h /- 7- 7- 7- 7- 7- /-- C A den de punten interactief verbonden, waarbij de veld werken als gids dienen. Ter vereenvoudiging van deze puntverbinding wordt laag voor laag afgewerkt. Boven dien zijn de nog in te voeren symbolen laaggebonden, d.w.z. dat zij nooit op een verkeerde laag kunnen worden geplaatst. De nog op het veldwerk voorkomende meetcijfers (bijv. blokmaten rond een gebouw) worden geconstrueerd en/of gecontroleerd met behulp van de user commands. Deze user commands zijn o.a. de programma's voor de bepaling van een controlemaat, een afstand tussen twee punten, het snijpunt van bogen, rechthoekige polygoon, enz. De hierboven genoemde methodiek is gebaseerd op het z.g. ,,puntenveld"-systeem. In sommige gevallen is het echter voordeliger of gewenst om in het terrein lijncodes mee te geven, waardoor direct op het beeldscherm een lijnenbeeld ontstaat. In beide gevallen worden daarna met het systeem kaders, titelhoeken en de overige se mantische informatie, als straatnamen, huisnummers e.d. geplaatst. De laagopbouw, d.w.z. dat de informatie als overlays worden opgeslagen, wordt gelijktijdig gedaan. Eveneens worden lijncodes (LC), lijndiktes (WT) en patterning- codes (AP) aangegeven. De lijncodes bepalen de lijn- soort (getrokken lijn, streep lijn, stip lijn enz.); de lijn diktes, de te gebruiken pendikte en de patterningcode de speciale lijnsignaturen, zoals die worden gebruikt voor rasters, hagen, muren, enz. Dit alles overeenkomstig een van te voren vastgestelde legenda, waarvan u in figuur 8 een gedeelte van de Legenda Kaart ziet. LEGEND OBJECTSVMBOOL OBJECT LV WT LC FT CEL AP CULTUUR- BOOMGROEPGRENS 57(60)8(3)0 NIET TE IDENTIFICEREN LIJN 20 5 1 LIJN ONZEKER IN PLAATSBEPALING 3 MUUR 0.1M MUUR 0.1M SLOOTKANT HARTLIJN SPOOR WEGBELIJNING OVERIGE LIJNEN GREPPEL GLOOIING TALUD OVERSTEEKPLAATS TROTTOIRKOLK STRAATKOLK INSPECTIEPUT LICHTMAST LICHTMAST AAN GEVEL 30 0 0 30 0 0 24 0 0 20 20 20 24 21 21 40 0 40 0 53(51)0 52 0 VERKEERSLICHT OF SEINPAAL 51 0 0 H.S.MAST MET DRAADRICHTING 22 0 0 BOOM 57(60)8(3) 0 BOMENRIJ 57(60)8(3)0 056 025 025 070 073 071 051 047 052 089 060 BOOMKRUIN MIDDEN BOOMKRUIN 60 Via het programma hoogtelijnen is het ook mogelijk uit de gegevens voor de Z-waarde de hoogtelijnen automa tisch te laten aanbrengen (zie figuur 9). '05 104.5 - Fig. 9. Voorbeeld van een puntenplot met hoogtelijnen. Het nu ontstane DTM (digitaal terreinmodel) kan gra fisch in iedere gewenste inhoudsvorm en schaal worden uitgetekend (zie figuur 10). Daartoe wordt een profiel aangemaakt voor de te gebruiken automatische teken tafel (plotter). Afhankelijk van snelheid, nauwkeurigheid DIGITAAL GRAFISCH BESTAND DE GEGEVENS ZIJN OPGESLAGEN IN LAGEN MAX 63 OVERLAYS PER FILE TOPO wegen 1 gebouwen 2 scheidingen 3 THEMA'S grenzen 15 bomen 20 leidingen 30 verkeer 35 PLANNEN rioleringsplan 40 meuwbouwplan 50 AAN GRAFISCHE OBJECTEN y r.F HF 1 ATFF RD ADMINISTRATIEF BESTAND 4096 SOORTEN INFORMATIE Bv, woningen, percelen. kruispunten, kabels etc 1 mil OBJECTEN PER SOORT KENMERKEN PER OBJECT BV BIJWONINGEN e adres I e eigenaar 1 e aantal verdiepingen 1 e oppervlakte 1 e aantal bewoners l e etc SELECTEREN EN COMBINEREN SELECTEREN PER SOORI I OP WOORD BETEKENIS EN GEJAL WAARDE Fig. 8. Gedeelte van een kaartlegenda. 270 Fig. 10. Opbouw van een digitaal terreinmodel. en gevraagd tekenformaat, kan dit zijn een drumplotter, een beldbedplotter of een flatbedplotter, terwijl een keuze kan worden gemaakt omtrent tekeningdrager en uitvoering in balpen, in inkt of als gravure. Een voorbeeld van een dergelijke tekening is weergegeven in figuur 11 NGT GEODESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 24