Landinrichting en de belangen
behartiging van natuur en milieu*)
herverkaveling), dan is tijdige lokalisatie van „blok
ken" gewenst. De introductie van een deel van het
landinrichtingsproject als „blok" heeft allerlei con
sequenties (logische eenheid; hoe is het gesteld
met uitruil, kostenpercentage, kortingen enz.) en
kan landbouwkundig veel betekenen.
Het uitsplitsen in een programma en in een plan
fase, zal voor ruilverkavelingsgebieden de behoef
te aan inzicht in de toedelingsmogelijkheden eer
der doen toenemen dan afnemen.
De introductie van alternatieve plannen en de ver
gelijkende evaluatie van de verschillende plannen
volgens de HELP-methode (Herziening Evaluatie
Landinrichtingsprojecten) zal extra aandacht vra
gen, evenals het kosten/tijdsaspect en de relatie
met de Milieu Effect Rapportage.
De inhoud van het toekomstige begrenzingenplan
(wegen, waterlopen, natuur en landschap) kan de
flexibiliteit bij het plan van toedeling enigermate
nadelig beïnvloeden t.o.v. de huidige situatie.
Zeker als het te gedetailleerd is. Is het begren
zingenplan te laat beschikbaar dan houdt het de
procedure op.
Bij de richtlijnen voor het plan van toedeling, en
het landinrichtingsplan zelf, krijgt men met het
bovenstaande te maken en ook met de normen uit
de Wet Agrarisch Grondverkeer. Daarnaast wordt
het nu al duidelijk dat er steeds minder geld be
schikbaar komt voor grond t.b.v. niet-verplaatsers.
Ook dat zal de toedeling niet vereenvoudigen.
Deze inleiding omvat de mening van de Stichting
Natuur en Milieu, over de wijze waarop haar belangen
in landinrichtingsprojecten worden behartigd. Omdat
het hier gaat om een studiedag van landmeters wordt
vooral ingegaan op de meer geodetische aspecten die
daarbij in het geding zijn; een aantal „hete hang
ijzers" op het gebied van het landbouwstructuur-
beleid en het juridisch-bestuurlijke instrumentarium
komen daarom niet aan de orde.
Omdat de parlementaire behandeling van de ontwerp-
Landinrichtingswet nog maar nauwelijks is begonnen
en er een „ongemeen scherpe reactie" van de parti
culiere natuurbeschermingsorganisaties op dit wets
ontwerp ligt (opm. voorlopig verslag PvdA), wordt
t.a.v. dit wetsontwerp slechts een algemene toelich
ting gegeven op onze bezwaren. Dit te meer daar de
memorie van antwoord nog niet is verschenen.
Inleiding gehouden op 7 mei 1981 op de NGL Studiedag Land
inrichting te Delft.
NGT GEODESIA 81
Het samentrekken van bepaalde procedureonder
delen zal tijdwinst betekenen, maar vraagt ander
zijds grote zorgvuldigheid.
Slotopmerkingen
Samenvattend zou ik u willen voorhouden dat:
in deze inleiding niet gesproken werd over de
specifieke landbouwkundige beoordeling van de
LIW;
de kadastrale landmeter zich bewust moet zijn van
zijn invloed binnen het landinrichtingsproces en
bij de keuzes die gemaakt zullen gaan worden
onder de nieuwe LIW;
de nieuwe LIW aanleiding zal moeten zijn tot ver
dere verbetering, toegankelijkheid en controleer
baarheid van procedures en methoden.
Ook de snelheid van de procedures waarbij de ka
dastrale landmeter betrokken is, vraagt aandacht. Het
landinrichtingsproces duurt steeds langer en budget
tair heeft het zeker invloed wanneer gebieden eerder
kunnen worden afgesloten.
Bij de politieke behandeling van het wetsontwerp
landinrichting kan nog veel wijzigen, mede daarom
ben ik niet volledig en te gedetailleerd geweest. Wel
blijf ik erbij dat de huidige ruilverkavelingspraktijk niet
verwoest mag worden, maar waar mogelijk verfijnd,
ter behartiging van alle belangen die op het platteland
van betekenis zijn en speciaal voor degenen die daar
wonen en werken.
Landinrichting is, zeker vanuit een wat ruimer optiek
bekeken, geen doel maar een middel. Het is een stel
sel van procedureel beleidsmatige en technische in
strumenten om doelstellingen t.a.v. het beheer van
het landelijke gebied te realiseren. In dat opzicht is de
beleidsdoelstelling om jaarlijks 40.000 ha in voorberei
ding te nemen dan ook aanvechtbaar. Op deze wijze
wordt middel tot doel verheven.
Omdat de landinrichting zich in ons land heeft ont
wikkeld tot een omvangrijke en veelzijdige bezigheid,
moet worden geconstateerd dat het instrument voor
grote delen van het landelijke gebied richtingbepalend
is voor het toekomstige beheer.
De kwaliteit van natuur, milieu en landschap wordt
voor een belangrijk deel bepaald door de wijze waarop
de cultuurgronden worden beheerd; hierdoor ontstaat
een sterke relatie tussen natuur, milieubeheer en land
bouwkundig gebruik enerzijds, en landinrichting an
derzijds.
Bij de beoordeling van de belangen en doelstellingen,
311
door S. Algra, hoofd afdeling natuur- en landschapsbescherming van de
Stichting Natuur en Milieu.
SUMMARY
Land reconstruction and environmental issues
Agricultural goals to be reached through land reconstruction plans are often in conflict with aspects
of nature, environment and landscape management. These conflicts of interest result from the
general character of the information on the main goals of the land reconstruction plan at hand when
put to the vote. Unclearity on how various conflicts will be resolved remains even through the
execution phase. Land reconstruction procedures mainly serve those involved. The cadastral sur
veyor concerned with land reconstruction projects is daily involved in finding solutions for these
conflicts of interest.