trekken zou komen. In die advertentie werden een
aantal vereisten genoemd, waaraan ik m.i. precies
voldeed. Alleen een professionele opleiding tot litera
tuuronderzoeker ontbrak. De speciale kennis van één
ITC-vakgebied en globale kennis van de overige ITC-
vakgebieden, gecombineerd met algemene weten
schappelijke belangstelling en talenkennis, bleken
evenwel de doorslag te geven voor mijn aanstelling.
De opleiding
Voor literatuuronderzoekers bestaat de cursus GO-C.
GO is de afkorting van de Stichting Gemeenschappe
lijke Opleiding. Dit is een stichting die in het leven is
geroepen door een aantal organisaties in het biblio
theek- en documentatiewezen, met als doel opleidin
gen in deze vakgebieden te verzorgen; en dan met na
me voor diegenen die een dagtaak hebben en daar
naast in het bibliotheekvak moeten studeren. Zulks in
tegenstelling tot de bibliotheek- en documentatie-
academies, die een volledige dagopleiding verzorgen.
De GO geeft de volgende cursussen: GO-A voor be
ginners in het bibliotheekvak; GO-B voor bedrijfs-
archivaris; GO-C voor literatuuronderzoekers; GO-D
voor gevorderden in het bibliotheekvak (vereist voor
directeuren van bibliotheken).
Hier gaat het dus om de cursus GO-C. Om te worden
toegelaten is minimaal nodig een kandidaatsexamen
van een universiteit of een voltooide hogere beroeps
opleiding. Daarnaast is toelating ook mogelijk met een
MO-akte of een daaraan gelijkwaardige opleiding. Zo
als gezegd, wordt ervan uitgegaan, dat men met de
opdrachtgevers als gelijkwaardige vakgenoten over
hun taak en wensen kan spreken. Van de genoemde
cursussen is de C-cursus dan ook de enige, waaraan
een dergelijke toelatingseis van beroepsopleiding is
verbonden. De cursus wordt één keer per twee weken
gegeven gedurende een hele dag en in de tijd daar
tussen wordt een flinke portie zelfwerkzaamheid ge
vergd. De cursus duurt in totaal 15 maanden en wordt
afgesloten met een examen.
Uiteraard zijn niet alle deelnemers aan de cursus op
hetzelfde vakgebied werkzaam; hun enige overeen
komst is in feite, dat ze allen een soortgelijke taak heb
ben, elk op zijn eigen terrein. De lessen omvatten dan
ook een aantal vakken van algemene aard en één vak
speciaal gericht op het individuele vakgebied van de
cursist. Tot de vakken van algemene aard behoren:
titelbeschrijven, Universele Decimale Classificatie
(UDC), hanteren van catalogi, beoordelen van biblio
grafieën en referaattijdschriften, algemene biblio
theekkennis, auteursrecht, octrooien, goed taalge
bruik, het schrijven van een nota, excerperen, bron
nenkritiek, organiseren van de wetenschap e.d. Het
vak, gericht op het vakgebied van de cursist, is het
schrijven van een literatuurrapport. Daarbij gaat het
erom, aan de hand van een opgegeven onderwerp dat
op het eigen vakgebied ligt, relevante literatuur op te
sporen, deze door te lezen en de essentiële zaken be
treffende het onderwerp eruit te halen en in een rap
port te verwerken, met daaraan toegevoegd een lite
ratuurlijst. Tevens een gelegenheid om zich helemaal
uit te leven in de toepassing van een aantal vakken
van algemene aard: goed taalgebruik, hanteren van
bibliografieën, excerperen, contact zoeken met biblio
theken die op dat onderwerp zijn gespecialiseerd enz.
Juist dit vak maakt dan ook het kenmerkende verschil
met andere bibliotheekopleidingen uit. Kan men nog
enigszins oneerbiedig zeggen, dat de hiervoor
genoemde vakken van algemene aard nog "door
iedereen" zijn te leren, met het vak het schrijven van
een literatuurrapport is het zo, dat dit nadrukkelijk ver
band houdt met de richting en het niveau van de
vooropleiding. In totaal moet elke cursist er, met inbe
grip van het examenrapport, vier maken, waarbij de
eisen geleidelijk worden opgevoerd. Dat de examen
commissie het serieus opneemt, blijkt uit het feit, dat
er voor het examen literatuurrapport per cursist een
externe deskundige op het desbetreffende vakgebied
wordt aangetrokken om het rapport inhoudelijk te be
oordelen. Het onderwerp dat ik voor het examen
literatuurrapport kreeg opgedragen luidde: het gebruik
van orthofotokaarten
Uit de opgesomde vakken blijkt, dat er een nauwe re
latie bestaat tussen (wetenschappelijk) bibliothecaris
en literatuuronderzoeker. Bibliothecarissen krijgen
praktisch dezelfde algemene vakken als literatuur
onderzoekers. Overigens wordt aan de Universiteit
van Amsterdam een opleiding verzorgd tot weten
schappelijk bibliothecaris, waarvoor de toelatings
eisen overeenkomen met die voor de cursus litera
tuuronderzoek. Daar de Stichting GO in Den Haag
is gevestigd, worden de cursussen literatuuronder
zoek en wetenschappelijk bibliothecaris in beroeps
kringen ook wel aangeduid als resp. de „Haagse" en
de „Amsterdamse" opleiding.
De praktijk
Hoe voltrekt zich een en ander in de praktijk, met
name bij het ITC? De meeste lezers zullen wel op de
hoogte zijn van de activiteiten van het ITC als interna
tionaal opleidingsinstituut voor de luchtkaartering.
Aanvankelijk uitsluitend als zodanig begonnen, heeft
het zich echter geleidelijk aan ontwikkeld tot een in
stelling, die zich bezighoudt met alle aspecten van de
lucht- en satellietwaarneming. Ik noemde al de lucht
kaartering. Andere aspecten zijn luchtfoto-interpreta
tie en teledetectie. Voor teledetectie is ook de Engelse
term Remote Sensing in gebruik. De luchtfoto-inter
pretatie en teledetectie vinden belangrijke toepas
singsgebieden in geologie, geomorfologie, hydrologie,
vegetatie, land- en bosbouw, exploratie, planning,
landgebruik enz. Vandaar dat ook deze vakken deel
uitmaken van het ITC-pakket. Naast onderwijs, voor
namelijk aan studenten uit ontwikkelingslanden, ne
men ook consulting en research een belangrijke plaats
in. Ter ondersteuning van al deze activiteiten beschikt
het ITC over een bibliotheek. Deze bibliotheek is een
z.g. open bibliotheek, d.w.z. de bezoekers kunnen
zelf de gewenste literatuur van de plank nemen en de
ze bij de uitlening laten registreren. Dit zijn administra
tieve handelingen, waarbij de bibliothecaris zelf niet in
actie hoeft te komen.
Hierna volgt een beschouwing van de dienstverlening,
waarbij de bibliothecaris zelf wèl nauw is betrokken.
Zoals reeds genoemd, ben ik in de bibliotheekwereld
beland als literatuuronderzoeker, en als zodanig bij het
ITC begonnen. Door een interne reorganisatie enkele
jaren geleden zijn de functies van bibliothecaris en
literatuuronderzoeker bij het ITC thans in één persoon
verenigd i.e. schrijver dezes. Op zichzelf is dit geen
onlogische zaak, maar heeft wel tot gevolg, dat het
uitvoeren van literatuuronderzoek, op de wijze als
hiervoor beschreven, wat in de verdrukking is geraakt.
In goed overleg met de gebruikers valt echter vrijwel
128
NGT GEODESIA 82