pocJaal agpci Fig. 3. Situatie met Formele Tuin van 1695. lijke" aanleg. Het architectonische kader bleef behouden. Tijdens de Bataafse Republiek werd de gehele „stof fering" van deze formele tuin vernield. Alle kostbaar heden, ook de loden fonteinleidingen, werden open baar verkocht. Toen Lodewijk Napoleon in 1806 Het Loo weer voor bewoning geschikt wilde laten maken, werd aan vankelijk nog gedacht aan een „restauratie" van de 17e eeuwse tuin. Daar dit te omvangrijk bleek, ging men toch over op een eigentijdse, landschappelijke aanleg, waarvoor de terrassen en de muren werden geslecht en het terrein in de omgeving van het paleis werd geëgaliseerd tot het niveau vlak onder de begane grond van het Huis. Op de Benedentuin kwam hiertoe een zandpakket met een dikte van ca. 1 V2 m te liggen. Dit laatste maakte in de zeventiger jaren van de 20e eeuw, opgra vingen zinvol. Door de aanwezige fundamenten blijkt een zuivere correctie mogelijk op de beschikbare 18e eeuwse plattegronden. Aan de hand van de vele in het werk aanwezig zijnde fragmenten kunnen exacte herstellingen worden gemaakt van trappen, taluds enz. De gehele lusthof Het Loo was in de 17e eeuw zeker acht maal zo groot als de hier genoemde ommuurde siertuin in de onmiddellijke nabijheid van het gebouw (zie figuur 4). Aan weerskanten waren kleinere tuinen en verder diverse „sterrebossen", waterpartijen, bouwland enz. k. Fig. 4. Symmetrie en geometrie in turn en park. Opmeting 1760. 104 NGT GEODESIA82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 14