Daarna willen wij ingaan op de problematiek rond de
GBKN, de Grootschalige Basis kaart van Nederland.
Met opzet bespreken wij deze problematiek het eerst,
omdat de GBKN de pretentie heeft een basis te zijn
voor andere grootschalige kaarten, eventueel ook
voor de kadastrale kaart, die wij daarna de revue wil
len laten passeren.
Vervolgens willen wij ingaan op de automatisering en
ten slotte willen wij proberen de discussie in het kort
samen te vatten.
In de discussie zullen wij ons niet bezighouden met de
projectkaart in de ruilverkaveling, niet omdat dit z.g.
werkplan-2 onbelangrijk zou zijn, integendeel, het is
een belangrijk trekpaard voor de kadastrale vernieu
wing, maar omdat het werkplan-2 zowel elementen
van de GBKN als van de kadastrale kaart in zich heeft.
Bovendien wordt het werkplan-2 niet landelijk uit
gegeven.
Laat ik beginnen met een schets betreffende de
kadastrale kaart: Deze is de oudste van de kaartseries
bij het Kadaster. Het is een kaart die het gehele land
bedekt en in beginsel continu wordt bijgehouden.
Deze kaart is een onderdeel van het gehele kadastrale
vastgoedsysteem en is dat ook vanaf het begin ge
weest. Het lijkt mij goed voor de volledigheid in het
kort enkele kenmerken van de kadastrale kaart op een
rij te zetten
De kaart was oorspronkelijk een hulpmiddel voor de
opbouw, bijhouding en raadpleging van de kadastrale
boekhouding en dit informatiesysteem was primair
gericht op een publieke functie, nl. het heffen van de
grondbelasting.
De bevordering van de rechtszekerheid werd spoedig
na het begin een belangrijk nevendoel van het Kadas
ter. Naast het belastingaspect werd in de loop van de
jaren het eigendomsaspect steeds belangrijker. Dit
gold voor het Kadaster als geheel en daarmee ook
voor de kadastrale kaart. Het evolueren van het
Kadaster in de richting van een eigendomskadaster
hing samen met de toenemende betekenis van onroe
rend goed in ons dichtbevolkte land, en met de steeds
hogere eisen die men stelde aan informatie ten be
hoeve van planning, inrichting en beheer.
De kadastrale kaart en het aan de kaart ten grondslag
liggende veldwerkarchief heeft die functieverschui
ving onvoldoende kunnen volgen, mede door het
steeds hogere tempo, waarin de veranderingen zich
voltrokken. Als gevolg van de toenemende betekenis
en daarmee van de hogere eisen die men aan de
kadastrale kaart stelde, werd al aan het eind van de
19e eeuw begonnen met een technische vernieuwing.
Nu, anno 1981, is ongeveer 1/3 deel van het kaarten-
bestand vernieuwd; 2/3 deel van de kaarten zijn nog
in beginsel de kaarten van napoleontische oorsprong.
Op de oorzaken van deze situatie zullen wij straks in
gaan, evenals op de pogingen die in het werk moeten
worden gesteld om de kaartvervaardiging bij het
Kadaster in een perspectief te plaatsen.
Ik wil deze opsomming beëindigen met de belang
rijkste kenmerken van de kadastrale kaart:
het is een eilandkaart, d.w.z. het beeld wordt over
het algemeen begrensd door in het terrein zicht
bare markante grenzen, zoals wegen en water
lopen;
de kaarten zijn over het algemeen niet noord-
gericht;
10
de niet-hermeten kaarten hebben meestal een
lokaal coördinatensysteem als grondslag, de her
meten kaarten uiteraard het landelijke RD-systeem;
de kadastrale kaart geeft de perceelsgewijze in
deling plus de belangrijkste topografie, vooral de
gebouwen;
de meest voorkomende schalen zijn 1 2500 en
1 1250 voor de oude kaarten, en 1 2000 en
1 1000 voor de vernieuwde kaarten;
er zijn ruim 30000 kaarten. Op die kaarten staan
6000000 percelen. Per jaar worden 100000 muta
ties op die kaarten verwerkt. Het accent van de bij
houding ligt op de rechtsgrenzen. Dat is het
thema.
Polman:
Aan mij de taak een korte toelichting te geven op de
bestaande situatie rond de GBKN. De GBKN is nog
maar een jonge kaart. De formele invoering kwam tot
stand op grond van het Koninklijk Besluit van 1975,
waarbij aan het Kadaster de vervaardiging, bijhouding
en uitgifte werd opgedragen.
Achtergrond van het besluit was de in de loop van
enkele tientallen jaren ontstane versnippering op het
gebied van de grootschalige kaartvervaardiging. Naast
de kadastrale kaart was in de loop van de jaren een
groot aantal andere kaarten ontstaan, met allerlei ver
schillende functies, o.a. planologie, uitvoering van
technische werken, en vele soorten van beheer, o.a.
leidingenbeheer en eigendomsbeheer. Die kaartver
vaardiging gebeurde door allerlei diensten, vaak in de
sfeer van overheid en semi-overheid. Een goede coör
dinatie ontbrak echter.
Ik schat dat jaarlijks een bedrag van 300 miljoen
gulden (meestal overheidsgeld) wordt uitgegeven aan
grootschalige kaartvervaardiging en alleen al dit be
drag rechtvaardigt de pogingen tot een betere onder
linge afstemming van die activiteiten.
In 1975 is gekozen voor een technische oplossing, nl.
het vervaardigen van een gemeenschappelijke basis-
kaart, waaraan elke gebruiker zijn eigen informatie
kan toevoegen. Belangrijk hierbij is, dat de eigen ver
antwoordelijkheid voor de kaartvervaardiging in be
ginsel bij de verschillende diensten blijft berusten en
dat geen bureaucratische structuren ontstaan bij de
coördinatie. De vervaardiging van de GBKN is in be
ginsel kostendekkend en vindt op dit moment nog op
contractbasis plaats.
Voor de volledigheid wil ik tot slot een korte opsom
ming geven van een aantal kenmerken van de GBKN:
de GBKN is een raamkaart, d.w.z. het beeld wordt
begrensd door kaderlijnen, die goed aansluiten bij
het RD-systeem;
de grondslag is het belangrijke RD-coördinaten-
net;
de schalen zijn naar keuze: 1 2000, of 1 1000, of
1 500;
de inhoud wordt gevormd door de basistopogra-
fie, die voor de meeste gebruikers nodig is;
de vervaardiging van de GBKN wordt begeleid
door de CKR en de PKC's;
op 1 juli 1981 waren ruim 4000 kaarten gereed en
ruim 5000 kaarten in produktie. Dit komt ongeveer
overeen met 11% van de oppervlakte van Neder
land.
NGT GEODESIA 82