Ax E (I) met covariantiematrix C (I) Q1( Oi( 2 Q1( 2 ®1, 2 ^2, 1 ^2 ^2, 2 D,,kQk,i °2, kQk,2 ®i, k ^1, k ®2, k Qi, k ak Qk, k waarin öj2 de variantiecomponenten aanduidt en Oy de covariantiecomponenten. De matrices Qjy worden be kend ondersteld. De schatting van variantiecomponen ten gaat terug op Helmert [1924, p. 358], terwijl de schat ting van variantie- en covariantiecomponenten voor ge odetische doeleinden kort geleden is voorgesteld door Grafarend, Schaffrin [1979] en Koch [1981]. Een van de belangrijkste toepassingen voor geodeti sche netwerken is de schatting van de verhouding van varianties voor verschillende soorten waarnemingen, zoals hoeken en afstanden. Een ander voorbeeld is de schatting van de verhouding van varianties voor waar nemingen van dezelfde soort, die verschillende varian ties in verschillende delen van het netwerk hebben. Grafarend [1981] heeft een uitstekend overzichtsartikel over dit schattingsprobleem geschreven, waarin hij ver klaart: „Ongetwijfeld is de simultane schatting van de onbekende parameters en de variantie- en covariantie componenten het idee van de toekomst". Verder onder zoek naar de betrouwbaarheid van deze schattingen is nodig, omdat de gevoeligheid voor onontdekte (grove) fouten nog niet is onderzocht. 6. Tweede-orde ontwerp of gewichtsoptimalisering Het ontwerpen van een geodetisch netwerk, dat aan een gegeven stel criteria (specificaties) moet voldoen, kan aanleiding geven tot drie verschillende soorten van ont werpproblemen [Grafarend, 1979]. In het eerste-orde ontwerpprobleem is de nagestreefde covariantiematrix van de coördinaten (de criteriumma- trix) bekend, evenals de covariantiematrix van de waar nemingen. Het probleem is, te bepalen welke meetkun dige combinaties van waarnemingen (ontwerpmatrix) de oplossing van het probleem zullen leveren: dit is de optimalisering van de configuratie van het netwerk. Het derde-orde ontwerpprobleem is de optimale ver dichting of verbetering van een bestaand netwerk. Dit komt vooral voor bij de verdichting van netwerken in zwakke netgedeelten door punten en waarnemingen toe te voegen. Een mengeling van eerste- en derde-orde ontwerp wordt in Nederland toegepast, nl. het ontwer pen van verdichtingsnetwerken, die door successieve lijk verbeteren en analyseren worden geoptimaliseerd naar precisie en betrouwbaarheid. Het tweede-orde ontwerp van netwerken betekent het bepalen van een optimaal schema voor de uitvoering van de metingen. De ontwerpmatrix, d.w.z. de configu ratie van het net, is gegeven, evenals de criteriumma- trix. Men tracht nu de covariantiematrix van de waarnemin gen zo te kiezen, dat de covariantiematrix der coördina ten gelijk wordt aan de criteriummatrix. In netwerken voor speciale doeleinden wordt meestal een scalaire doelfunctie geminimaliseerd (of gemaximaliseerd) [Wolf, 1968; Grafarend, 1979], In Nederland heeft het tweede-orde ontwerpprobleem, terecht of ten onrechte, weinig aandacht gekregen. Het is ook bekend onder de naam van gewichtsoptimalise ring. Bij de rekenwijzen voor de oplossing van dit pro bleem wordt er meestal van uitgegaan dat alle waarne mingen onderling niet correleren. De fundamentele on derstelling is, dat het gemiddelde van metingen van dezelfde grootheid een variantie heeft die n maal zo klein is als de variantie van een enkele meting. Men moet geen onbeperkt vertrouwen hebben in deze ver kleining van de variantie. In het geval van een groot aantal herhalingsmetingen is het zeer waarschijnlijk, dat de fysische omstandigheden (instrumenten, atmosfeer) voor een sterke correlatie tussen de waarnemingen zorgen. Daarom zouden de herhalingsmetingen als sterk correlerend moeten wor den aangenomen. De verkleining van de variantie, omgekeerd evenredig aan het aantal herhalingen, wordt gewoonlijk te opti mistisch aangenomen. De toepassing van de maximum- likelihood schattingsmethode bij herhaalde afstandme tingen heeft variaties aangetoond, die niet mogen wor den verwaarloosd [Sjöberg, 1980], Indien men toch correlatievrijheid aanneemt, moet on der herhalingsmetingen worden verstaan „eerlijke" herhaling, d.w.z. telkens met een nieuwe opstelling van instrumenten en signalen op verschillende dagen en onder verschillende omstandigheden. Aan deze kwestie is zeer weinig aandacht besteed [Alberda, 1980]. Door de kosten van metingen in een model te beschrij ven als functie van het aantal herhalingen, kan het vraagstuk van de gewichtsoptimalisering worden om gezet in een vraagstuk van kostenoptimalisering [W. Augath in Pelzer, 1980 en Grafarend, 1979]. De betrouwbaarheid van een netwerk is vaak belangrij ker dan de precisie. Betrouwbaarheidscriteria hebben tot dusver nauwelijks aandacht gekregen bij de oplos sing van het probleem van de gewichtsoptimalisering. Een opmerkelijk feit is, dat de keuze van een geschikte criteriummatrix op het ogenblik een van de centrale problemen is bij het tweede-orde ontwerp. Omdat de criteriummatrix dezelfde rang moet hebben als de ont werpmatrix, lijkt men nu het belang van de S-transfor- maties ten volle te onderkennen. Ten aanzien van de optimalisering van geodetische net werken zijn er nog veel onopgeloste problemen. Vanuit een wiskundig gezichtspunt is het tweede-orde ontwerp een boeiend probleem, maar gezien vanuit de praktijk kan men een groot vraagteken zetten bij het koppelen van de oplossingen met daadwerkelijke waarnemings procedures. Ik vrees dat de moeilijkheden van het twee de-orde ontwerp te eenzijdig vanuit de wiskundige hoek worden bekeken. Het is te hopen dat het onderzoek betreffende de opti malisering van netwerken oplossingen levert, die vroeg of laat in de geodetische praktijk kunnen worden ge bruikt. Daarbij lijkt het onvermijdelijk dat een koppeling met de besliskunde wordt gelegd, als de betrouwbaar heid van het netwerk eveneens in aanmerking wordt genomen. 7. Slotopmerkingen Tot dusver is er weinig of geen aandacht besteed aan de problemen die samenhangen met de berekening van driedimensionele netwerken of netwerken berekend op een referentie-ellipsoïde. Ellipsoïdische berekeningen, de vereffening van ellip- soïdische netwerken en de theorie van de kaartprojec ties worden door veel geodeten beschouwd als het eigenlijke domein van de mathematische geodesie. Het doel is de berekening van coördinaten, d.w.z. men heeft 202 NGT GEODESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 16