digen. Ook deze tekencodes worden in het veld toege
voegd. Op het eerste gezicht lijkt dat vrij moeilijk, maar
het blijkt dat de buitenmensen deze codes toch vrij
gemakkelijk kunnen verwerken. Van de 99 beschikbare
tekencodes gebruikt de Geo Meetdienst er ongeveer 55.
Code 0 betekent dat de rekenaar achter de computer de
juiste signatuur vanaf het veldwerk moet bijvoegen. Dit
kan natuurlijk ook achteraf door de tekenaar gebeuren,
die de tekening opwerkt.
De codes 1 t/m 29 zijn altijd codes voor lijnverbindingen,
al of niet met onderbrekingen, zoals 2 stippellijn grof;
3 stippellijn fijn; 4 rasterlijn enz.
Boven de 10 zit er weer een regelmaat in: 1 getrokken
lijn; 11 getrokken lijn met eindstreepje; 12 stippel
lijn grof met eindstreepje enz.
De lijncoderingen stoppen bij 21de signaturen beginnen
bij 30, waarin ook weer een zekere logische opbouw is
te zien.
Ik wil met u eerst de positieve kanten benaderen bij deze
opnamemethode, daarna de negatieve kanten.
Voordelen van deze opnamemethode:
1De beoordeling van de punten gebeurt door de men
sen in het veld, waardoor interpretatiefouten worden
voorkomen.
2. De opnamemeetploeg krijgt grotere verantwoordelijk
heid, die de hele meetploeg aangaat. Dit komt de
motivatie van de betrokkenen ten goede.
3. Dure computertijd behoeft niet te worden gebruikt
voor de bijcoderingen.
4. Eentonigheid in het werk voor de operator binnen
wordt voorkomen.
5. De gegevens van de buitendienst kunnen recht
streeks (of via intypen of via inleesapparatuur) in de
computer worden ingebracht en verwerkt.
Nadelen van deze opnamemethode:
1Speciaal voor de niet-zelfregistrerende tachymeters
geldt, dat meer tijd per punt moet worden gebruikt
voor de notatie; zowel voor de zelfregistrerende als
ook voor de niet-zelfregistrerende tachymeters moet
een onderling intensief contact in de meetploeg zijn.
2. In de meetploeg zijn hoger gekwalificeerde mensen
nodig. Vergeet dus de toegevoegde plantsoenarbei
der maar. Het is echter de vraag of dit een nadeel kan
worden genoemd.
De verwerkingsapparatuur
Een belangrijk punt bij de tachymetrie is de verwerking
van de gegevens. We kunnen rustig stellen dat, wil men
de tachymetrische opname volledig tot zijn recht laten
komen, het bijzonder belangrijk is dat de verwerking
daarop volledig is aangepast.
Het is niet per se voor iedereen noodzakelijk om bij het
aanschaffen van een tachymeter ook verwerkingsappa
ratuur te kopen. De particuliere landmeetkundige bu
reaus zullen ook daarin graag willen helpen.
Over het algemeen zal zo'n bureau u vragen om de op
name via de door haar ontwikkelde opnamemethode uit
te voeren, omdat het dan het gemakkelijkst te verwerken
is. Zoals gebruikelijk echter, zal ook bij andere opname
methodes allicht een aanpassing worden gevonden.
NGT GEODESIA 82
De Geo Meetdienst heeft voor de verwerking van de
gegevens de beschikking over: 2 DCS computers, elk
van 64k; 2 Tektronix beeldschermcomputers (4054 64k
en 4051 32k); 2 computer-bestuurde tekentafels
(1 DCS voor het formaat AO, 1 Tektronix voor het for
maat A3); 1 digitaliseertafel (formaat AO); 1 hardcopy-
machine, om de beelden van de Tektronix over te
brengen op papier; 1 DAC 100 voor het overbrengen van
de gegevens in het geheugen van de zelfregistrerende
tachymeter op cassettes.
Omdat het werken met kleinere eenheden overzichtelij
ker is, en over het algemeen tegelijkertijd veel meer
bewerkingen kunnen worden gedaan, koos de Geo
Meetdienst voor de volgende vier computers:
een DCS-computer voor het besturen van de teken
tafel;
een aparte computer voor de invoer van gegevens;
een aan een beeldscherm gekoppelde computer voor
het berekenen en het corrigeren van meetgegevens;
verder een afzonderlijke computer die de gegevens
van de digitaliseertafel verwerkt.
Dit geheel aan binnendienstapparatuur wordt bewerkt
door drie operators, één programmeur en zo nu en dan
een typiste.
Omdat met de tachymeters nogal eens wordt gewerkt
voor opdrachtgevers, die zelf de beschikking hebben
over uitwerkingsapparatuur, en ook omdat (bij uitzet
tingen en traceringen) in mindere mate gegevens bin
nenkomen, kunnen momenteel de in behandeling zijnde
projecten op redelijk korte termijn worden verwerkt.
De verwerking
De buitendienstgegevens komen m.b.v. de volgende
media bij de binnendienst:
a. een veldwerk met puntnummering;
b. een formulier met opnamegegevens of bij de RegEI-
ta's een ponsband en bij de Elta's 2 en 20 geheugen-
bloes.
De verwerking is dan als volgt:
Het programma „invoer meetgegevens" wordt in de
computer ingevoerd. Dit programma regelt de invoer en
bijv. de spaties, de kolomindeling e.d. Dat betekent dat
de typiste alleen de getallen, voorkomende op de formu
lieren, behoeft in te typen.
Uiteraard geldt dit ook als de gegevens via de ponsband-
lezer of via de DAC 100 worden ingevoerd. Op deze in
voer meetgegevens wordt, direct na de invoer, met het
zelfde programma een systeemcontrole toegepast; dat
betekent dat foutieve intypingen en foutieve coderingen
apart worden vermeld en kunnen worden hersteld.
Na de invoer van het rekenprogramma vindt de bereke
ning plaats van de punten in coördinaten. Het reken
programma wordt ingevoerd in de computer, samen met
de coördinaten van de punten, die bekend zijn in het
stelsel van de Rijksdriehoeksmeting. Deze grondslag-
punten waren al apart berekend, en met behulp van het
rekenprogramma worden hierna alle punten in coördina
ten berekend. Hierbij zijn enkele controles in het pro
gramma ingebouwd, zoals bijv. de keuzemogelijkheid uit
verschillende afsluitrichtingen, de controle van de rond-
metingen van huizen, controlemetingen van de met de
meetband extra gemeten maten, enz.
Via het beeldscherm en/of een uitlijsting worden de be
rekende &x en öy waarden zichtbaar gemaakt. Zijn deze
265