dit zelfs een plicht is voor de overheid, die voor een
goede rechtsbedeling moet zorgen. Immers artikel
3.1.2.6 verwerpt het beroep op de goede trouw bij
onbekendheid van een erfdienstbaarheid, als deze
ooit is ingeschreven. De raadpleging van de registers
moet dan wel zonder veel moeite kunnen geschieden
De voorbereiding van een transportakte zal thans niet
volledig zijn zonder onderzoek naar belemmeringen
van de privaatrechtelijke eigendom door administra
tiefrechtelijke wetten. Ik heb al enkele wetten ge
noemd, waarin is voorgeschreven dat een bepaalde
kwalificatie van een onroerend goed moet worden
aangetekend in het kadastrale systeem. Het is meestal
een vaststelling van een overheidsdienst, die aan be
paalde onroerende goederen belemmeringen oplegt
en die dan via een ambtelijk voorschrift moeten wor
den aangetekend bij de verschillende percelen. Voor
het Notariaat vergemakkelijkt dit uiteraard het onder
zoek naar deze administratiefrechtelijke beperkingen
van de eigendom.
De moeilijkheid is echter dat naast deze, volgens de
wetsvoorschriften aan te tekenen, beperkingen er nog
vele beperkingen of voordelen bestaan, die ook van
belang zijn bij het rechtsverkeer in het onroerend
goed. Deze zijn dan gebaseerd op ofwel wetten, of
wel verordeningen van lagere publiekrechtelijke licha
men.
Gemeentelijke verordeningen kunnen juist diep ingrij
pen in de gebruiksmogelijkheden van onroerend goed
en zijn voor het rechtsverkeer van onroerende goede
ren van essentieel belang.
Men moet weten, als men als bouwer zijn oog heeft
laten vallen op bepaalde percelen, wat over dit perceel
door de gemeentebesturen is bepaald. Ik denk aan
bestemmingsplannen, aan bouwverordeningen, aan
vaststelling van bepaalde terreinen als waterwingebie
den, aan milieuvoorschriften, aan voorschriften van
de Hinderwet, aan bebouwing binnen bepaalde af
stand van begraafplaatsen of van spoorwegen en ver
keerswegen, aan herbeplantingsplicht, aan gebieden
waar een woonvergunning nodig is, waar een split
singsverbod geldt, maar ook aan percelen waarvoor
een periodieke bouwpremie kan vervallen, waarvoor
eens een monumentensubsidie is gegeven. Maar ook
denk ik aan voordelige regelingen in het kader van de
Wet Investeringsregeling. Een van de inleiders noem
de het idee van een huuradministratie, vereist om
huurbescherming te kunnen genieten. Wij kunnen er
zeker van zijn dat er nog meer van dergelijke rege
lingen komen. Art. 33 van de Woningwet schrijft bij
het onbewoonbaarverklaren van een woning wel voor
een mededeling te doen uitgaan naar de ingeschreven
hypotheekhouder, maar geen attentiesein in de ka
dastrale registratie.
Dergelijke voorschriften zijn van belang of een onroe
rend goed voor een bepaalde koper interessant zal zijn
of niet. De notaris en ook de makelaar, die hierin zijn
cliënten goed wil adviseren, zal diverse deuren en
loketten moeten aflopen om een juist beeld te krijgen
van de mogelijkheden van bepaalde onroerende goe
deren. Ik verwijs naar de Commissie Administratief
Recht van de Broederschap die in haar rapport, op
genomen in WPNR 5411 (1977), alleen reeds 52 aan
dachtsvelden noemt voor een notaris die een trans
port voorbereidt. Naast deze, het object betreffende,
zal hij voor de beide subjecten nog vele registers
moeten nagaan, zoals het Huwelijksgoederen-, het
NGT GEODESIA 82
Handels-, het Verenigingen-, het Stichtingen- en het
Centraal Testamenten Register.
De vraag is, nu in het Kadaster toch allerlei gegevens
over de ruimtelijke ordening worden opgenomen, of
ook deze andere objectgegevens niet zouden kunnen
worden opgenomen. Met dit opnemen bedoel ik nu
niet een overschrijving in de registers, maar wel een
voorschrift voor de verschillende gemeentebesturen,
provinciale besturen, dan wel waterschappen dat, als
er bepaalde algemeen werkende voorschriften zou
den worden gegeven voor onroerende goederen,
deze worden medegedeeld en centraal geadmini
streerd op de bewaring. Niet alleen het Notariaat zal
daar zijn voordeel van hebben, maar ook allerlei
andere diensten, die zich bezighouden met landinrich
ting en ruimtelijke ordening.
Ik leg daarbij de nadruk op algemeen werkende voor
schriften. Het is niet zo dat bijzondere vergunningen,
die ten aanzien van een bepaald perceel zijn gegeven,
zouden moeten worden vermeld in de kadastrale
administratie. Wij kennen in de accijnswetgeving bij
voorbeeld een bepaling, dat bij een kredietbergplaats
voor wijn, door de Inspecteur der Invoerrechten en
Accijnzen een beschikking wordt gegeven ten aanzien
van een bepaald perceel; de kadastrale aanduiding
moest dan zelfs aan de buitenzijde van het perceel
worden aangegeven. Dit is gegrond op een overheids
besluit ten aanzien van het perceel, maar slechts ge
richt naar deze ene eigenaar, die dat ene gebruik van
dit onroerend goed wil maken. Deze beschikkingen
heb ik niet op het oog. Het gaat in mijn gedachten
juist om die bepalingen, waar iedere eigenaar van
onroerende goederen mee te maken zal hebben. Ook
persoonlijke rechten moeten uiteraard buiten het
systeem blijven. Vergelijk hiervoor lid 2 van artikel
3.1.2.2 (NBW).
Ik durf deze wens aan mijn verlanglijstje toe te voe
gen, omdat ik bij de technische verwerking van deze
gegevens meer mogelijkheden zie dan bij de vroegere
handmatige verwerking. De uitvoering van dit idee zal
een goed samenspel met zich meebrengen tussen de
verschillende overheidsorganen, die beslissingen in
deze zin kunnen nemen, en de kadastrale dienst. Het
is uiteraard niet beperkt tot alleen het vastleggen van
die besluiten, maar houdt ook het bijhouden van deze
gegevens in.
Reeds in 1973 heeft prof. De Haan in zijn praeadvies
voor de Nederlandse Juristen Vereniging voor de een
heid in de wetgeving gepleit. Bij de uitwerking zijn
dan twee methoden denkbaar:
1. alle gegevens worden in de data base te Heerlen
opgenomen of
2. een deel van de gegevens wordt in plaatselijke of
regionale bestanden opgenomen, welke bestan
den wel koppelbaar zijn aan de centrale te Heerlen.
Dit is te vergelijken met de GBKN, waaraan iedere
dienst of nutsbedrijf voor eigen toepassing iets
toevoegt.
Men zal mij tegenwerpen dat de kadastrale registratie
dan voor plaatselijke omstandigheden een grote werk
belasting zou krijgen, en opperen dat deze gegevens
ook op het gemeentehuis zijn te verkrijgen. Het gaat
er mij om een duidelijk ingangspunt te hebben. Dit
geldt niet alleen voor het Notariaat, maar ook voor
allerlei andere gebruikers. Het nut van AKR wordt dan
ook groter, omdat dwarsbanden kunnen worden
gelegd en ingedikte informatie kan worden verstrekt.
47