1 Tachymetrie bij de Grontmij*) door J. Erkelens, stafmedewerker bij de afdeling Landmeetkunde van de Grontmij te Zeist, met a/s speciale taak de automatisering van landmeetkundige werkzaamheden. SUMMARY Tacheometry by the Grontmij A brief description is given how, since 1974, tacheometric measurements are coded and processed using a Harris Computer and a Calcomp drumplotter. The coding is based on a line numbering system. Since 1981 the „Grontmij" uses the GEOS tacheometric-system of Zeiss, which is based on a point numbering system. The complete procedure from measurement to map and digital data base is described. Opname- en uitwerkingsapparatuur Voor de opname beschikt de afdeling Landmeetkunde bij de Grontmij over een Zeiss Reg Elta 14, een Elta 2 en een aantal theodoliet-Eldi-combinaties. Tachymetrische opnamen worden hoofdzakelijk uitge voerd met de Elta 2. De mogelijkheid om via een pons document meetgegevens automatisch te verwerken, die zijn verzameld met de Eldi en theodoliet, wordt heel weinig gebruikt. Voor de uitwerking van tachymetrische opnamen be schikt de afdeling Landmeetkunde over twee systemen. Het oudste systeem is in samenwerking met de compu terafdeling van het bedrijf ontwikkeld bij de introductie van de Reg Elta, omstreeks 1974. Dit systeem is geba seerd op een veldwerkloze opname. Het tweede systeem is het GEOS-systeem dat recentelijk is ontwikkeld door Zeiss-Oberkochen. Dit systeem gaat ervan uit dat in het veld een schets wordt gemaakt, waarop de genummerde detailpunten zijn aangegeven. Het GEOS-systeem zal de hoofdmoot van deze inleiding vormen, maar om beide systemen met elkaar te kunnen vergelijken, zal ook bij een stukje geschiedenis en een korte beschrijving van het Grontmij-systeem worden stil gestaan. Geschiedenis van de tachymetrie bij de Grontmij Ver voor de Reg Elta als automatische tachymeter zijn in trede deed, werd bij Grontmij tachymetrie reeds veel vuldig als vorm van detailmeting toegepast. Als instru menten werden daarbij o.a. de Redta en de K1-RA gebruikt. Het probleem deed zich daarbij voor, dat het maken van de veldschets meer tijd kostte dan het aanmeten van de terreinpunten en daarmee de produktie van de meet- ploegen bepaalde. Regelmatig werden er in die periode dan ook voorstellen gedaan om tot een eenvoudiger vorm van het noteren van de meetresultaten te komen. Geen van deze voorstellen is echter veelvuldig toe gepast. Een keerpunt was het in gebruik nemen van de Reg Elta. Het maken van een veldwerk zou, nu de punten nog sneller konden worden aangemeten, een nog grotere be lasting van de meetploeg gaan vormen. En dit terwijl die meetploeg door de bijzondere apparatuur toch al een stuk duurder was geworden. Zo werd in die periode een codesysteem voor de Reg Elta ontwikkeld, gebaseerd op lijnnummering. Hierbij bleef het maken van een veldwerk achterwege en werd de mogelijkheid gecreëerd voor een automatische ver werking. 1 2 3 l 4 5 617 L8 J91 io 11 J12 5 Mannr Ordernr subnr L Prisma hgte Datum band Algemene gegevens 3 Standpl Instr hoogte X X horiz rp op instr hoogte ks1, ks2 2 Testmetingen horiz rp onder hellingshk ks2.ks1 vertikaal richt pt ks 1. ks2 1 1 1 Richt ptnr 8 - - - 9 - - - Oriëntering Hulppunt hoogtemeting Tussen oriëntering 1 3 4 I 5 617 18 19 110 11112 9 - J H 0 0 5 2 T Sloot 3 L Huis 6 7 Lijn vl 7 8 af wijk prisma nr 8 7 9 Correctie i punt lijn 8 o boom x- hg 9 lantpl +- rast 0 palen 1 U rput hs aondergr -Lijn nr Extra afstand Los punt Begin lijn Einde kring Boog Exc pt ~~t~- Volgendpt\ ü-t~ Vorig pt Lijnnr *1 iVolgendpt\ l vorig pt zelfde ''Jnnr Tussenpt nr volgend pt a - Tussenpt nr vorig pt Dwarsprofiel Hoogte punt Correctie vorig record Vorig record vervalt Herhaling Betekenis in overleg vast te stellen symbool 3 X L O 5 X 6 Y Inleiding op 8 juni 1982 te Utrecht gehouden, tijdens de door het NGL georganiseerde studiedag „Tachymetrie". Fig. 1. Uittreksel van de bij de Grontmij toegepaste codering. Het codesysteem Figuur 1 is een uittreksel van de toegepaste coderingen, het is het „spiekbriefje" van de ploegchef. In de bovenste helft is aangegeven hoe de algemene gegevens en de grondslagmetingen worden gecodeerd. De onder ste helft heeft betrekking op detailpunten en correcties. Alle punten, die met elkaar moeten worden verbonden, krijgen in dit systeem hetzelfde lijnnummer; een los punt krijgt een lijnnummer „00". Hoewel het systeem de mogelijkheid biedt tot het geven van 99 verschillende lijnnummers, worden er zelden meer dan tien tegelijk ge bruikt, omdat het lijnnummer na het gereedkomen van een bepaalde lijn weer beschikbaar is voor een volgende lijn. Een zuiver tachymetrische opname komt zelden voor, vaak zal men terreinobjecten met de meetband bij- meten. De hiervoor beschikbare constructies worden aangegeven met de cijfers 1 t/m 7 op de tweede code positie. De ingebouwde correctiemogelijkheden hebben alleen betrekking op de laatst uitgevoerde metingen. In het kleine vak rechts zijn vijf mogelijkheden aan gegeven om lijn- en puntsymbolen te coderen. Hoewel de codering complex lijkt, is gebleken dat het toepassen ervan snel is te leren. 256 NGT GEODESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 10