Al deze facetten geven al aan, dat het kadastrale per
ceel een veel grotere maatschappelijke functie heeft
dan op het eerste gezicht wordt vermoed. In het ont
werp van Wet van Pachtregistratie staat het registra
tieve element nog niet als zodanig vermeld. Is dat
slechts een kwestie van tijd?
subject
|perceeï|
feitelijk gebruik
I"**»* 1
subject
Object in de kadastrale administratie is het perceel.
Ik hoef maar heel dicht in ons „Haagse" huis te blij
ven om vast te kunnen stellen dat het kadastrale per
ceel niet voor alle informatievragen de geschikte
kleinste geografische eenheid is. Binnen het Ministe
rie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening be
staat heel veel interesse voor woningen. Een woning
cartotheek, die landelijk uniform is opgezet en ac
tueel kan blijven, zou politiek van zeer veel nut
kunnen zijn.
Percelen zijn daarvoor onbruikbaar, zelfs als basis
gegeven. Op één perceel kunnen tientallen verschil
lende huurwoningen voorkomen, die elk afzonderlijk
betekenis hebben voor het Directoraat-Generaal
Volkshuisvesting.
Is het te ver gezocht om te veronderstellen dat het
Kadaster in de toekomst helpt een dergelijk systeem
op te bouwen en te onderhouden?
Om de actualiteit van zo'n systeem te waarborgen,
kan men denken aan huurregistratie met als sanctie,
dat publiciteit pas recht doet ontstaan op huurbe-
scherming en huursubsidie. Wellicht een interessant
item voor een promotie en/of een lijn voor een poli
tieke ontwikkeling. En met de kennis en ervaring en
het voorhanden zijnde instrumentarium van het
Kadaster, zeker geen onmogelijke gedachte bij VRO.
Een ander bij VRO toegepast kleinste geografisch
gedeelte is het meer systematische coördinatenvier-
kant. De Rijksplanologische Dienst ontwikkelt demo
grafische systemen op basis van dergelijke vierkan
ten.
Heeft het eerste met het verbintenisrecht (de huur) te
maken, het tweede voorbeeld hanteert het feitelijke
gebruik. Ons plaatje begint zich al aardig te vullen.
Als al deze verkeerssoorten zich over die ene brug
moeten gaan verplaatsen, is een bijzonder ingewik
kelde verkeersregeling en ook een heel grote en zware
brug nodig. Het lijkt aan te bevelen meer en ander
soortige oeververbindingen te construeren om dit
alles aan te kunnen. En nu hebben we alleen nog maar
over het gegeven rechtstoestand gesproken.
Bij vastgoedinformatie onderkenden we veel meer
soorten gegevens dan alleen rechtstoestand. En over
al die gegevens is een soortgelijk verhaal te vertellen
als hiervoor ten aanzien van de rechtstoestand is
gedaan.
Voor wat betreft de grootte kan worden opgemerkt
dat, als gevolg van het belastingverleden van de
Dienst, de grootte als element in het kadastrale vast
goedinformatiesysteem wordt bijgehouden. Informa
tie daarover is actueel, en consistent.
De ligging, het derde door ons vermelde gegeven bij
vastgoedinformatie, is één van de onderwerpen die in
het kader van de automatisering van de kadastrale
registratie speciale aandacht hebben gekregen. Voor
uitlopend op die automatisering zijn van een groot
deel van de zes miljoen percelen in Nederland de
plaatscoördinaten vastgesteld. In de voordracht van
de heer Claessen zal daarop nog verder worden in
gegaan.
De waarde van het vastgoed is in de eerste plaats een
subjectief gegeven. „Wat de gek ervoor geeft" zou
men kunnen stellen. In het kadastrale vastgoedinfor
matiesysteem wordt, behoudens kennisneming van
die subjectiviteit als in de akte vermeld, verder aan dit
gegeven geen aandacht geschonken. Toch leiden
waarnemingen van de maatschappelijke ontwikkeling
tot de conclusie, dat meer belangstelling voor dit
gegeven noodzakelijk is. De brug kan anders niet
meer volledig functioneren als oeververbinding.
Allereerst is daar de toenemende objectivering van
economische waarde. Ik denk daarbij aan makelaars
taxateur in dienst van de overheid; een grondbedrijf,
dat waarden van percelen en de grensvastlegging op
die waarde nodig heeft om te kunnen functioneren.
Is niet onlangs in „NGT Geodesia" gepleit voor een
studie naar de betrouwbaarheid van het aspect
waarde van onroerend goed? Is het denkbaar dat
percelen gevormd gaan worden op basis van waarde
verschillen alleen?
Ook is de waarde in de landinrichting een interessant
thema. Is de kadastrale perceelsindeling nog toerei
kend voor de vele nuances in de waarde van de grond
bij inbreng en toedeling? Ik zal aan het eind van mijn
inleiding nog op het waarde-aspect terugkomen.
Een voor de belastingfunctie van het Kadaster belang
rijk gegeven is de cultuur" van het kadastrale per
ceel. Binnen de thematische opzet van kadastrale
kaarten, waarbij de juridische grenzen werden afge
beeld, speelde de cultuur, het al dan niet bebouwd
zijn van percelen, slechts de rol van hulpmiddel bij de
herkenbaarheid. Werkelijk bijhouden van de cultuur is
bovendien niet anders dan door feitelijke waarneming
mogelijk, waarbij zelfs dikwijls rechtsgrens en cultuur
grens (ver) uit elkaar komen te liggen.
Vanuit de opzet van de kadastrale administratie is bij
houden van cultuurgrenzen niet goed mogelijk. Let
terlijk met kunst en vliegwerk is daar heel gedifferen
tieerd wel iets aan gedaan. Overname van gegevens
uit bouwvergunning of uit akten is zo'n hulpmiddel,
maar toetsing van realiteit en daarmee de garantie van
betrouwbaarheid is tot op heden heel gebrekkig
mogelijk gebleken.
Binnen de Dienst wordt gewerkt aan een oplossing
voor het probleem van het betrouwbaar maken van
informatie omtrent het gegeven „cultuur". Door de
aan het Kadaster opgedragen taak van de vervaar
diging van de GBKN, géén thematische, maar een
topografische kaart, is binnen de Dienst de mogelijk
heid voor systematische aandacht voor het gegeven
„cultuur" toegenomen.
De hoedanigheid en de bestemming ten slotte zijn
twee gegevenselementen van vastgoed, die in het
kadastrale vastgoedinformatiesysteem partieel her
kenbaar aanwezig zijn en blijvend worden bijgehou
den.
Bij de hoedanigheid denk ik met name aan relaties
NGT GEODESIA 81
421