nogal veel analoge onderwerpen aan de orde. De meer analytische onderwerpen zijn naar het tweede gedeelte in het derde jaar verschoven, gezien de nodige voor kennis met betrekking tot wiskunde en waarnemings rekening. Bij deze stof behoren een aantal praktische oefeningen. Momenteel zijn o.a. de volgende oefeningen in het pro gramma opgenomen: parallaxmetingen en puntsoverdracht; camerakalibrering; ontschranken; relatief en absoluut oriënteren; testen van instrumenten; digitaal en analoog kaarteren. De belangrijkste argumenten voor dit practicum zijn: ten eerste het inzicht in de stof te vergroten en ten tweede het bestuderen van de collegestof te vergemakkelijken. Het samenstellen van een goed practicum, waaronder het maken van de oefeningen en het schrijven van de in structies, is bijzonder belangrijk omdat practica in het algemeen tijdrovend zijn. Bij de oefeningen ligt het ac cent vooral op het ,,hoe" en „waarom", meer dan op het „kunnen". Het einde van het tweede jaar wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Het cijfer hiervoor, samen met de beoordeling van de practica, bepalen het eindcijfer. Het college „Fotogrammetrie II" in het derde jaar heeft als belangrijkste onderwerpen: triangulaties; overzicht en onafhankelijke modellen- methode; analytische fotogrammetrie; blokvereffening; overzicht, onafhankelijke modellen- methode en praktische voorbeelden; Remote Sensing; inleiding. Bij dit derdejaarscollege behoort eveneens een niet on belangrijk practicum; de belangrijkste oefeningen zijn: onafhankelijke modellentriangulatie, meten en be rekenen; oefening stralenbundelmethode; vervaardigen orthofoto's. Ook aan het einde van dit jaar wordt de collegestof schriftelijk geëxamineerd en het resultaat hiervan, ge voegd bij de beoordeling van het practicum, bepaalt het eindcijfer. Voor het bestuderen van de stof, voor zowel het eerste, tweede als derde jaar, zijn collegedictaten en practicum handleidingen beschikbaar. De noodzakelijke aanvullin gen hierop worden tijdens het college, respectievelijk de practicummiddagen, gegeven. Het goed ingerichte foto- grammetrische laboratorium is hierbij onmisbaar. Een gedeelte van het fotogrammetrische laboratorium van de Afdeling der Geodesie. 322 Van de belangrijkste veranderingen in de laatste jaren zijn de volgende te noemen. Er wordt gestreefd naar integratie met andere geodeti sche vakken. Fotogrammetrie is een niet opzichzelf staande meet- en rekenmethode om afmeting en ligging van objecten op het aardoppervlak te bepalen. Foto grammetrie wordt veel in combinatie met andere metho den gebruikt. In de studie komt dit o.a. tot uiting bij geïn tegreerde geodetische vakken in de basisstudie; zie tabel 1. Voorbeelden zijn: zomerkamp met paspuntsbepaling voor fotogram metrische blokken; integraal practicum met als onderdeel digitale foto grammetrische kaarteringen, aangevuld met terres- trische metingen en administratieve gegevens. Een tweede verandering in de collegestof is, dat minder aandacht wordt besteed aan analoge uitwerkingsinstru menten en dat hiervoor in de plaats analytische metho den en geautomatiseerde systemen komen. Dit is gezien de ontwikkeling in de fotogrammetrie ook niet zo ver wonderlijk. Het verkrijgen van inzicht in het verwerken van fotogrammetrische bestanden wordt steeds belang rijker. Een derde punt dat hier dient te worden vermeld, is de Remote Sensing. In de basisstudie wordt, zoals reeds genoemd, een begin gemaakt met dit onderwerp, met een algemene inleiding betreffende de onderscheiden opnametechnieken en met de verschillen ten opzichte van luchtopnamen met een meetcamera. De eindstudie van de eerste fase, cursusduur 1 Vi jaar, is nog slechts in hoofdlijnen voorbereid, omdat deze ook pas begint ongeveer in het midden van de cursus 1984-1985. Tabel 3 geeft een globale indeling van de voorlopige plannen en een vergelijking met het huidige programma van de eindstudie, dat 2 jaar bedraagt; de studielast is respectievelijk 2600 en 3400 uren. Tot de „keuze geodetische vakken" behoren o.a. de vakken: Fotogrammetrie III; Remote Sensing en foto-interpretatie. De inhoud van „Fotogrammetrie III" is afhankelijk van recente belangrijke artikelen in binnen- en buitenlandse tijdschriften of congrespublikaties. De onderwerpen hebben betrekking op nieuwe ontwikkelingen in de foto grammetrie. De gekozen literatuur wordt na bestudering besproken tijdens werkcolleges. Het college „Remote Sensing en foto-interpretatie" is eveneens een werkcollege, waar recente literatuur wordt besproken met onderwerpen, die betrekking hebben op de moderne luchtopnametechnieken, Remote Sensing, en de toepassingen hiervan. Beide genoemde colleges hebben elk een studielast van 100 uren en worden af gesloten met een schriftelijk tentamen. Voor afstuderen in de fotogrammetrie zijn beide ge noemde vakken verplicht. Het overige pakket keuzevak ken in de eindstudie wordt bepaald door het afstudeer onderwerp van de scriptie en wellicht nog meer door de voorkeur van de betrokken student zelf. Genoemd kun nen worden onderwerpen uit de numerieke analyse of statistiek, maar ook onderwerpen als landschapskunde, cultuurtechniek, bedrijfskunde of onderwerpen uit de in formatietheorie zijn passende voorbeelden. De begeleiding van de studenten bij hun afstuderen is zeer verschillend. Naast de afstudeerdocent, die hierbij NGT GE0DESIA 82

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 40