B Coördinatensets Coördinatencatalogus A X1 Vi B x3 Y3 X11 Yl1 x16 Yl6 x12 V12 x17 Vl7 x13 Y13 x18 Yl8 X,4 Vl4 x4 Y4 x15 V15 x3 V3 x2 Y2 x3 Y3 x22 Y22 X1 Vl A: 1-11-12-13-14-15-2-3-22-1 B: 3-2-16-17-18-4-3 1 X1 Y1 2 x2 V2 18 x18 Vl8 22 x22 Y22 Figuur 5. Polygonen met coördinatenset en coördinatencatalogus. hiervoor een coördinatenset of een coördinatencata logus gebruikt. De beschrijving van het element wordt gevormd door de kenmerken van de geografische eenheid, het oppervlak voorstellende. Een lijnvormige geografische eenheid zou kunnen worden aangeduid door een om- treksveelhoek zonder oppervlakte, een puntvormige door een omtreksveelhoek zonder oppervlakte en zonder lengte. Er zijn in het algemeen geen nabij heidsrelaties vastgelegd tussen de elementen. Wel kan door vergelijking van de liggingsgegevens deze relatie worden afgeleid. 4. Rasters Bestandselement is een element (pixel) uit het van tevoren gedefinieerde raster- of gridsysteem. De ele menten hebben alle dezelfde vorm en grootte en zijn precies aansluitend aan de naastliggende elementen. De ligging wordt aangegeven met coördinaten in het betreffende systeem, namelijk kolom- en rijnummer. stratenplan zijn: een infrastructuurnetwerk van de stad bestaande uit straatsegmenten. nieuwe Figuur 6. Pasterelementen. De beschrijving van het element wordt gevormd door de kenmerken van de geografische eenheid waartoe het element behoort. Zowel oppervlakvormige als lijn vormige geografische eenheden worden gevormd door de som van één of meerdere rasterelementen. Een puntvormige geografische eenheid bestaat uit één rasterelement. Relaties tussen de geografische eenheden zijn in het algemeen niet vastgelegd, anders dan de impliciete liggingsrelaties van rasterelementen. Nominale plaatsaanduidingen, zoals adres en post code, kunnen in het algemeen ook binnen deze ruim telijke gegevensstructuur worden weergegeven. Zo kan bijv. een kettingstructuur de abstrahering van het Jk Irnmnr Figuur 7. Straatsegmenten. 4. De topologische ketenstructuur Op het gebied van de statistische informatiesystemen en planningsystemen op een hoger aggregatieniveau zijn in het buitenland topologische gegevensstructu ren reeds gemeengoed geworden. Voorbeelden daar van zijn o.a. DIME, GIRAS, ODYSSEY (USA), NIMS (Scandinavië), GGIS (Canada), TRAMS (Engeland), KODAS (Duitsland). Toepassingen op het gebied van registratieve vast goed-informatiesystemen (systemen dus die zich be zighouden met informatie op in principe het laagste, meest gedetailleerde niveau) zijn minder bekend. Toch is er methodologisch geen verschil met statisti sche informatiesystemen (kleinschalig). Juist op dit gebied wordt in Nederland onderzoek gedaan, en met name bij de Afdeling der Geodesie van de TH Delft, het ITC te Enschede en het Planologisch Studiecen trum TNO te Delft. De basis van topologische ketenstructuren wordt ge vormd door ketens; dit zijn scheidingslijnen tussen twee oppervlakken die niet worden doorsneden door andere ketens. Hoe gecompliceerd een grens tussen twee oppervlakken ook is, de punten op die grens zijn kartografisch wel, maar topologisch niet interessant. Zij veranderen de structuur namelijk niet. De com plexiteit van de structuur hangt niet af van de karto- grafische details, maar alleen van de topologische complexiteit. NAAM KNOOP OPPER PUNT VLAK van naar links rechts 41 1 2 0 A 42 2 3 B A 43 1 3 A C 44 2 4 0 B Figuur 8. Basis topologische ketenstructuur. 356 NGT GE0DESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 6