Landmeetkundige werkzaamheden ten behoeve
van het restauratieplan
door P. J. Ashouwer, T. Nooteboom en L. L. W. van
der Ploeg, Landmeetkundige Afdeling van Gemeente
werken Apeldoorn.
In oktober 1978 werd door de Rijksgebouwendienst
aan de Landmeetkundige Afdeling van Gemeentewer
ken Apeldoorn opgedragen het oorspronkelijke assen
stelsel te reconstrueren voor het restauratieplan van
de formele tuin en zo mogelijk nog niet opgegraven
funderingen op te sporen en kaartmateriaal in de
schaal 1 500 te vervaardigen van de opgravingen, de
aanwezige houtopstand en de hoogteligging.
In juni 1979 kreeg de Landmeetkundige Afdeling het
verzoek van de restauratie-architect, een methode aan
te geven voor het zo efficiënt mogelijk uitzetten van
de „ingewikkelde" figuren van de parterres de brode
rie. De ontwikkelde methode werd in toepassing ge
bracht bij de aanleg van de proefparterre en bleek
goed te voldoen.
Reconstructie assenstelsel
Voor de reconstructie van het oorspronkelijke assen
stelsel (zie figuur 5) werd in het terrein allereerst het
midden van de voor- en achterzijde van de bestaande
paleisbebouwing bepaald door het uitzetten van de
punten X, Y en Z. Deze punten bleken nauwkeurig op
een rechte lijn te liggen. Vervolgens werd deze lijn
met behulp van een theodoliet doorgezicht in de
Beneden- en Boventuin. De uitgezette lijn bleek met
een maximale afwijking van slechts 2 cm door het hart
van de ontgraven bassins van de Venusfontein en de
Koningsfontein te lopen. Om deze reden is deze lijn
als hoofdas gehandhaafd.
Bij het uitzetten van de dwarsas in de Benedentuin,
loodrecht op de hoofdas, kwam naar voren, dat ook
deze as zeer nauwkeurig door het hart van de ontgra
ven bassins van Galatea, Narcissus, de Venusfontein
en de aardbolfontein liep. De hoofdas is vastgelegd in
de meetkundige grondslag van het stelsel van de
Rijksdriehoeksmeting; het berekende azimuth ligt
slechts 0,5° westelijk van het geografische noorden.
Waarschijnlijk is er destijds een oriëntering gedaan op
de Poolster.
Uit de verrichtte metingen kan de conclusie worden
getrokken dat, ondanks de gebrekkige hulpmiddelen
van ca. 300 jaar geleden, het bepalen van de zuid
noord richting van het paleis en de tuin en het haaks
en symmetrisch uitzetten, met de nodige precisie
hebben plaatsgevonden.
De hoofdas is met behulp van een tachymeter met
elektronische afstandmeting verzekerd door systeem-
KONINGSFONTEIN
ENUSFONTEIN
Fig. 5. Paleis Het Loo en de ingemeten fundering in de Boven- en
Benedentuin.
lijnen en meetpunten (zie de letters A t.m. K), die
tijdens de gehele aanleg van de tuin kunnen worden
gebruikt.
Opgraving funderingen in de Boventuin
De situatietekening van het restauratieplan werd op
de schaal 1 400 samengesteld met behulp van o.a.
oude tekeningen van Van Staden 1730), Van
Berken 1760) en Schonck 1781Bij de ontgra
vingen werden de walmuren van twee kanalen bij de
dwarslaan grotendeels volledig gaaf, met afgewerkte
rollagen, teruggevonden (zie figuur 6).
Uit de inmeting van deze kanalen kwam eerst naar
voren, dat het noordelijke kanaal niet loodrecht op de
hoofdas was aangelegd. De afstand tussen de assen
van de kanalen wordt van west naar oost 8 voet (ca.
2,50 m) kleiner. Verondersteld was, dat de kanalen
evenwijdig liepen.
Het opsporen van de funderingen van de muren
van de Boventuin gaf nogal wat problemen. Op
de punten, die aan de hand van de gemaakte si
tuatietekening op de schaal 1 400 waren uitgezet,
werd geen fundering gevonden. Bekend was, dat de
NGT GEODESIA 82
165