Verticaalfotografie met
35 en 70 mm camera's;
een uitdaging voor
„doe-het-zelvers"
steeds is betrokken, kan als begeleider optreden:
één van de eigen stafleden;
stafleden uit een andere vakgroep; ook van vak
groepen buiten de afdeling; voorbeelden hiervan zijn
de vakgroep informatietheorie van de Afdeling der
Elektrotechniek en de vakgroep Bedrijfsleer van de
Afdeling der Algemene Wetenschappen;
als derde mogelijkheid is het afstuderen in de
praktijk, d.w.z. met een begeleider van buiten de TH
en op een onderwerp vanuit de praktijk. Een recent
voorbeeld hiervan is de samenwerking met de Meet
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat.
Als voorbeeld van afstudeeronderwerpen kunnen wor
den genoemd:
digitale landschappen (januari 1979);
het classificeren van Landsat-beelden met spectrale
en texturele kenmerken (november 1980);
beginselen van mono- en stereo-radar (november
1981);
kosten en planning in de fotogrammetrie (november
1981);
fotogrammetrische strandprofielmetingen bij de
Rijkswaterstaat (juni 1982);
een analyse van de stralenbundelmethode (juni
1982);
geometrie van radarbeelden (nog in bewerking).
opleiding is technisch-mathematisch. Deze opleiding is
gericht op het gehele gebied van de geodesie, inclusief
de mathematisch-technische aspecten van de planolo-
gisch-administratieve geodesie. Een opleiding voor we
tenschappelijk onderzoeker lijkt hiervoor het meest ge
schikt.
Verder zijn er voorstellen om samen met de afdelingen
Civiele Techniek en Bouwkunde te komen tot een oplei
ding in de tweede fase voor technische planologie. In
deze opleiding zal veel aandacht worden besteed aan de
ontwerpmethodologie, de bestuurlijke aspecten en
bestuurlijke informatiesystemen.
Of er ook nog een beroepsgerichte tweede fase moet
komen voor kadaster en grondgebruik is mede afhanke
lijk van het verdere overleg met de praktijk.
In het algemeen dient nog te worden opgemerkt dat een
studieprogramma niet star is voor een aantal jaren; elk
jaar zijn er kleine wijzigingen en van tijd tot tijd komen er
extra impulsen, zoals nu o.a. door de Wet Twee-fasen-
structuur. Voor fotogrammetrie zijn de veranderingen
niet ingrijpend, maar het is van het grootste belang om
nieuwe ontwikkelingen in theorie en praktijk nauwgezet
te volgen en zo mogelijk hierop te anticiperen.
4. Slotopmerking
Over de tweede fase in de opleiding, die pas in septem
ber 1986 van start zal gaan, zijn inmiddels veel ideeën
ontwikkeld, maar het is nu nog te vroeg om hiervoor in
details uit te weiden.
Er is inmiddels wel voorgesteld een onderzoeksgerichte
tweede fase-opleiding in te stellen. De voorgestelde
Literatuur:
Ontwikkelingsplan 1982-1987 van de Afdeling der Geodesie van
de Technische Hogeschool Delft.
Papieren patroon; basisstudie 1918-1982.
Papieren patroon; eindstudie 1982.
TH Delft, Gids 1981-1982.
Lustrumboek Snellius 1975-1980.
door Jan Hein Loedeman, Bosbouw en Cultuurtechni
sche SchoolLandbouwhogeschool en John Stuiver,
Landbouwhogeschool, Vakgroep Landmeetkunde.
SUMMARY
Vertical airphotography with 35 mm and 70 mm camera's
(A challenge to ,,do-it-your-self")
Airphotography forms a tool; not an end in its self. So special appli
cations need their own approach. Unfortunately there is little diver
sification in commercial airphotography, especially if vertical mul-
tispectral photography (MSP) comes into being.
At the Surveying Department of the Agricultural University of
Wageningen an equipment has been developed for vertical MSP
with Hasselblad 70 mm camera's for execution under own manage
ment.
The equipment and its handling is described in this article; as well
as some aspects in respect to the standard 9 inch format and the
small 35 mm format.
NGT GEODESIA 82
Inleiding
In een Amerikaans leerboek voor fotogrammetrie staat
voorin een cartoon dat een vraagstuk, dat bij luchtfoto
grafie een rol speelt, perfect verbeeldt: een luchtfoto-
graaf is in de weer op een wijze die omstreeks 1920 ge
bruikelijk was. Hij hangt half overboord, richt een grote
handcamera naar het aardoppervlak, en spreekt de
woorden: ,,lk heb een grotere brandpuntsafstand nodig
of ik moet lager vliegen". Een conclusie die weinig op
zien hoeft te baren, ware het niet dat zijn vliegtuig zich
in spinrag gehuld op de grond bevindt!
323