het Kadaster op als ingenieursbureau en niet als coör dinerende en standaardiserende Rijksoverheid. Bij de vaststelling van een uniforme GBKIM zou ik groot gewicht willen toekennen aan de kadastrale eisen. Voor een verantwoord gebruik van de GBKN voor kadastrale doeleinden geldt naar mijn mening als primaire eis dat de gebouwen volledig en goed zijn afgebeeld. Tot op zekere hoogte kan ik meegaan met de fase ringsgedachte van Koen, op grond van kostenover wegingen. Deze faseringsgedachte zal primair kunnen worden losgelaten op de inhoud. Men zou als voor lopige uitgave van de GBKN kunnen denken aan een huizenkaart of een straatwandenkaart. Deze fasering zal evenwel moeten leiden tot de uiteindelijke GBKN, die als standaard wordt gekozen. De faseringsgedachte is veel minder van toepassing op de kwaliteit van de GBKN. Als men begint met een GBKN van beperkte kwaliteit, waaraan de gebruikers hun eigen informatie toevoegen, dan zal ook deze toegevoegde informatie dezelfde beperkingen ken nen. Het is nauwelijks mogelijk de kwaliteit in een later stadium nog te verbeteren. Slechts door een complete kaartvernieuwing uit te voeren kan men deze beperkingen opheffen. Beter is dan ook de kwa liteit van de GBKN eenmalig vast te stellen, met voor al aandacht voor de afbeelding van de gebouwen. Daarbij moet uiteraard wel onderscheid worden ge maakt in landelijk gebied en bebouwd gebied. In de huidige situatie wordt de GBKN veelal vervaar digd op basis van een fotogrammetrische kaartering. Als minimumeis moet dan naar mijn mening gelden, dat de gebouwen in het terrein worden naverkend. Dan is de afbeelding van de gebouwen op de kaart tenminste in overeenstemming met de feitelijke situa tie, waarbij een gebouw in het terrein landmeetkundig wordt geïnterpreteerd met behulp van gevels en hoe ken van huizen en niet d.m.v. dakgoten. Ik ben zelfs geneigd om de gebouwen terrestrisch op te meten, waardoor vooral ook de relatieve ligging van de gebouwen goed kan worden bepaald. De wat hogere investeringskosten worden volgens mij ruim schoots gecompenseerd door de daarmee bereikte kwaliteit, die ook op de lange termijn aan vele eisen zal blijven voldoen. De discussies over de meest gewenste schaal voor de GBKN hebben in de praktijk geleid tot de situatie, dat van de tot dusver vervaardigde kaarten meer dan 90% wordt afgebeeld op 1 1000. Voor mij is dit aan leiding om te kiezen voor een vaste schaal van 1 1000 voor alle GBKN's. Uiteraard blijft de mogelijkheid van vergroting of verkleining bestaan voor die gebruikers die dat wensen. Ook kan men de opnameschaal van luchtfoto's blijven variëren. Belangrijk uniformerend element blijft echter voor mij de keuze van één schaal. Het kostenvraagstuk is in de afgelopen periode het meest in discussie geweest en met name de kosten verdeling. Toch is dit wat wonderlijk. De investe ringen van de gebruikers in de kaartvervaardiging zul len namelijk niet primair betrekking hebben op de aan schaf van de GBKN, maar veeleer in de daarna nood zakelijke conversie! Als men overtuigd is van het be lang en het nut van de GBKN, zal men niet te veel moeten beknibbelen op het vaak beperkte aandeel in de kosten I De GBKN is in beginsel kostendekkend, met dien ver stande dat het Kadaster op dit moment 50% van de bruto-vervaardigingskosten voor haar rekening neemt in verband met het belang van de GBKN voor het ver nieuwen en instandhouden van het eigen informatie systeem. De resterende 50% wordt voornamelijk ge dragen door de gemeenten en de nutssectoren. De vervaardiging gebeurt op basis van overeenkomsten, waarin het aandeel van de afnemer in de vervaardi- gingskosten wordt vastgelegd. Er vindt dus wel een financiering door de Rijksoverheid plaats, maar deze is projectgebonden. Er bestaat een algemene wens om de financiering door de Rijksoverheid los te koppelen van de projec ten. Ik denk dan ook dat een voorfinanciering door de Rijksoverheid voorwaarde is voor de totstandkoming van de GBKN. Daarbij wil ik opmerken, dat juist de economische recessie noopt tot samenwerking op het gebied van kaartvervaardiging! Een extra reden dus om daarvoor geld beschikbaar te stellen. Ook de werkgelegenheid in de particuliere sector van de land meetkundige ingenieursbureaus is daarbij gebaat. Het prijsbeleid kan dan worden losgekoppeld van de kostenbepaling per project. Een essentiële voorwaar de voor een goede marktbenadering, waarbij prijzen worden bepaald door meerdere factoren dan alleen de kosten. Op basis van een duidelijke tariefstelling, met hand having van het aandeel van het Kadaster, kan het profijtbeginsel worden toegepast. Heel belangrijk ove rigens is, dat een geïntegreerd prijsbeleid tot stand wordt gebracht voor de GBKN en de kadastrale kaart. Het thans geldende kadastrale recht voor een afdruk van de kadastrale kaart staat in geen verhouding tot de prijs van een GBKN-blad. Daardoor is het Kadaster zelf de grootste concurrent en prijsbederver op het gebied van de grootschalige kaartvervaardiging. Koen: Met dat laatste ben ik het volledig eens. Ik denk, dat in de faseringsgedachte goede aanknopingspunten zitten om naar een meer algemeen uitgiftebeleid te komen en daarmee ook naar een beter financierings beleid. Door de aandacht primair te richten op een zo eenvoudig mogelijke eerste fase, wordt de financie- ringsproblematiek verlicht. Wanneer je van een GBKN een haalbare kaart wilt maken, zul je de beschikbare middelen bij alle partici panten optimaal moeten benutten en dat geldt zeker in een tijd, waarin de budgetten onder druk staan. Door een stap terug te doen in de eerste fase creëer je tegelijkertijd ruimte om in een volgende fase in te spelen op de vaak pluriforme behoefte, waarbij ook via samenwerkingsvormen de vervaardiging en dus ook de financiering over meerdere overheidsdiensten kan worden gespreid. Vanzelfsprekend zal ook het prijsbeleid moeten wor den aangepast aan een eventuele fasering. Bij een grotere differentiatie van het produkt past een grotere differentiatie in de prijzen. Belangrijke factoren bij de beleidsvorming en financie ring van de GBKN zijn de betekenis, die de GBKN heeft voor de kadastrale kaartvervaardiging en de onderlinge afstemming van de kadastrale kaart en de GBKN. Steeds duidelijker wordt, dat de traditionele hermeting te kostbaar is. Er zal moeten worden ge- 12 NGT GEODESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 14