De redactie van NGT Geodesia wenst u
prettige feestdagen en een voorspoedig 1982
als men onder de spiegelstereoscoop werkt. Men
werkt bij de spiegelstereoscoop ook nooit met de drie-
of zesmalige vergroting. De opnamen worden onder
de spiegelstereoscoop gelegd voor het interpreteren,
daarna worden ze gebruikt voor de basiskaartering en
vervolgens voor de vegetatiekaart. En doordat je die
twee metingen parallel laat lopen, moet je ze dus twee
keer instrumenteel behandelen.
Vragensteller: Tenzij u met de interpretatie zou be
ginnen en een voorlopige overlay meteen mee kaar-
teert, dan heeft u een groot gedeelte meteen te
pakken. Van Stokkom is het met deze mogelijkheid
eens.
Vragensteller: U zei, dat de grenzen die u tekent op de
basiskaart overgangen zijn. Die zijn dus niet zo erg
exact bepaald; je praat niet over centimeters, maar
hoogstens over decimeters of over halve meters.
Het voorbeeld, dat u gaf, geeft zoveel details. Ik
stel mij voor, dat ik dat met een potlood zonder
meer zou kunnen doen en daarvoor geen instrument
nodig heb. Van Stokkom: Ik denk dat, als ik het als
student had moeten doen ik het zo gedaan had.
Alleen is het zo, dat ik deze methode heb moeten in
tegreren in een dienst, die ,,zeer op de mm is", en
daarvoor gebruiken we instrumenten. Daarbij komt
een ander punt en dat is, dat de overlays niet direct
zijn te gebruiken op de basiskaart, omdat je ze niet
voldoende nauwkeurig kunt inpassen. Al heeft Van
Stokkom gelijk. Van der Weele blijft het tóch te
gecompliceerd vinden.
De heer Vermeulen aan Boerjan: Wat mij intrigeert bij
het plaatsen van die pijlers is de manier waarop men
op die grote watermassa daar op 30 cm de plaats zou
kunnen bepalen waar een bepaalde pijler moet
worden afgezonken.
De heer Boerjan: Er wordt per sluitgat een nauwkeu
rig net gemeten. Vanuit die plaatsen worden de pijlers
geplaatst met richting- en afstandmeting.
Vragensteller: Als er nu al één pijler is geplaatst, en ik
neem aan dat ze dichtbij de vaste wal beginnen,
kunnen ze dan gewoon zeggen: we moeten nu pre
cies in één lijn blijven met die vorige pijler, en dan
komt het vanzelf in orde of is dat te simpel bekeken?
De heer Boerjan: Zo kan dat wel worden gesteld. Het
is de bedoeling dat we in één lijn (de as-lijn) die nu
reeds wordt ingemeten aan dat vaste net per sluitgat,
blijven en afhankelijk van de plaatsing van de eerste
pijler kan die as dus worden aangepast. Mocht blij
ken, dat die 3 of 10 cm uit die as staat, dan creëert
men een nieuwe as en aan die as gaat men in één
rechte lijn de pijlers plaatsen.
Nicolai: Ik kan eraan toevoegen dat de nauwkeurig
heid wordt overgebracht van pijler naar pijler; u moet
zich voorstellen dat u op een gegeven moment een rij
geplaatste pijlers heeft waarop zich een aantal punten
bevinden die als opstelpunten voor drie Minilir/Aga
112-systemen dienen. Die opstelpunten zijn zeer
nauwkeurig in coördinaten bekend. Het op de plaats
manoevreren van die pijler door het hefschip wat dan
vastgekoppeld zit aan de Macoma, gebeurt door ge
bruikmaking van tv-schermen aan boord van het hef
schip.
De heer Hoos heeft twee schriftelijke vragen aan
Nicolai: In de Rijkswaterstaatsstand op de tentoon
stelling is het Artemissysteem te zien. Deze systemen
zijn helemaal niet genoemd.
De heer Nicolai: De Meetkundige Dienst bezit drie
Artemissystemen. Twee daarvan zijn voor lange tijd
uitgeleend aan andere waterstaatsdiensten om met
die systemen ervaring op te doen. Wij hopen dat, zo
dra we weer wat capaciteit vrij hebben, we de Arte-
misdraad weer kunnen opvatten. In het verleden is er
wel mee gewerkt: er zijn o.a. tunneldelen mee ge
plaatst.
Tweede vraag: Ik heb gehoord, dat er ook droge
toepassingen van Minilir in de Meetkundige Dienst
zijn onderzocht. Kunt u daar iets over vertellen?"
De heer Nicolai: De enige droge toepassing die wij
hebben onderzocht, is het meten van lengteprofielen
van wegen als vervanging van de klassieke waterpas
methode, waaraan nogal wat nadelen kleven: je moet
rijstroken afzetten, het is tijdsintensief en het is
bovendien niet helemaal zonder gevaar voor het
meetpersoneel. Er zijn een aantal proeven gedaan
waarbij de Minilir is opgesteld op een hoog punt (het
moet boven het normale autogewoel uitkomen). De
lampen die door de Minilir als richtpunt worden ge
bruikt plus de reflector van de afstandmeter zijn bij
deze proef op een wagentje geplaatst. Dat wagentje is
gesleept door een auto die over de betreffende weg
reed. Hier zijn redelijk bevredigende resultaten mee
bereikt alhoewel je toch niet de nauwkeurigheid er
mee haalt als met de klassieke waterpasmethode.
De methode biedt echter bijzonder veel voordelen:
zij werkt erg snel en is zonder gevaar.
Schriftelijke vraag voor Waalewijn: ,,U heeft in uw
historisch overzicht niet genoemd dat de Meetkun
dige Dienst betrokken zou zijn geweest bij kaarte-
ringen in Rotterdam, waardoor het mogelijk was
Rotterdam versneld te herbouwen.
De heer Waalewijn: Ik heb natuurlijk niet alle werk
zaamheden van de Meetkundige Dienst kunnen be
lichten. Ik heb een keuze gemaakt uit de onderwerpen
die ik ter beschikking had en heb dit tóch belangrijke
onderwerp overgeslagen. Het is een leuke toepassing
geweest van de fotogrammetrie.
486 NGT GEODESIA 81