Data Base Updating by Digital
Monoplotting by prof. dr. B. Makaroviö, ITC, Enschede.
zou niet volledig zijn, indien geen melding werd gemaakt
van het overlijden in maart 1977 van prof. Schermer-
horn, de pionier en stuwende kracht in de ontwikkeling
van de fotogrammetrie in Nederland.
In het artikel ,,25 Jaren Luchtkaartering in Nederland",
dat hij in 1957 schreef, liet hij duidelijk uitkomen dat een
van zijn idealen was, door samenwerking van de foto-
grammetrische organisaties in Nederland in een of ande
re gestructureerde vorm, de positie van de fotogramme
trie te versterken. De laatste alinea van genoemd artikel
luidt:
Ik moge daarom dit overzicht besluiten met in dank
baarheid te constateren, dat weliswaar de organisatori
sche vormen, waarvan hierboven sprake was, niet zijn
gerealiseerd, doch dat de geografische coördinatie van
een gerestaureerd Geodetisch Instituut van de Techni
sche Hogeschool als nationaal centrum, het ITC als in
ternationale school, KLM Aerocarto als nationaal en in
ternationaal produktiebedrijf en de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat als veruit de belangrijkste foto-
grammetrische overheidsinstelling, in de afgelopen 25
jaar thans gezamenlijk een krachtcentrum vormen, waar
in mensen op harmonische wijze samenwerken en dat
een grote belofte inhoudt voor de ontwikkeling van de
luchtkaartering in ons land voor de komende 25 jaar".
Uit het voor u liggende historische overzicht van die 25
jaar kan men de gevolgtrekking maken dat, wat de ont
wikkeling betreft, de belofte is ingelost. Merkwaardig is
dat, mede als gevolg daarvan, de geografische concen
tratie wel moest worden verstoord. De groei van het ITC
had als direct gevolg dat KLM Aerocarto Delft moest
verlaten en zich in Den Haag vestigde. De afdeling Geo
desie van de THD verhuisde naar de periferie van Delft,
en het ITC vertrok naar Enschede. Voeg daarbij dat de
Fotogrammetrische Dienst van het Kadaster van Den
Haag naar Apeldoorn vertrok, en dat over enige tijd de
Topografische Dienst van Delft naar Emmen zal verhui
zen, en men kan niet anders constateren dan dat de con
centratie in zijn tegendeel is veranderd, en dat bijna van
een maximum aan decentralisatie sprake is. Dit zal nog
toenemen wanneer de tendens doorzet, dat meerdere
particuliere bedrijven zich daadwerkelijk met fotogram
metrie gaan bezighouden.
Daartegenover kan men stellen dat de noodzaak voor de
nauwe samenwerking aanzienlijk is verminderd, daar bij
de betrokken diensten de fotogrammetrie zich een vaste
plaats heeft veroverd, waarbij een zekere divergentie van
methoden, afhankelijk van de doelstellingen, onvermij
delijk was en is.
Bovendien zijn met de spreiding de contacten niet ver
broken. Zij bestaan nog steeds, zowel in officiële als in
niet-officiële vorm.
Wel wil ik stellen dat onder deze omstandigheden de
Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie, meer dan
in het verleden, zich bewust moet zijn van haar functie
als ontmoetingspunt voor leden uit de onderscheiden
diensten. Het in de vorm van lezingen en bezoeken uit
wisselen van denkbeelden en ervaringen behoort hiertoe
en dit te meer daar in verenigingsverband ook anderen
dan de hoofden van diensten of afdelingen elkaar
kunnen ontmoeten.
Met veel genoegen kan ik dan ook constateren dat de
nog steeds actieve en bloeiende vereniging de belofte
inhoudt, dat zij deze taak in de komende 25 jaar met
succes zal kunnen vervullen.
SAMENVATTING
Actualisering van gegevens door middel van het systeem „Digital Monoplotting IDMPI"
In grote lijnen wordt beschreven welke betekenis het „digitaal monoplotting systeem (DMP)" heeft
voor het bijwerken van bestaande kaartseries en voor de overgang van het werken met grafische
bestanden naar het werken met digitale bestanden. Er worden overeenkomsten aangegeven tussen
het bijwerken van een kaart en de voorbewerking van gegevens voor een oorspronkelijke kaartering,
en tussen het bijwerken van kaarten en thematische kaartering. Analoge en digitale procedures voor
bijwerking en de corresponderende „data flows" worden beschreven. De semantische en geo
metrische gegevens en handelingen worden onderscheiden. Er wordt ook een onderscheid gemaakt
tussen de basisgegevens en gegevens voor de procesbesturing. Tevens wordt een overzicht gegeven
van factoren betreffende veranderingen in het terrein, diverse informatiebronnen en de middelen en
technieken voor het waarnemen van veranderingen. Ook wordt aandacht besteed aan de geometri
sche relatie tussen foto- en terreinmodel waarbij met hoogteverschillen rekening wordt gehouden.
Ten slotte volgt een overzicht van de operationele kenmerken van DMP en een opsomming van
eigenschappen die invloed hebben op technische beslissingen en de organisatie van het werk. DMP
is een aanvulling op fotogrammetrische stereo-plotting; het heeft mogelijkheden die voldoen aan de
eisen die worden gesteld aan moderne informatiebestanden.
SUMMARY
Data Base Updating by Digital Monoplotting
The potential impact of the digital mono-plotting (DMP) system on updating existing map series and
on transition from graphical to digital data bases is outlined. Analogies are pointed out between up
dating and data pre-editing of original mapping, and furthermore between updating and thematic
mapping. Analogue and digital procedures for updating are defined and the data flows discussed.
Attention is focussed on preparation, mensuration, and transformation stages. A distinction is made
between the „semantic" and the „geometric" data and operations, and further between the „basic"
and the „process-control" data. A review is given of the issues concerning changes in terrain, of the
different data sources, and of the means and techniques for change perception. Attention is also
given to the transformation of the new locational data from photo- to model space with the inclusion
of differential heights. Finally, the operational characteristics of DMP are reviewed, and the proper
ties affecting technical decisions and work management are summarised. DMP is a supplement of
photogrammetric stereoplotting; its potentials tend to meet the requirements for an up-to-date data
base.
294
NGT GEODESIA 82