Kartografie vanuit de lucht; de luchtfoto als informatiebron voor de topografische kaarten door ir. J. A. van der Linden, Topografische Dienst te Delft. SUMMARY Cartography from the air; aerial photographs a source for topographic mapping of the Netherlands Since 1932 the official Dutch topographic maps, produced by the Topographic Service (TDN), have been based on photogrammetry. Even earlier than this aerial photography was used but only to expe dite terrain reconnaissance. The methods applied by the TDN differ from most other government map producing agencies. In particular there has been a consistent use of single plate photogrammetry applying direct scribing of the photographic imagery itself. The keywords are: aerial triangulation, block adjustment, orthophoto production, direct scribing. Because of the increasing need for digital topographic data digital mapping is to be introduced gradaulally. 1. Inleiding De oprichting van de Nederlandse Vereniging voor Foto- grammetrie valt samen met de invoering van de foto- grammetrie als grondslag voor de Nederlandse topogra fische kaarten, welke bij de vorming van de tegenwoor dige Topografische Dienst (TDN) op 4 januari 1932 haar beslag kreeg. De herdenking van deze gebeurtenissen vormt meer dan voldoende aanleiding tot het voorliggen de artikel, waarin een overzicht wordt gegeven van de ontwikkelingen in de fotogrammetrische technieken, welke bij de vervaardiging van de topografische kaarten gedurende de afgelopen vijftig jaar zijn toegepast. Het artikel is tevens een poging tot partiële aanvulling van de wat lacuneuze geschiedschrijving van de Neder landse fotogrammetrie. 2. Kaartenmaken vóór 1932 Tot het jaar 1932 was de samenstelling van de Neder landse topografische kaarten over twee afzonderlijke diensten verdeeld, nl. de Militaire Verkenningen, opge richt in 1815 en belast met de terreinopname, en de Topographische Inrichting, een midden-negentiende- eeuwse afsplitsing van de Militaire Verkenningen, waar de kaarten werden gereproduceerd. a. De stand van zaken rond het jaar 1920 Als grondslag voor de kaartvervaardiging diende de ka dastrale kaart, welke door de Militaire Verkenningen werd „gereduceerd" verkleind) tot 1 25 000. Deze verkleinde kaartfragmenten werden binnen de bladbe grenzing van de topografische kaart 1 25 000 aan elkaar geplakt. Door het niet beschikbaar zijn van voldoende in de Bonne-projectie bekende coördinaten op de kadaster bladen, ontstonden bij de reductie aan de grenzen van secties flinke tegenspraken. Op de verkleinde en gemon teerde kaarten, de kaartminuten, werd door de verken ner in het terrein de topografie aangebracht, waarbij dan tevens de tegenstrijdigheden moesten worden „glad gestreken". De op deze wijze vervaardigde kaarten zagen er welis waar fraai uit, maar de meetkundige nauwkeurigheid liet hier en daar nogal te wensen over. Dit kwam op pijnlijke wijze aan het licht door de vergelijking die Van Riei maakte tussen een aantal identieke punten op de topo grafische kaart 1 50 000 en op de kaarten van de gloed nieuwe hermeting Dieren, waarbij hij voor de punten van de kaart 1 50 000 een standaardafwijking van 1 mm (74 meter) vond. Ook was er in en na de Eerste Wereldoorlog een grote achterstand ontstaan in de bijwerking van kaarten. Daar kwam nog bij dat de samenwerking tussen de twee kaartproducerende diensten veel te wensen overliet. Zo kwam het voor, dat bij de Topographische Inrichting door de Militaire Verkenningen nieuw verkende bladen soms jaren in de kast bleven liggen. Ook werden de inge leverde herzieningen bij de Inrichting nu en dan op eigen houtje gewijzigd. De situatie van de Nederlandse topo grafische kaartering omstreeks het jaar 1920 kan dan ook gevoeglijk als slecht worden gekarakteriseerd. De zich steeds duidelijker manifesterende onvolkomen heden en wrijvingen zijn aanleiding geworden tot twee onderzoeken, één op het gebied van de organisatie, het andere betreffende de toepassingsmogelijkheden van de fotogrammetrie door de Triangulatie Commissie. De resultaten van de beide commissies hebben te zamen geleid tot een volledig nieuwe opzet van de kaartering, waarvan de realisering in 1932 is begonnen. De belang rijkste wijzigingen welke toen werden doorgevoerd, zijn: De samenvoeging van de Militaire Verkenningen en de Topographische Inrichting tot één civiele dienst, de Topografische Dienst, gevestigd in Den Haag. De overgang naar de stereografische projectie en wij ziging van de bladindeling van de kaart 1 25 000. Invoering van de fotogrammetrie als grondslag voor de kaartproduktie in plaats van de kadastrale kaart. Wijziging van de reproduktiemethode. De totstandkoming van deze vernieuwingen is in belang rijke mate te danken aan de Militaire Verkenningen, waar men al jaren voorstander was van de uiteindelijk in 1932 ingevoerde veranderingen. Op de proeven van de Triangulatie Commissie, die van doorslaggevende invloed zijn geweest bij de beslissing tot invoering van de fotogrammetrie, wordt verderop nog ingegaan. Daaraan voorafgaande is het echter nuttig te memoreren dat, lang voor de werkelijke invoe ring van de fotogrammetrie in 1932, de luchtfoto bij de terreinverkenningen al in gebruik was, zij het slechts als arbeidsbesparend hulpmiddel bij het terreinwerk. b. De vroegste toepassing; strokenfoto's In 1918 ontstonden de eerste plannen om luchtfotografie in te schakelen bij de terreinverkenning. De militaire 300 NGT GEODESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 18