640 600 360 520 480 440 400
280 240 200 160 120 80 40
s>
09S 08V 00V 026 042 091 031
082 0VZ 002 021 08 0V
Patroonblad.
De behoefte aan kaarten, waarop de positielijnen van
deze radio-plaatsbepalingssystemen waren afgebeeld
(de zogenaamde positiepatronen) had op zijn beurt
weer een stimulerende invloed op de toepassing van
het automatisch rekenen en vervolgens op de ont
wikkeling van automatische kaartering. Daarnaast
leverde de kaartering in opdracht van de Ruilverkave-
lingsdienst ten behoeve van de herverkaveling van de
na de stormramp overstroomde gebieden in Zeeland
veel werk op.
In 1956, toen het Kadaster een eigen fotogramme-
trische afdeling stichtte, kwam er een einde aan de
bijna 20 jaren durende inschakeling van de MD voor
de ruilverkaveling.
De grote personeelsuitbreiding, die zoals gezegd om
streeks 1953 inzette, plaatste de MD voor het pro
bleem van de opleiding van nieuw personeel. Uitein
delijk, na een periode van ad hoc-oplossingen, werd
dit probleem opgelost door de oprichting van een
degelijk georganiseerde basiscursus, die zowel in
Delft als in de speciaal voor dit doel gestichte depen
dance te Goes werd gegeven. Deze cursus heeft
gefunctioneerd van 1961 tot 1975 en leverde in totaal
158 gediplomeerden af.
Een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de
Dienst vormt de instelling van de MD als zelfstandige
directie van de Rijkswaterstaat op 31 maart 1959.
Sindsdien ressorteert de MD, evenals de andere direc
ties, rechtstreeks onder de Directeur-Generaal.
De economische vooruitgang die in het begin van de
jaren zestig tot een hoogconjunctuur had geleid, be
zorgde de MD zeer veel werk, o.a. door de instelling
van het Rijkswegenfonds in 1964. Zowel de afde
lingen in Delft als de buitendienst konden slechts door
uiterste inspanning aan de grote vraag naar landmeet
kundige bijstand voldoen; de Dienst leed aan een
chronisch personeelstekort.
Een van de middelen om aan zo'n personeelstekort
het hoofd te bieden, is het overgaan op systemen
voor mechanisering en automatisering. Reeds in zijn
nieuwjaarsrede van 1957 gaf het toenmalige Hoofd
van Dienst, ir. A. J. van der Weele, een beschouwing
over automatisering in de landmeetkunde. Het daarin
geschetste toekomstbeeld, waarin ons ponsband-
producerende terreininstrumenten en automatische
tekentafels werden voorgetoverd is thans, bijna een
kwart eeuw later, inderdaad werkelijkheid geworden.
Van der Weele wees daarbij op de sociale gevolgen
die de automatisering zou hebben en hij pleitte voor
een zo vroeg mogelijke invoering, zodat een geleide
lijk en beheersbaar proces de aanpassing van de
medewerkers aan de ongetwijfeld grote veranderin
gen mogelijk zou maken. Met deze achtergrond is de
automatisering bij de MD al vroeg begonnen; het
eerst uiteraard bij het rekenwerk.
De automatisering kreeg een belangrijke impuls door
dat in 1961 bij het ITC een rekenautomaat Stantec
Zebra werd geïnstalleerd, terwijl bij de MD een auto
matische coördinatograaf Coradomat in gebruik werd
genomen. Er ontstond een hechte samenwerking tus
sen de Mathematische Afdeling van het ITC en ver
schillende afdelingen van de MD.
Zoals in de jaren dertig de wisselwerking tussen theo
rie en praktijk van grote invloed was op de ontwikke
ling van de fotogrammetrie bij de MD, heeft de
samenwerking van ITC en MD een beslissende in
vloed gehad op de ontwikkelingen op het gebied van
de automatisering in de jaren zestig.
De automatisering bij de Rijkswaterstaat werd ten
slotte in 1971 geconcentreerd in de daartoe opge
richte Dienst Informatieverwerking (DIV). In deze
Dienst werden de bestaande automatiseringskernen
van de MD en van de Directie Waterhuishouding en
Waterbeweging in hun geheel opgenomen. De DIV
kreeg de beschikking over grote computercapaciteit
en nam daarmee voor de MD de plaats in van het ITC,
dat in 1971 naar Enschede was overgeplaatst.
Gezien de relatief beperkte mankracht die de DIV, in
de samenwerking met de MD, beschikbaar kon stel
len, was de MD al spoedig genoodzaakt opnieuw
eigen programmeurs op te leiden. Deze program
meercapaciteit van de MD groeide in de loop der jaren
uit en werd ten slotte ondergebracht in een speciale
Afdeling Informatie Verwerking (AIV).
Naast de automatisering van landmeetkundig reken
werk en het tekenen van positiepatronen voor radio
plaatsbepaling werd ook het fotogrammetrisch reken
werk geautomatiseerd en wel door middel van het
ANBLOCK-programma. Door de aanwezigheid van
elektronische registratie-apparatuur bij de fotogram-
metrische instrumenten ontstond vervolgens de
mogelijkheid voor het digitaal kaarteren, waarmee
reeds in 1969 de eerste succesvolle proeven werden
genomen.
Voor operationalisering van dit proces moest aan een
groot aantal voorwaarden worden voldaan, die in de
loop van de jaren zeventig werden vervuld. Zo werd,
ten einde maatvaste en gemakkelijk reproduceerbare
minuutstukken te vervaardigen, in 1973 een grote
automatische (flatbed)-tekentafel CalComp 745 geïn
stalleerd. Deze configuratie werd in 1975 aangevuld
met een interactief grafisch systeem, de HRD-1 Laser
Display, die het mogelijk maakt de in de computer
opgeslagen informatie zodanig te wijzigen, dat aan de
automatische tekentafel foutloze en volledige invoer-
gegevens kunnen worden verstrekt. Bovendien levert
het interactieve systeem de mogelijkheid om gege-
460
NGT GEODESIA 81