Fig. 3. Constructietekening van de stormvloedkering. Fig. 5. Overzicht van de fasen 1 t.m. 7 in de opbouw van de pijlers. Hoe is nu de Meetkundige Dienst bij de pijlerbouw betrokken? De directie van het werk is in handen van Rijkswaterstaat. In verband met de lage bouw- en meettoleranties is o.a. voor het ruimtelijk inmeten van dwangpunten, het controleren van stelwerk en de ge wichtsbepaling onze hulp gevraagd. Op enkele van deze aspecten zal nader worden ingegaan, waarbij hoofdzakelijk de praktische uitvoering van het meet- werk zal worden belicht. Zoals u in figuur 4 kunt zien, liggen alle pijlers in de bouwdokken keurig op een rij. De pijlerassen zijn ver klikt in meetlijnen om de bouwdokken. De pijler wordt gebouwd op de zandbodem van de bouwput, waarop eerst een werkvloer is gestort. Op deze werkvloer wordt een gegalvaniseerde plaat aangebracht. De twee laagste delen, waarop de pijler komt te staan, de z.g. billen, moeten worden gewaterpast. Dit moet voor het storten van de 1e fase, de vloer, gebeuren (zie fig. 6). In deze waterpassing worden tevens zes supporten in hoogte bepaald. Dit zijn ijzeren staven, die na het storten van de vloer boven deze vloer uit steken. De relatie onderkant bil met de bovenkant vloer wordt op deze manier gelegd. Nadat de vloer is gestort en verhard, worden vloer bouten geplaatst aan de hand van assen en hulpassen die zijn verklikt in de meetlijnen rondom de bouwput ten (zie fig. 7). Op de snijpunten van deze assen wor den de bouten geplaatst. De volgende dag worden de bouten gecenterd, weer volgens het snijpunt van de assen. In totaal worden negen bouten geplaatst. Hier over wordt een hoek- en lengtemeting uitgevoerd met geleide centrering (zie fig. 8). Fig. 4. De drie bouwdokken. support ribbel ofwel bil 16 meetpunten op ieder van deze lijnen Fig. 6. Tekening en waterpassing van billen en supporten. NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 15