I prijs S95u
tL,
341 799154 '40
001*829 9950
3
34179915k /Q
rtrJ
001*825
s|s
lm
•(■ill
9 9 |n
VAST 1.3.GROTE BRONZEN BOUT IN HE f O.VLAK VAN DE
C 1 - - C-B-i'J-~ I"Ft n I' JilTI'HIIZiri jTT^Tj *""flZ
0"ï""-"ïl Ell I I I III!
f n S s
9 9 9!) 9 9 9l|9 9
|Tcp c 0 f'5 0 0 0'
2|?J?
jj 2 3 3 1 3 3 3
4 4 4 |4
551
Fig. 1. Ponskaart.
De vorm van de tekens is hierbij namelijk belangrijk.
Het grote voordeel van deze wijze van invoer is, dat er
geen conversie hoeft plaats te vinden.
Bij het lezen van documenten onderscheidt men de
volgende technieken:
Mark-Reading-techniek
MCR-techniek (Magnetic-Character-Reading)
OCR-techniek (Optical-Character-Reading-Recog-
nition).
Meer hierover zult u in een volgend nummer van NGT
Geodesia vinden.
a. De kaartlezer
Met de kaartlezer kunnen gegevens, die zijn opgesla
gen op ponskaarten (zie-fig. 1), worden gelezen en
doorgegeven aan de computer. De ponskaart is on
derverdeeld in kolommen en regels.
De bekendste ponskaart heeft 80 kolommen (verti
caal) en 12 rijen (horizontaal), dus totaal 960 posities
om te ponsen. Per kolom wordt één teken (letter,
cijfer enz.) weergegeven. De girokaart heeft 51 ko
lommen en in boeken zit wel eens een 96 kolommen
ponskaart.
Verder is er nog het kimball-kaartje (prijskaartje, zie
fig. 2).
j/Kimball Systems
Fig. 2. Kimball-kaartje.
OO» O O
OO 3
De eenheid van lezen is bij de kaartlezer: 1 kaart, dië
kolom voor kolom wordt gelezen. Dit lezen gaat langs
elektro-mechanische of foto-elektrische weg. De lezer
kan een snelheid bereiken van 1000 kaarten per
minuut.
b. De ponsbandlezer
De ponsbandlezer leest de gegevens, die door pon
singen in een papieren, nylon- of metalen band zijn
vastgelegd. De eenheid van lezen is bij de ponsband:
1 character (teken). De band wordt gelezen met een
snelheid van 150-1500 tekens per seconde. Evenals
bij de kaartlezer gebeurt het lezen elektro-mechanisch
of foto-elektrisch.
3. Uitvoerapparatuur
De resultaten van de verwerking kunnen op verschil
lende wijzen worden uitgevoerd. De keuze hangt af
van wat er verder met de resultaten moet gebeuren.
In het ene geval zal men kiezen voor een gecodeerde
vorm (bijv. op ponskaarten, magneetbanden). In een
ander geval zal een voor de mens leesbare vorm ge
wenst zijn.
a. De kaartponser
De kaartponser legt gegevens vast op ponskaarten.
Per kolom wordt in principe één teken vastgelegd,
waarbij per teken een speciale combinatie van pon
singen wordt gebruikt. De kaartponser kan maximaal
zo'n 750 kaarten per minuut verwerken.
Soms zijn kaartlezer en kaartponser verenigd in één
apparaat.
b. De ponsbandponser
De ponsbandponser legt de uitvoer vast op pons
band. Afhankelijk van de ponser gebruikt men 5, 7 of
8 sporen ponsband (zie fig. 3). De vijfsporen band is
bekend van de telex. Per kolom wordt ook hier één
teken volgens een bepaalde standaardcode (bijv.
ASCII) geponst. De snelheid bedraagt 25 tot 400
tekens per seconde.
einde regel
Hl J K L M nJoJp CRST01234567B9
1 1
lol»
voortgeleidingsspoor
- sporen
Fig. 3. Ponsband.
c. Printers
De printer drukt de resultaten af op papier. Er zijn
verschillende soorten printers:
a. character-printers bijv. matrixdrukker
b. line-printers bijv. trommel- en kettingdrukker
c. laser-printers.
De eerste twee variëren qua snelheid van 200 tot meer
dan 3000 regels per minuut. De laser-printer haalt een
snelheid van 1.000.000 regels per minuut.
c. Documentlezers
Documentlezers zijn apparaten, die in staat zijn „ge
schreven" documenten te lezen. „Geschreven" moet
men voorlopig niet letterlijk nemen, omdat het prak
tisch altijd gaat om machinaal vervaardigde tekens.
d. Plotter
Een plotter of tekenautomaat wordt gebruikt om de
resultaten in de vorm van een tekening of grafiek vast
te leggen, eventueel aangevuld met alfa-numerieke
gegevens. Er zijn twee soorten plotters, nl.:
362
NGT GEODESIA 81