publikaties
verslagen
vlakte van 8.674 ha. Hiervan stemden 658 stemgerechtigden voor,
vertegenwoordigende een oppervlakte van 6.069 ha. Tegen stem
den 754 stemgerechtigden, vertegenwoordigende een oppervlakte
van 2.605 ha.
In het gebied is vooral de slechte verkavelingssituatie een pro
bleem voor de landbouw. Er zijn gemiddeld bijna zes kavels per be
drijf. Een derde deel van de bedrijven heeft de grond zelfs verspreid
liggen over meer dan elf kavels. De gemiddelde afstand tot de veld-
kavels bedraagt ruim 1,5 km. De situatie zal mede door boerderij
verplaatsing worden verbeterd. Er kunnen in het kader van de ruil
verkaveling in totaal 29 bedrijven worden verplaatst.
In het ruilverkavelingsplan is veel aandacht besteed aan natuur en
landschap. Vooral over het kleinschalige Maasheggengebied, een
uiterwaardengebied bij de Maas, is veel overleg geweest. Voor de
700 ha cultuurgrond die hier ligt, is de Relatienota van toepassing
verklaard. Het is de bedoeling, dat 80 ha als reservaatsgebied
wordt overgedragen aan het Staatsbosbeheer. De rest wordt be
heersgebied. Zodra er een definitief beheersplan is, kunnen de boe
ren hier beheersovereenkomsten sluiten, die o.a. tot doel hebben
de fraaie meidoornhagen in het gebied te behouden. Elders zijn nog
twee gebiedjes met samen 67,5 ha cultuurgrond aangewezen als
reservaat. In het kader van de ruilverkaveling wordt 76 ha cultuur
grond bestemd voor nieuwe bosjes en singels. Voor twee terreinen,
die verder worden ontwikkeld tot natuurgebied, is 78 ha nodig.
Door het Centrum voor de Studie van het Onderwijs in Ontwikke
lingslanden (CESO) wordt aandacht gevraagd voor de volgende
publikaties:
Biervliet, W. and J. Richardson, International education of surveyors
for development. In-built evaluation. The ITC postal follow-up sur
vey: results. Den Haag, CESO, 1978. 38 p. (Verhandeling no. 15a).
Biervliet, W. International education of surveyors for development.
The ITC postal follow-up survey: methodology. Den Haag, CESO,
1978. 42 p. (Verhandeling no. 15b).
Biervliet, W. and J. Richardson. International education of sur
veyors for development. In-built evaluation. Field survey in 5 deve
loping countries: methodology. The Hague, CESO, 1980.65 50 p.
(Verhandeling no. 15c).
Op aanvraag worden deze documenten gratis aan de geïnteresseer
de door CESO toegestuurd. Adres: Badhuisweg 251, Postbus 90734,
2509 LS 's-Gravenhage, tel. 070-574201
JAARVERSLAG 1980
VOORLOPIGE CENTRALE KAARTERINGSRAAD
,,De werkzaamheden van de voorlopige Centrale Kaarteringsraad
concentreerden zich in het jaar 1980 op de begeleiding van de nor
male voortgang van de GBKN-uitgifte en op de voorbereidingen
voor de opstelling van een landelijk beleidsplan. De basis daarvoor
werd geleverd door de werkzaamheden van de Provinciale Kaarte-
ringscommissies, die in het verslag wederom ruime aandacht krij
gen". Aldus de voorzitter van de Raad, prof. ir. G. A. van Wely, in
zijn voorwoord van het jaarverslag. Hij sluit het voorwoord af met te
stellen, dat: "Ondanks de remmende invloed van deze verkennings
fase en ondanks de terughoudendheid, die in deze economisch
moeilijke jaren de overheidsfinanciering kenmerkt, we niet ontevre
den behoeven te zijn over de voortgang die werd gemaakt. We
hebben de overtuiging dat de mogelijkheden, die er zijn, worden
benut".
In een meer expleciete opsomming van de werkzaamheden van
de Raad blijkt, dat naast de voortgang van de proefprojecten de
GBKN-produktie en de provinciale kaarteringsplannen, ruime aan
dacht werd besteed aan het eindrapport van de studiecommissie
GBKN-gemeentelijke bestemmingsplannen. In het jaarverslag is
een apart hoofdstuk aan dit rapport gewijd (zie ook NGT Geodesia
1981, nr. 4, p. 143).
In de Raad werd voorts gesproken over een mogelijke digitale op
zet van de GBKN. Gezien de nog bestaande technische problema
tiek, werd besloten vanuit de VCKR geen aanbevelingen te doen
over vorm enz. van digitale gegevensbestanden en eventuele digi
tale GBKN, alvorens het rapport van de werkgroep Uniformering
over deze problematiek verschenen is. Gezien de lopende onder
zoeken van de werkgroep Uniformering en het Kadaster werd be
sloten niet op nadere studies aan te dringen. Besloten werd de
NGT GEODESIA 81
GBKN voorlopig als analoog produkt op een bepaalde schaal te
blijven uitgeven.
Uit door de Provinciale Kaarteringscommissies opgestelde versla
gen blijkt, dat de Commissies zich in het bijzonder hebben bezig
gehouden met het inventariseren van de maatschappelijke behoef
te naar de GBKN, om op deze wijze te komen tot een provinciaal
meerjarenplan voor de kaartvervaardiging. In sommige provincies
heeft een dergelijk plan reeds gestalte gekregen.
De voorbereiding van een aantal nieuwe GBKN-projecten stagneert,
omdat verschillende potentiële afnemers een afwachtende houding
aannemen tot de resultaten uit de proefprojecten bekend zijn.
Uit het hoofdstuk, dat aan de produktie is gewijd, blijkt dat aan het
eind van het verslagjaar 3.741 GBKN-bladen gereed waren, over
eenkomende met een oppervlakte van 172.613 ha. Aan het eind
van 1979 waren deze aantallen respectievelijk 2.359 bladen, over
eenkomende met 114.239 ha. Verder blijkt, dat eind 1980 in totaal
4.144 bladen in bewerking waren, overeenkomende met een op
pervlakte van 168.913 ha.
Ten opzichte van de voorgaande jaren is er een verschuiving opge
treden naar de vraag naar kaarten op de uitgifteschaal 1 500 24%
van de in bewerking zijnde kaarten worden vervaardigd op de schaal
1 500, als vergroting van kaarten op de schaal 1 1000. De grootste
vraag betreft, evenals voorgaande jaren, de uitgifte van kaarten op
de schaal 1 1000, als vergroting van de kaarten op de schaal
1 2000 70% van het totale bestand is op deze wijze vervaardigd,
terwijl 65% van de in bewerking zijnde kaarten tot deze categorie
behoort.
Ten slotte wordt geconstateerd, dat eind 1980 in totaal een opper
vlakte van 204.500 ha in voorbereiding was. Deze oppervlakte heeft
betrekking op omstreeks 5.000 bladen en maakt deel uit van de kor-
te-termijnplannen van de verschillende Provinciale Kaarterings
commissies.
Als bijlage is een notitie opgenomen van de directie Juridische en
Financieel Economische Zaken van de Hoofddirectie van het Ka
daster en de Openbare Registers. In deze notitie wordt het stand
punt uiteengezet, dat het Kadaster inneemt met betrekking tot het
auteursrecht, dat op de GBKN rust. De kaart kan worden gezien als
een werk van letterkunde, wetenschap of kunst en is als zodanig
vatbaar voor auteursrecht volgens de Auteurswet 1912.
EXCURSIE VVL OP 21 ME11981
Actualiteit was dit jaar het kenmerk van de jaarlijkse excursie van
de VVL. Een groep van ongeveer 85 leden was dit jaar namelijk te
gast bij de afdeling Landmeten en Kartografie van de dienst Ge
meentewerken van Rotterdam.
Na een woord van welkom door het hoofd van de afdeling, de heer
Lievaart, werd door hem verteld dat de afdeling deel uitmaakt van
de sector Beheer van Gemeentewerken. De (twee) andere sectoren
zijn de sector Ingenieurs- en Architectenbureau, en de sector
Aannemerij.
De bovengenoemde actualiteit doelt in de eerste plaats op het
ARTOL-project, dat op 1 januari 1980 bij de afdeling is gestart.
ARTOL betekent Automatisering van de Registratie van Topogra
fie en Leidingen; het eerste gedeelte (topografie) is in Rotterdam
in volle gang. Het omvat kort gezegd het digitaliseren van de
bestaande kaarten, het in een aangepast systeem uitvoeren van
nieuwe metingen, en het opslaan van de topografische gegevens
(coördinaten en coderingen) in een gegevensbank (data-base).
Het tweede gedeelte, het automatiseren van de leidingregistratie,
hoopt men aansluitend in 1984 te starten.
Door de heren Zijllemaker en Rietman, respectievelijk stafmedewer
ker en hoofd Rekenafdeling, werd aangegeven welke motieven
hebben geleid tot het automatiseren van de gegevensverstrekking
door de afdeling, en op welke wijze de problemen worden opgelost.
In een ongedwongen sfeer werd daarna aan de deelnemers de ge
legenheid geboden de diverse onderafdelingen te bezoeken en vra
gen te stellen. Hierdoor werd het voor een ieder mogelijk om in 1 V4
uur een helder inzicht te verkrijgen in de vorderingen én de proble
matiek van het opzetten van een vastgoedsysteem van een grote
stad. (Het aanschouwen van de razendsnelle tekenautomaat zal
menig landmeetkundig tekenaar een onbehagelijk gevoel hebben
gegeven).
Na de lunch werden de bezoekers en een aantal medewerkers van
de afdeling uitgenodigd voor een ander actueel gebeuren: een
rondvaart door de Rotterdamse havens. In twee uur, met zonne
schijn, werd het voor ieder duidelijk dat Rotterdam aan zijn toe
komst werkt, gezien de vele containerhavens met hun specifieke
327