filters. In het gebruik levert die kwetsbaarheid geen pro
blemen op.
Plus-X Aerographic 2402 (zonodig Tri-X 2403) dient voor
registratie in de groene en de rode band (550 tot 600 nm
en 650 tot 700 nm), en Infrared Aerographic 2424 voor
opname in het nabije infrarood (750-850 nm).
Behalve op twee zwart-wit emulsies worden opnamen
gemaakt op Aerochrome Infrared 2443 (false color) en
op normale kleurendiafilm (Ektachrome 64). De eerste
om aan te sluiten bij ervaringen elders, de tweede voor
het verkrijgen van een „natuurgetrouw beeld". Een
voorbeeld van opnamen in de rode en infrarode band is
te zien in fig. 3.
Fig. 3. Op deze twee synchroon gemaakt opnamen van een deel
van de ir. A. P. Minderhoudhoeve komt een verschil in ontwikkeling
van grasgroei tot uitdrukking. Dit verschil is in het rood 13a) duidelij
ker waarneembaar dan in het nabij-infrarood 13b). De donkere vlek
is een wormenplek"met goed ontwikkeld Igroen) gras; de omge
ving bestaat uit vergeeld gras. De opname is gemaakt op 26 maart
1982. Het verschil in reflectie verdwijnt in de loop van het groei
seizoen vrijwel volledig.
Om aan fotografische opnamen reflectiewaarden te ont
lenen, is standaardisatie van het hele fotografische
procédé noodzakelijk en het gebruik van referentie
oppervlakken onontbeerlijk. Dit aspect, dat voor het toe
passen van multispectrale fotografie van kardinaal be
lang is, laten we hier rusten.
Voor het uitvoeren van de kalibraties is een samen
werking aangegaan met het Polytechnic of Central
London.
Navigatie
Voor het bedrijven van luchtfotografie is het absoluut
noodzakelijk inbreuk te maken op het principe, dat er
maar één kapitein op een (lucht)schip kan zijn. In dit
geval zijn het er onvermijdelijk twee; een „lamme" en
een „blinde". De piloot kan wel weten waar hij vliegt,
maar hij kan niet zien waarboven. Voor hem is het onmo
gelijk een tevoren vastgestelde lijn de vlieglijn— met
een afwijking van slechts enkele tientallen meters te
volgen. Bovendien heeft hij zijn handen vol met
„straight and level" vliegen (louter op instrumenten!).
De navigator moet hem dus op die vlieglijn krijgen en
houden. Dat lukt alleen indien de piloot stipt de aan
wijzingen van zijn „geleidehond" opvolgt. Daartoe is in
het begin geen enkele piloot geneigd. Een automobilist
heeft al niet veel op met „meerijders", laat staan dat een
piloot directieven van een buitenstaander voetstoots op
volgt.
Dit menselijke aspect van de navigatie heeft bij het op
zetten van de 70 mm luchtfotografie aan de LH meer
moeilijkheden opgeleverd dan de materiële benodigd
heden. Dank zij de hulp en de adviezen van de Aviation
Group van het ITC is toch een team van goed op elkaar
ingespeelde mensen gevormd.
Het uitvoeren van vluchten voor opnamen met een rela
tief grote schaal op 70 mm film stelt hogere eisen aan de
navigatie dan 9 inch fotografie op dezelfde schaal.
Bovendien is het de bedoeling dat onder alle weers
omstandigheden, waarbij volgens VFR (visual flight
rules) mag worden gevlogen, kan worden gefotogra
feerd, zodat vaak onder voor luchtfotografie ongebruike-
Fig. 4a.
Fig. 4. Twee opnamen gemaakt onder dezelfde omstandigheden.
a. 35 mm camera: Canon A-1 met zoomlens 35- 70 mm in 35 mm stand en met automatische belichting 100 ASA). Film: Kodak Technical
Pan (documentfilm met verhoogde roodgevoeligheid); ontwikkeld met D-19 (4 min. 21° C).
b. 70 mm camera: Hasselblad 500 EL/M met 50 mm lens; belichting 1/250 sec. bij f75,6-8. Film: Plus-X-Aerographic; ontwikkeld in een
spiraaltank met D-19 15 min. 23° C).
De opnameschalen bedragen respectievelijk 110 000 en 1/7 000 (uitvergroting tot ca. 1/1 800). De geringere scherpte van de 70 mm opname
(b) is in de eerste plaats te wijten aan een grotere en duidelijk zichtbare beeldbeweging en in de tweede plaats toe te schrijven aan een grotere
korreligheid van het beeld. Het oplossend vermogen van de Hasselbladlens is in absolute zin zelfs hoger dan dat van de Canon lens.
326 NGT GEODESIA 82
Fig. 3a.
Fig. 3b.