stichting NGL
berichten
23 September 1982
Studiedag Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie.
Nadere aankondiging volgt in dit blad.
2, 3, 4 en 9,10,11 november 1982
Postacademische cursus „Teledetectie (Remote Sensingl in
landbouw en natuurbeheer" te Wageningen. Inlichtingen te
verkrijgen bij Stichting PAO-LHW (dr. ir. L. J. J. van der Kloes,
08370-84092) of bij de cursusleider (ir. H. J. Buiten 08370-
82901).
RAYONBIJEENKOMST NGL TE UTRECHT
Op dinsdag 11 mei 1982 organiseert de rayoncommissie Utrecht van
het NGL een bijeenkomst met als spreker de heer H. C. Pouls. On
derwerp: ,,Zin en onzin over het werk van de landmeter in het ver
leden". Plaats: kantine van de HTS, Vondellaan 2 te Utrecht. Aan
vangstijd: 19.30 uur.
De heer Pouls heeft naast zijn functie van adjunct-secretaris van de
Rijkscommissie voor Geodesie, tevens het beheer over een uitgebreid
historisch instrumentarium aan de TH Delft. In deze laatste hoeda
nigheid is hij bij de bestudering van de geschiedenis van het land
metersgereedschap interessante ontwikkelingen op het spoor ge
komen. Aan de hand van een diaserie vertelt hij over fantasie en
werkelijkheid in het landmetersvak. Om met zijn eigen woorden te
spreken. ,,ln de vele historische publikaties over oude kaarten, komt
het werk van de landmeter ter sprake. Vaak is de daarin verstrekte
informatie onjuist of onvolledig; ook worden dezelfde fantasie
verhalen steeds maar weer herhaald. Dit komt meestal doordat de
schrijver geen landmeetkundige kennis bezat. Met behulp van onze
hedendaagse kennis en een goed begrip van de destijds gebruikte
instrumenten en methoden kan heel wat weerlegd worden".
De rayoncommissie Utrecht van het NGL nodigt u voor deze bijeen
komst uit. Eerdere ervaringen met de heer Pouls verzekeren u van
een belangwekkende avond.
W. Bloksma
FIG CONGRESPRIJS 1983
Van het Bulgaarse FIG bureau ontvingen we de volgende oproep
om mee te dingen naar de FIG congresprijs 1983. Voor geïnteres
seerden is deze oproep hieronder onverkort overgenomen. Voor
deelname en nadere informatie dient u contact op te nemen met
het secretariaat van de NVG, p/a ir. L. A. Koen, Waltersingel 1
7314 NK Apeldoorn. Tel. 055-775123.
Ref: XVII Congress Prize, Sofia, 1983
At its Meeting, January 22 - 26 1983, Sofia, the FIG-Bureau has
adopted the following regulations:
Right of participation: All individual members of the national orga
nizations-members of FIG, who are under 35, as to 31.12.1982.
Prize-value: 2.000-sfr and return ticket to Sofia.
Topic: Scientific and technological aspects of automation in sur
veying.
Volume and language: 3000 - 5000 words in French, English or Ger
man, size A4, on one side of the sheet, 30 lines per page, 60 strokes
per line.
Final hand-in date 20.1.1983./ stamp of corresponding post office/.
The treatise should be accompagnied by a certification from the na
tional organization and a brief curriculum vitae.
The Congress Prize application has to be submitted to the FIG-
Bureau.
RUILVERKAVELING „GIETHOORN WANNEPERVEEN"
De ruilverkaveling „Giethoorn - Wanneperveen" is in 1978 in uit
voering genomen. Het plan van voorzieningen voor deze ruilverka
veling gaat ervan uit, dat de twee hoofddoelstellingen vanuit
landbouw en natuurbescherming in samenhang met elkaar worden
gerealiseerd. Het landbouwgebied omvat 2.600 ha en het natuur
gebied 2.400 ha.
Bij de voorbereiding van deze ruilverkaveling heeft de vaststelling
van de omgrenzing van het natuurgebied, ten opzichte van het land
bouwgebied en in verband daarmede de omvang van de nadelige
invloed van de verbetering van de waterbeheersing in het land
bouwgebied op de natuurwetenschappelijke waarden in het natuur
gebied, een belangrijke rol gespeeld.
Op grond van de in 1978 voorhanden zijnde gegevens heeft de
Landinrichtingsdienst berekend, dat die invloed beperkt van aard
zou zijn. In het rapport ex artikel 34 van de Ruilverkavelingswet, op
basis waarvan het College van Gedeputeerde Staten in 1978 de
stemming van deze ruilverkaveling heeft uitgeschreven, wordt uit
gegaan van een overeengekomen grens tussen het landbouwgebied
en het natuurgebied. Voorts is in dit rapport tot uitdrukking ge
bracht, dat uit nader onderzoek zou kunnen blijken, dat verlaging
van het waterpeil in de landbouwgebieden een nadeliger effect op
natuurwetenschappelijke waarden in het natuurgebied kan hebben
dan was voorzien. Indien dit het geval is, zullen binnen het laatst
genoemde gebied maatregelen worden genomen om dit nadelige
effect zoveel mogelijk te beperken.
Op basis van aanvullende gegevens en gebruik makend van een nieuw
ontwikkelde berekeningsmethodiek is uit nader onderzoek van deze
dienst gebleken, dat het nadelige effect belangrijk groter is dan
aanvankelijk berekend.
De plaatselijke commissie voor de ruilverkaveling had reeds in de
loop van 1981 het voornemen, conform het goedgekeurde plan van
voorzieningen, over te gaan tot aanbesteding van een waterlopen-
bestek met inbegrip van een waterloop aan de noordgrens van het
natuurgebied, die aan moet sluiten op een gemaal, dat reeds eerder
in het kader van de ruilverkaveling is gebouwd.
De directeur van de Landinrichtingsdienst heeft de goedkeuring
voor deze aanbesteding opgehouden om, in afwachting van het
resultaat van dit nader onderzoek en de doorrekening van daar
mede verband houdende technische alternatieven, de mogelijkheid
tot aanpassing van het plan van voorzieningen ter plaatse open te
houden. Op 20 november 1981 werd tussen een delegatie, bestaan
de uit enkele leden van de Centrale Cultuurtechnische Commissie
en de directeur van de Landinrichtingsdienst en de plaatselijke com
missie overeengekomen, dat de aanbesteding zou worden uitge
steld tot uiterlijk maart 1982 en geen planwijzigingen kunnen wor
den doorgevoerd anders dan in overeenstemming met de plaatselij
ke commissie.
Uit de doorrekening van de eerder genoemde alternatieven is geble
ken, dat vooralsnog in het natuurgebied geen technische maatre
gelen denkbaar zijn, die in voldoende mate duurzaam zullen leiden
tot compensatie van de nu voorziene negatieve effecten.
De enige mogelijkheid om tot compensatie te komen, is gelegen in
het scheppen van bufferzones langs de grens van het natuurgebied
en het landbouwgebied met handhaving van het huidige peil. Dit
komt neer op uitbreiding van het natuurgebied.
De delegatie heeft op 8 februari jl. aan de plaatselijke commissie
voorgesteld om „de pijn" tussen landbouw en natuurbescherming
te delen. In concreto stelde de delegatie aan de plaatselijke com
missie voor om akkoord te gaan met twee beperkte bufferstroken
aan de noordgrens van het reservaat met een gezamenlijke opper
vlakte van ca. 35 ha. Daardoor zal in het gedeelte van het reservaat,
dat de grootste negatieve invloed vanuit het landbouwgebied on
dervindt, een verbetering van betekenis optreden. De ligging van
deze beide bufferzones is zodanig, dat het waterlopenbestek zon
der verdere vertraging zou kunnen worden aanbesteed.
De plaatselijke commissie heeft zich met dit voorstel niet kunnen
verenigen. Zij is van mening, dat de vroeger gemaakte afspraken
omtrent de afbakening tussen natuur- en landbouwgebied onver
kort dienen te worden gehandhaafd, mede omdat de agrarische
behoefte aan grond op dit moment groter is dan eerder is aan
genomen.
De Centrale Cultuurtechnische Commissie heeft zich in haar verga
dering van 26 februari jl. over de gerezen problemen beraden. Zij
betreurt, dat er geen voor alle partijen aanvaardbare oplossing voor
de gerezen problemen is gevonden. Na een uitvoerige discussie is
zij tot de conclusie gekomen, dat de onderhavige aanbesteding niet
langer kan worden opgehouden. Daarbij heeft zij formele, juridi
sche en bestuurlijke overwegingen zwaar laten wegenDaarbij heeft
zij ook overwogen, dat in het onderhavige gebied ook op langere
termijn een goede verstandhouding tussen landbouw en natuurbe
scherming van grote betekenis is voor de behartiging van de weder
zijdse belangen.
Deze goede verstandhouding kan enerzijds alleen bereikt worden
door de aanbesteding niet langer op te schorten en anderzijds door
al wat redelijkerwijs mogelijk is te doen om de negatieve effecten
van de landbouwkundige ontwatering op het natuurgebied zo be
perkt mogelijk te houden. Met kracht zal daarom verder gezocht
138
NGT GEODESIA 82