177 185 [14] 61 688 596 936 658 624 76 314 2 506 (in viervoud) f138 449 f301 868 Paul Gericke 1785- 1845 Uit het vorenstaande blijkt dat voor het Kadaster een man was aangetrokken met grote administratieve en organisatorische kwaliteiten. Tussen zijn benoeming en zijn ontslag per 1 februari 1834 verschenen de be kende 111 circulaires betreffende het Kadaster. Als men nog bedenkt, dat Gericke in 1831 een groot aan deel had in de totstandkoming van het Rijnvaartver drag van Mainz, zich na 1834 bezighield met het op perste burgerlijk bestuur van Limburg en uiteindelijk de eerste Gouverneur van Limburg werd, dan mag men wel spreken van een groot man, die het verdient dat zijn afbeelding in een landmeetkundig tijdschrift wordt opgenomen. Het toezicht op de landmetingen werd opgedragen aan hoofdingenieur J. A. Lipkens, voorheen IV te Luxem burg [12|. Lipkens was een man van verdienste, uit vinder van enige spiegelinstrumenten en stichter van de Academie te Delft, de latere Technische Hoge school. Of hij veel heeft bijgedragen aan het Neder landse Kadaster, betwijfel ik, want Venema schrijft in [9] „De Hoofdingenieur Lipkens poogde zelfs, om on kundigen bruikbaar werk te doen leveren, een nieuwe metingsmethode en wel de quarrémeting in te voe ren, wat geen resultaten gaf, omdat zij te omslachtig was en slechts in onbehuisde terreinen, die niet door bosschen waren bedekt, of met wateren waren door sneden, zuiver toegepast konde worden". Lipkens' kwaliteiten lagen klaarblijkelijk niet op landmeetkun dig terrein! De vermeerdering van het aantal landmeters beteken de een versnelling van de uitgaven van de schatkist. Daarom werd een extra krediet verleend van f 400.000, voor ieder van de eerstvolgende drie jaren, te begin nen met 1826. In werkelijkheid werden het er zes voordat het kadaster geheel gereed was. Maar in 1830 was de opstand in België uitgebroken en dat beteken de dat er veel landmeters als vrijwilligers in dienst gin gen, waardoor het werk een langzamer tempo kreeg. In Brabant noteerde ik de laatste metingen in 1830. Men kan stellen, dat in 1831 en 1832 de bijmetingen werden verwerkt en de schattingen werden gecom pleteerd. Op 1 oktober 1832 werd het kadaster in het gehele land ingevoerd; een groots werk was in betrekkelijk korte tijd tot stand gekomen en nogmaals, gelet op het doel en de toen beschikbare middelen, van goede kwaliteit. Uit een overzicht van de kosten voor de provincie Noord-Brabant in 1832 [13] blijkt: aantal gemeenten boven 5 000 zielen: 8 aantal gemeenten onder 5000 zielen aantal percelen gebouwd aantal percelen ongebouwd totaal aantal eigenaren aantal plans betaald aan de IV betaald aan de landmeters kosten van het technische gedeelte f440 317 De grootte van de provincie was 511 741 ha, zodat het technische gedeelte voor nog geen gulden per hectare was verricht, een bedrag dat met een huidige waarde van f75,— tot f 100,— overeenkomt. Neemt men de uitkomsten van de belastbare opbrengst vol gens het kadaster als maatstaf, dan betaalde Brabant vóór 1832 9,35% en na 1832 11,07%, wat dus een belastingverhoging betekende; beter gezegd: men had in het verleden te weinig betaald. In sommige an dere provincies was het andersom. Men ziet het staatje op p. 32 in [101. In een volgend artikel zal ik de geschiedenis tot 1844 vervolgen, maar dit verhaal zou niet compleet zijn, als ik u bijzonderheden onthield over de mensen die het meetwerk hebben verricht. Landmeters van het eerste uur Alleen de landmeters van de eerste klasse, die tussen 1818 en 1832 aan de totstandkoming van het kadaster hebben gewerkt, zijn vermeld. Adan, Henricus; geboren te Wouw 16 dec. 1800. Aan stelling 22 april 1829, voordien élève en landmeter tweede klasse. Overlijdt te Wouw 7 juni 1878. Telg uit de bekende landmetersfamilie Adan [15]. Borrenbergen, Marcus; geboren te Riethoven 23 okt. 1784. Aanstelling 8 maart 1826, voordien élève en landmeter tweede klasse. Geadmitteerd door het De partementaal Bestuur 14 nov. 1808 met dispensatie voor leeftijd. Was reeds eerder landmeter bij de ver ponding en het Franse kadaster. Hij was de zoon van A. Borrenbergen uit Riethoven, die eveneens landme ter was. Uit dezelfde familie stamt de latere landmeter van het kadaster Adriaan Borrenbergen te Eindhoven, die in dec. 1906 zijn 50-jarig ambtsjubileum vierde. Marcus overleed te Riethoven 17 maart 1848. 124 NGT GEODESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 10