De Landmeetkundige als Bibliothecaris door ing. J. H. ten Haken, bibliothecaris van het International Institute for Aerial Survey and Earth Sciences IITC) te Enschede. Algemeen Hoe komt iemand ertoe om als landmeetkundig HTS'er bibliothecaris te worden? Op het eerste gezicht zijn het nogal uiteenlopende beroepen en dit is daarom een voor de hand liggende vraag. Gaarne wil ik dan ook aan het verzoek van de redactie voldoen om uit een te zetten hoe een landmeetkundige in dit randge bied van zijn vak terecht kan komen. Dat landmeet kundigen in de wereld van computer, vastgoed e.d. werkzaam zijn, spreekt in het algemeen nog wel tot de verbeelding. Met een landmeetkundige als biblio thecaris schijnt men meer moeite te hebben. Hun aantal is dan ook inderdaad niet groot. Het navolgen de zal hopelijk een en ander verduidelijken. De bibliotheekwereld Laat ik beginnen met iets te zeggen over de wereld van bibliotheek, documentatie, informatie en litera tuuronderzoek. Om bij te blijven in zijn vak, en ook voor een doeltref fende en rationele aanpak van onderzoek, is het voor elke wetenschapper noodzakelijk om over informatie te beschikken. Er wordt vaak veel tijd en geld besteed aan onderzoek dat al eerder ergens geheel of ten dele is gedaan en waarvan de resultaten ook zijn ge publiceerd, maar waar de wetenschappelijk onder zoeker geen kennis van nam, voordat hij aan zijn taak begon. Alvorens te beginnen zou elke wetenschappe lijk onderzoeker aan de hand van vakliteratuur moe ten nagaan wat er alzo op zijn gebied is gedaan en tot hoever anderen reeds zijn gevorderd; in vakkringen wordt dit aangeduid als het doen van literatuuronder zoek. Gezien het enorme aantal publikaties dat in de loop der jaren op technisch en wetenschappelijk ge bied is verschenen, is dat geen eenvoudige zaak. In het algemeen zal hij zich dan ook eerst voor infor matie wenden tot de instituuts- c.q. bedrijfsbibliothe- caris. Deze zal hem kunnen vertellen welke ontslui tingsmiddelen ten dienste staan: catalogi, (cumula tieve) registers van tijdschriften, bibliografieën, refe raattijdschriften en eventueel computerbestanden. Ook zal hij wellicht kunnen aangeven of er andere wetenschappelijke instituten zijn, die weieens over dat onderwerp publiceren. Het spreekt dan ook van zelf, dat de bibliothecaris met de terminologie van het desbetreffende vakgebied op de hoogte dient te zijn en zich in de materie moet kunnen inleven. Als er naast de bibliotheek ook nog een literatuur onderzoeker of een afdeling literatuuronderzoek is, dan zal in de eerste plaats daarvan gebruik worden gemaakt. De literatuuronderzoeker analyseert de vraagstelling en gaat dan voor zijn opdrachtgever aan het werk. Hij is uiteraard volledig op de hoogte van de ontsluitingsmiddelen op het desbetreffende vakge bied en maakt zo nodig al in een vroeg stadium ge bruik van verwante bibliotheken. Hij beoordeelt de opgespoorde literatuur op relevantie en haalt er de es sentiële gegevens uit. Via verwijzingen kan hij weer op het spoor komen van andere publikaties over het zelfde onderwerp. Het uiteindelijke resultaat wordt aan de opdrachtgever aangeboden in de vorm van een rapport, het literatuurrapport. Om tijd te winnen kun nen ook de relevante publikaties zelf met een korte toelichting aan de opdrachtgever ter hand worden gesteld. Uit het voorgaande kan worden opgemaakt, dat voor een literatuuronderzoeker nóg nadrukkelijker bekend heid met het betrokken vakgebied is vereist dan voor een bibliothecaris. Het ligt dan ook voor de hand, dat er voor een dergelijke functie iemand uit de vakwereld wordt genomen, iemand die wordt geacht op basis van gelijkwaardigheid met zijn opdrachtgever om te kunnen gaan. Vaak ook zijn bibliothecaris en litera tuuronderzoeker één en dezelfde persoon; zulks af hankelijk van aard en grootte van de instelling en taak verdeling. Daar ik via het kanaal van het literatuur onderzoek in de bibliotheekwereld ben beland, zal ik een en ander vanuit die invalshoek benaderen. De overstap Wat was de beweegreden om op een gegeven ogen blik het praktische landmeten te verwisselen voor een bibliotheekfunctie? Allereerst omdat mijn studie in de landmeetkunde aan de HTS te Utrecht niet rechtstreeks aansloot aan de middelbare school. Toen ik eraan begon, had ik al enkele jaren een functie in het bedrijfsleven ver vuld en daarbij veel met internationale relaties te doen gehad. Ook ging mijn belangstelling aanmerkelijk ver der dan het landmeten in engere zin; in feite stelde ik belang in het hele spectrum van landmeten, kartogra- fie en geografie. Verder had ik door mijn internatio nale gerichtheid mijn talenkennis behoorlijk uitgediept. Het was dan ook niet toevallig, dat ik na het afstude ren terechtkwam in het buitenland (Zweden); aan vankelijk bij een particulier bedrijf, later bij een ge meente. Door een samenloop van omstandigheden werden de werkzaamheden aldaar steeds eenzijdiger van aard. Gezien mijn brede interesse schonk een en ander mij uiteindelijk weinig bevrediging. Toen ik dan ook de advertentie van het ITC las, waarin een documenta list/literatuuronderzoeker werd gevraagd, was ik er van overtuigd, dat ik in die functie volledig aan mijn NGT GEODESIA 82 127

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 13