Fotogrammetrie en de studie voor
geodetisch ingenieur
door prof. dr. ir. G. H. Ligterink, hoogleraar aan de Afdeling der Geodesie van de TH
Delft.
SUMMARY
Photogrammetry and the training of geodetic engineer
First the curriculum of the Department of Geodesy of the University of Technology in Delft is
exposed. The curriculum continuously changes by several circumstances.
In more details the curriculum of photogrammetry is discussed, including the subjects, the excercises
and the efforts in time. In addition the relations to other fields of geodesy are briefly mentioned.
1. Inleiding
De Afdeling der Geodesie is de enige wetenschappelijke
onderwijsinstelling in Nederland, die het gehele gebied
van de geodesie bestrijkt en als zodanig een unieke afde
ling, waar de opleiding voor geodetisch ingenieur plaats
vindt. Het is één van de dertien (tussen)afdelingen van
de Technische Hogeschool Delft met 10 400 inge
schreven studenten; ongeveer 190 studenten zijn inge
schreven bij deze afdeling.
De studie voor geodetisch ingenieur kenmerkt zich door
het gevarieerde karakter van de te bestuderen vakken:
enerzijds mathematisch-fysisch en anderzijds juridisch-
administratief; dus een breed interdisciplinair gebied.
Momenteel is de opleiding nog een 5-jarige studie; een
brede basisstudie van 3 jaar, die voor alle studenten ge
lijk is, en een gedifferentieerde eindstudie van 2 jaar.
Alvorens in te gaan op het studieprogramma voor geo
detisch ingenieur en de plaats van fotogrammetrie hier
in, zullen eerst recente ontwikkelingen aan de orde
worden gesteld. De opleiding is de laatste jaren om ver
schillende redenen ter discussie geweest, zowel inhou
delijk als programmatisch.
De belangrijkste aspecten die momenteel het studie
programma beïnvloeden zijn:
de opleiding beter te richten op de veranderde maat
schappelijke taken; in het bijzonder de toenemende
activiteiten in de richting van de planologische admi
nistratieve geodesie, maar ook nieuwe perspectieven
op het gebied van zeegeodesie met navigatietechnie-
ken en automatisering; maatschappelijke taken die
nen immers hun weerspiegeling te vinden in de op
leiding;
de technisch-wetenschappelijke ontwikkeling; het
vakkenpakket wordt mede bepaald door deze ont
wikkeling en op grond hiervan wordt een keuze ge
maakt tussen de vakken in de basisstudie, die voor
alle studenten gelijk is en de vakken in de eindstudie
met beperkte keuzevrijheid voor de studenten in de
afstudeerfase;
de toevloed van studenten in de afdeling is de laatste
jaren sterk toegenomen; men is van mening dat dit
een gunstige ontwikkeling is, die tegemoetkomt aan
maatschappelijke behoeften; gezien de sterke naijling
is het echter niet eenvoudig een goed evenwicht te
vinden tussen vraag en aanbod;
de invoering van de Wet Twee-fasenstructuur we
tenschappelijk onderwijs; het belangrijkste kenmerk
hiervan is, dat de studie zal worden verdeeld in twee
fasen; een eerste fase, afgesloten met een doctoraal-
(ir)examen, heeft slechts een cursusduur van 4 jaar
en een maximale studieduur is 6 jaar en een tweede,
postdoctorale fase, met een cursusduur van maxi
maal 2 jaar; deze fase is slechts toegankelijk voor een
beperkt aantal studenten, die de eerste fase met vol
doende succes hebben afgesloten.
Vanzelfsprekend houden een aantal van bovengenoem
de aspecten nauw verband met elkaar. Zo sluit de ver
breding van het werkterrein goed aan bij de toenemende
toevloed van studenten.
Een verbreding van het vakgebied en de verkorting van
de studieduur door invoering van de Wet Twee-fasen
structuur zijn daarentegen strijdig met elkaar. Gemakke
lijk kan een dergelijke ontwikkeling ertoe leiden om een
splitsing in de studie aan te brengen, met als gevolg twee
richtingen in de studie voor geodetisch ingenieur met
verschillende diploma's. Deze mogelijkheid is uitgebreid
ter discussie geweest, maar de Raad van de Afdeling
heeft een uitbouw naar twee richtingen afgewezen.
De opleiding is en blijft dus voorlopig zo geprogram
meerd dat, onafhankelijk van de inhoud van de eind
studie, een afgestudeerde zelfstandig kan werken op elk
gebied van de geodesie. Eén diploma voor zo'n breed
vakgebied, enerzijds fysisch-mathematisch en anderzijds
planologisch-administratief, is kenmerkend voor de geo
detische opleiding. De kracht van de geodetisch inge
nieur ligt juist in de combinatie van zo'n uiteenlopend
vakkenpakket; dit is uniek voor een ingenieursopleiding.
De basisstudie, die gemeenschappelijk is voor alle geo
deten, is daardoor breed van opzet en waarborgt het
eigen karakter van de opleiding. De (korte) eindstudie,
die gedifferentieerd is, geeft de mogelijkheid tot verdie
ping van de stof.
Voordat wordt ingegaan op de plaats die fotogrammetrie
in deze gehele opleiding inneemt, volgt een overzicht
van het studieprogramma.
2. Het studieprogramma
Door de invoering van de Wet Twee-fasenstructuur per
1 september 1982 zal het studieprogramma voor diege
nen die dan de studie aanvangen, als volgt zijn verdeeld:
Eerste fase
Een cursusduur van 4 jaar, bestaande uit een brede ge
meenschappelijke basisstudie van 2 14 jaar, gevolgd door
een gedifferentieerde eindstudie van 114 jaar; de maxi
male studieduur voor de eerste fase is 6 jaar; heeft
iemand met goed gevolg de eerste fase doorlopen, dan
is hij of zij volwaardig geodetisch ingenieur en wordt
hem of haar het diploma uitgereikt.
Tweede fase
Een cursusduur van 1 a 2 jaar, die slechts toegankelijk is
voor een beperkt aantal studenten die met goed gevolg
de eerste fase hebben doorlopen (20 a 30%?).
320
NGT GEODESIA 82