Examen voor landmeetkundig ambtenaar A
van het Kadaster 1981
1
Y v
Beschrijvende opgave Tijd:11/2uur
Maak een opstel over één van de volgende onderwerpen
1. De functie (maatschappelijke betekenis) van de kadastrale
grootte.
2. Landmeten in de ruilverkaveling.
3. Detailmeting: Systeem Detailmeting '76 of klassiek?
Landmeetkunde
Tijd: 3 uur
.t
én
//2Z
•Voosjhu/3
JoeTx-
Af
r, h/tsép-U+/S
v5
H
éi
"/i
'S ij-..
Veldwerk Veldhoven A 117.
FC 823 11707 11706
-0,60 TOL: 0,08
FC 823 11706 11705
-0,75 TOL: 0,08
7.80 BLZREG
10,50 BLZREG:
1/160 FL:
1/170 FL:
MEETLIJN
PUNTNR EPS.V.
11717 2,54
11714 0,18
11719 -2,95
VERWORPEN
BLZREG 1/240
EPS.L TOL.V TOL.L
5,80 0,04 0,04
-6,67 0,04 0,04
0,95 0,02 0,01
W.V
100,0
10,3
100,0
W.L
100,0
100,0*)
100,0
BLZREG 1/240 SCHAALFACTOR 1,143864 TOEGESTAAN TUS
SEN 0,998468 EN 1,001532
BLZREG 1/290 BEREKENING AFGEBROKEN I.V.M. EEN TE
GROTE SCHAALOVERSCHRIJDING. DE SCHAALFACTOR IS:
0,882437193237
FC 823 Toleransoverschrijding bij controlemaat.
Fig. 4. Signaallijst rekenprogramma.
pntnr. K
M
156 1
157 1
158 1
110600,60
110610,27
110870,50
Y
414512,27
414725,70
414570,22
Fig. 2. Coördinaten bestand gegeven punten.
BLZ REG CO
K
M
10
01
156
20
02
157
2,882
30
02
158
86,536
40
04
11702
1
388,941
40,50
50
04
11704
1
371,084
39,60
60
04
11705
1
359,372
29,36
70
04
11706
1
344,715
35,67
80
04
11707
1
332,793
32,26
90
04
11708
1
323,426
44,55
95
04
11710
1
357,260
12,70
100
04
11711
1
318,289
29,65
110
04
11715
1
300,725
20,20
120
04
11714
1
266,785
23,42
130
04
11717
1
221,469
27,20
140
04
11719
1
261,156
69,55
150
04
500001
1
319,316
37,59
160
40
11707
11706
7,80
170
40
11706
11705
10,50
180
40
11704
11705
12,00
190
40
11708
11707
13,50
200
30
11714
210
31
11713
1
19,50
220
31
11712
1
-20,00
230
31
11711
1
-11,20
240
10
11717
0
250
10
11714
11,75
260
10
11719
47,51
15,75
270
11
11718
1
56,70
280
20
500002
1
11712
11713
290
10
11710
0
300
10
500001
31,73
310
11
11709
1
59,10
500001 11710
Fig. 3. Metingenbestand.
Gevraagd:
a. Spoor de oorzaak op van de meldingen op de signaallijst.
Breng de eventuele verbeteringen aan op het ponsdocu
ment Metingen.
Voer de verdere codering op het ponsdocument Metingen
uit.
Beschrijf kort een meting met de theodoliet (2 richtingen in
4 series). Hoe bepaalt men de gemiddelde richting? Welke
foutenbronnen hebben op dit gemiddelde geen invloed? Welke
wel?
Construeer in de figuur het beeld B van het voorwerp V, welke
door de lens L wordt gevormd. Zijn het beeld B en de kruis
draden in deze figuur beiden tegelijkertijd scherp te zien? Geef
met een dikke lijn in de figuur de vizierlijn aan.
b.
c.
PNTNR.
KM X
Y
BLZ REGEL
11702
1 110593,60
414552,16
1 40
11704
1 110583,23
414547,85
1 50
11705
1 110583,11
414535,85
1 60
11706
1 110573,37
414535,31
1 70
11707
1 110572,53
414528,16
1 80
11708
1 110559,03
414528,30
1 90
11710
1 110592,70
414522,21
1 95
11711
1 110572,17
414520,67
1 100
11712
1 110560,97
414520,77
1 220
11713
1 110560,80
414500,77
1 210
11714
1 110580,30
414500,60
1 120
11715
1 110580,40
414512,50
1 110
11717
1 110591,60
414486,60
1 130
11718
1 110534,93
414488,46
1 270
11719
1 110543,60
414472,42
1 140
500001
1 110564,73
414523,50
1 150
500002
1 110560,99
414523,67
1 280
voorwerp
L
objectieflens
F en F'
brandpunten van L
snijpunt van de kruisdraden
Oc
oculair
Fig. 5. Coördinatenbestand berekende punten voor middeling.
4. Bij een theodoliet met optische centrering is het centreer-
kijkertje ontregeld. Wat houdt dit in? Hoe kan men zonder de
ontregeling op te heffen de theodoliet juist boven een punt op
stellen?
NGT GEODESIA 82
97