automatisch blijft gericht. De maximale volgsnelheid bedraagt 36° per seconde; de nauwkeurigheid van zowel de horizontale als de verticale richtingsmeting is 1,4 mgr of 4,5" (standaardafwijking). Dit bijzondere instrument vormt de ruggegraat van de plaatsbepaling bij het afzinken van de pijlers van de Oosterscheldedam. Minilir wordt hierbij gecombi neerd met een infrarood afstandmeter, de Aga 112, waardoor een polair plaatsbepalingssysteem van gro te nauwkeurigheid ontstaat. De hoge plaatsbepalingsnauwkeurigheid die bij het afzinken is vereist, wordt opgelegd door de onbe kende invloed van stroom en wind, hoewel de pijlers bij dood-tij zullen worden geplaatst. De uiteindelijke tolerantie na het plaatsen bedraagt 30 cm. Een pijler zal tijdens het afzinken worden ingemeten door 3 Minilir/Aga 112 systemen. Twee zijn in prin cipe voldoende voor de bepaling van positie en argu ment; het derde dient hoofdzakelijk ter vergroting van de betrouwbaarheid. Om positie en stand van de pijler volledig te kunnen beschrijven worden bovendien twee hellingsmeters op de pijler bevestigd. De meetopzet van dit proces is weergegeven in figuur 8. De drie Minilir/Aga 112 systemen staan op een reeds geplaatste pijler en wel twee pijlers verder dan het te plaatsen exemplaar. De ,,Ostrea", het hefschip met de pijler, wordt strak bevestigd tegen het reeds op zijn plaats liggende afmeerpontonMacomadat bovendien nog de bodem opschoont en de laatste funderingsmat legt, waarop de pijler zal worden ge plaatst. De „Ostrea/Macoma" ligt vast aan een groot aantal ankerpalen, terwijl een ankerlierensysteem op de beide vaartuigen zorgt dat de combinatie automa tisch op zijn plaats wordt gehouden. Vervolgens laat men de pijler voorzichtig zakken. De bewegingen van de pijler, geregistreerd door de drie Minilir/Aga 112 systemen en de beide hellingsmeters, worden voort durend gevolgd op een aantal televisieschermen, op dat de uitvoerders in staat zijn de juiste beslissingen te nemen. Naast de „Ostrea" en de „Macoma", wordt de plaatsbepaling van twee andere bijzondere schepen, de ,,Mytilus" (het verdichtingsschip) en het ,,Car- dium" (het mattenlegponton), ook verricht met de Minilir/Aga 112 systemen. De Meetkundige Dienst vervult een coördinerende functie bij het toezicht op het gebruik van de drie zeer gecompliceerde meet systemen van Mytilus, Cardium en Ostrea. Behalve de bouw van de Stormvloedkering Ooster- schelde zijn nog een aantal andere toepassingen van het Minilir/Aga 112 systeem mogelijk. Eén daar van is het zeer nauwkeurig vastleggen van scheeps- bewegingen, zowel in horizontale zin dit zijn vaar- baanmetingen als in verticale zin bij het onderzoek naar het functioneren van z.g. deiningscompensa- toren. Lodingen Uit de opsomming van de taken van de Meetkundige Dienst blijkt dat zij zelf geen lodingswerk verricht. In tegenstelling tot het landmeetkundige werk is het lodingswerk in de Rijkswaterstaat decentraal georga niseerd. Dit heeft historische redenen. Het lodings werk in de Rijkswaterstaat wordt uitgevoerd door regionale directies en enkele specialistische diensten. De Meetkundige Dienst is op dit gebied echter vooral betrokken bij de automatisering van lodingswerk. Het basisprincipe van een automatisch lodingssys teem is de koppeling van plaats- en diepte-informatie door een computer. De verwerking van de opgeno men gegevens vindt eveneens met de computer plaats, meestal aan wal. In het begin van de jaren '70, toen de behoefte aan geautomatiseerd loden in de Rijkswaterstaat naar voren kwam, was nog geen volledig automatisch lo dingssysteem commercieel verkrijgbaar. Ten behoeve van het onderhoudsbaggerwerk aan de Nieuwe Wa terweg en de Eurogeul, dat zijn eigen particuliere eisen stelde, ontwikkelde de Meetkundige Dienst het z.g. Waterweg-systeem, gebaseerd op de Hewlett Packard 9830 tafelcomputer. -MACOMA* n>> fase I: o "Ostrea" en "Macoma" worden met kabels verbonden o één Minilir/Aga 112 begint "Ostrea" In te - meten; o twee Minilir/Aga 112 meten "Macoma" in fase II: "Ostrea" en "Macoma" worden naar elkaar toe geleld m.b.v. de ankerkabels fase III: o "Ostrea" en "Macoma" zijn één geworden o richtpunten Minilir/Aga 112 nu op pijler o 3 Mlnillr/Aga 112 meten pijler in Fig. 8. Inmeting van een pijler bij het afzinken. Fig. 9. Artist's impression" van het plaatsen van een pijler. 474 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 24