheer gaat het t.a.v. het be heer van het landelijke gebied om: het minimaliseren van vervuilingseffecten van water (grond- en oppervlaktewater) en de grond; het zuinig gebruik van energie en grondstoffen; het voorkomen van geluidsoverlast. Bij het landschapsbeheer spelen naast de natuur wetenschappelijke aspecten het landschap is de drager van de ecologische functies ook cultuur historische en recreatieve doelstellingen een belang rijke rol. Niet altijd vallen deze laatste doelstellingen samen met de specifieke natuurbeschermingsbelan- gen. Zo kunnen recreatief interessante zaken, zoals het aanleggen van fiets- en wandelpaden in kwets bare gebieden, in strijd zijn met de natuurbescher- mingsbelangen. Ook kunnen landschaps-visueel-aan- trekkelijke wegbegeleidende beplantingen het cul tuurhistorische karakter van een open (polderland schap aantasten. Bij het realiseren van landbouwkundige doelstellingen van landinrichtingswerken gaat het om heel andere en vaak in principe t.o.v. natuur en milieu tegenstrijdige doelstellingen. Het verbeteren van de produktie- en werkomstandigheden staat hier zonder meer centraal. De Stichting Natuur en Milieu acht deze doelstel lingen volstrekt legitiem, maar vraagt zich wel af in hoeverre realisering van deze doelstellingen in het kader van landinrichting werkelijk mogelijk is. Het gaat daarbij niet alleen om een beoordeling in alge mene zin, maar ook om de effectiviteit t.a.v. de ver schillende categorieën boeren binnen het onderhavige ruilverkavelingsblok (grote, midden en kleine bedrij ven). Dat binnen landinrichtingsprojecten op de verschil lende beleidsniveaus sprake is van een botsing van de landbouwbelangen met die van natuur, milieu en landschap behoeft geen nadere toelichting. Velen hebben daar regelmatig mee te maken. Waar zitten in de procedure en werkwijze de grootste knelpunten? De volgende drie knelpunten veroorzaken naar mijn mening bij de afweging van de diverse belangen de grootste problemen 1. De concept-rapporten ex art. 34 van de Ruilver- kavelingswet geven slechts een plan in hoofdlijnen. Over de uitwerking van de plannen wordt onvoldoen de informatie gegeven. Hierdoor ontstaat de situatie dat veel wezenlijke knelpunten in de belangenafwe ging worden doorgeschoven naar een tijdstip ver na de stemming. Beleidsbeslissingen die na de stemming van het art. 34-rapport moeten worden genomen, worden sterk beïnvloed door het feit dat het plan nu moet worden uitgevoerd. Onder druk van de krappe tijd de uitvoering mag niet stagneren worden de knopen doorgehakt. Daarnaast worden op deze wijze principiële beleidsvragen naar een lager beleidsniveau doorgeschoven met alle gevolgen van dien. 2. In de fase voor de stemming van de art. 34-rappor- ten wordt onvoldoende informatie gegeven over de te verwachten effecten. Het gaat hierbij om de volgende punten: in welke mate vindt beïnvloeding van natuur, milieu en landschap plaats; in welke mate zullen landbouwkundige doelstel lingen worden gerealiseerd; in hoeverre spelen belangen van lagere overheden en waterschappen een rol en op welke wijze worden deze gediend. Om in dit verband tot een redelijke besluitvorming te kunnen komen, is het ter discussie stellen van inrich tingsalternatieven van groot belang. In de huidige praktijk bestaan in dit opzicht geen keuzemogelijk heden. De kleine varianten die in het voorontwerp soms ter discussie worden gesteld, zijn volstrekt onvoldoende. 3. De gehele procedure van voorbereiding richt zich onevenredig op de direct-betrokkenen c.q. de eige naar en gebruikers van de gronden. Met name tijdens de uitvoeringsfase zijn naar mijn mening voldoende waarborgen voor hun belangen in de wet opgeno men. Het feit dat de eigenaren-gebruikers van gron den d.m.v. de stemming over het wel dan niet uit voeren van het plan beslissen, en dat de voorbereiding in belangrijke mate in handen wordt gelegd bij de zelfde belangengroep, heeft tot gevolg dat de plan vorming zich zeer sterk op deze belangengroep richt. Als gevolg van deze werkwijze wordt in moeilijke situaties dan ook herhaaldelijk de opmerking gehoord ,,als we dat doen wordt het plan afgestemd". Beleids ruimte en stemgedrag beïnvloeden elkaar op deze wijze onevenredig en werkelijke beleidsalternatieven komen zelden of nooit op tafel. In dit gehele proces speelt de landmeter in beginsel een volstrekt objectieve rol. Hij brengt die op een bewonderenswaardige wijze in de praktijk tot uitvoe ring, maar zijn inbreng, zeker in de uitvoeringsfase, mag niet worden onderschat. Herhaaldelijk moet hij nl. in het kader van de toedelingen beslissingen nemen die voor natuur en landschap van grote bete kenis zijn. Om „verrassingen" tijdens de uitvoerings fase zoveel mogelijk uit te sluiten, is het vooraf zicht baar maken, bijv. in de vorm van toedelingsonder- zoek en van de globale nieuwe verkavelingssituatie, van groot belang. Dit geldt overigens niet alleen voor de belangen van natuur en landschap. 312 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 10