Een nieuwe rubriek Bericht uit Hilversum Ervaringen met een zelfregistrerende tachymeter in de meetploeg meter gebruikt vanwege de gevraagde nauwkeurigheid en de mo gelijkheid tot automatische verwerking van de metingen. De heer Boot maakt meestal een kostenberekening voor zowel fo- togrammetrisch als tachymetrisch opnemen en dan blijkt: 1dat fotogrammetrie afvalt als men kaarten vraagt met een relatieve nauwkeurigheid kleiner dan 10 cm, 2. dat de keuze sterk afhangt van de grootte van het project en de kaartinhoud en 3. dat de voor kaartproduktie beschikbare tijd een rol speelt. De heer Klamer poogt te vergelijken naar de soort gebieden die moeten worden gekaarteerd. Hij meent dat in het algemeen buiten gebieden goedkoper tachymetrisch zijn te meten en in binnenste den goed kan worden gewerkt met een combinatie van tachymetrie en fotogrammetrie. De heer Erkelens is het eens met de heren Boot en Klamer. Ook hij vindt dat de grootte van het gebied en de gevraagde snelheid van produceren bepalend zijn voor de werkwijze. De heer Urban is het daarmee eens. Het voorbeeld uit zijn voor dracht: het meten van de rondweg om Sneek had ook fotogram- metrisch gekund, maar er was geen tijd voor. De heer Van Leijssen vraagt in hoeverre het onderwijs zich aanpast aan de moderne technieken, zoals zelfregistrerende tachymeters en computerverwerking De heer Quee legt deze vraag weer voor aan alle forumleden. De heer Boot heeft geconstateerd dat het onderwijs een aantal jaren achterloopt. Vele lezers zullen zich uit de jaren zestig de serie herinneren, die in Geodesia onder de titel ,,Wat is en wat doet de Landmeetkundige Dienst van. met onregelmatige tussenpozen verscheen. Hierin beschreven diverse landmeetkundige diensten of afdelingen hun taak, organisatie en instrumentarium. De waardering voor deze publikaties was groot en het stoppen met de serie wordt door velen betreurd. Daar de redactie verzoeken ont vangt om de inhoud van ons tijdschrift voor de gehele lezerskring herkenbaar te houden, lijkt een heropening van een soortgelijke serie op zijn plaats. Het wordt dan tevens mogelijk om over te gaan tot snelle publikatie van artikelen die door „praktijkmensen" wor- door R. Buitenhuis, landmeter gemeente Hilversum. Inleiding De landmeetkundige dienst van de gemeente Hilversum heeft twee meetploegen. Beide ploegen kunnen worden ingezet voor alle voorkomende werkzaamheden, zoals metingen ten behoeve van de topografische kaart 1 500, uitzettingen van terreingrenzen en bouwwerken, profiel- en vlaktewaterpassingen, nauwkeurigheidswa terpassingen en deformatiemetingen. De metingen ten behoeve van de kaart 1 500, die o.a. als ondergrond dienen voor bestemmingsplannen en beheerkaarten, nemen een belangrijke plaats in. Beperkte de meting zich in het verleden tot de weg, het straatmeubilair en de direct aan de weg grenzende voor gevels van de bebouwing met een aanzet van de zij- De heer Drenthen, docent aan de Bosbouwschool, wijst op de hoge kosten die dit soort onderwijs meebrengt en de moeilijkheid daar voor geld beschikbaar te krijgen. De heer Van Raamsdonk heeft ervaren dat de bij het Kadaster in dienst tredende MTS-ers voldoende kennis hebben van informatica om daar de eigen opleidingen op aan te sluiten. De heer Wagenaar meent dat het animo om studieboeken te schrij ven te gering is. Dit werk brengt weinig op. Als er desondanks be langstellenden voor zijn, dan kan hij die nader informeren over de behoefte op dit punt. De heer Van Gelder vraagt of er tot nu toe initiatieven zijn genomen om de verschillende systemen met elkaar te vergelijken. Aanslui tend bij de vorige vraag, vermoedt hij dat de TH Delft daarbij een rol zou kunnen spelen. Bijvoorbeeld als op.een klein proefgebied de verschillende systemen worden beproefd. De heer Quee antwoordt dat er geen vergelijkend, maar wel een in ventariserend onderzoek is geweest. Dat is nu vier jaar geleden. De ze studiedag is een aanzet om de inventarisatie weer actueel te ma ken. Een vergelijkend onderzoek, als een soort consumentenonder zoek, heeft weinig waarde. De diversiteit in systemen is groot en neemt nog steeds toe. De heer Klamer bepleit de Normvoorschriften voor Kartografie te respecteren, dat geeft uniformiteit. De heer Quee ziet daarin alleen een uiterlijke uniformiteit. De echte complicaties zitten dieper. Het vergelijken van de systemen, ook wat betreft de kosten, is een enorm werk. den ingezonden en die hun waarde vaak ontlenen aan hun actualiteit. De nieuwe rubriek heet Bericht uit. verschijnt a-periodiek en zal plaats bieden aan artikelen over meetervaringen, nieuwe tech nieken, bijzondere projecten, e.d. Verder kunnen ook reacties op deze artikelen in de rubriek worden opgenomen. Vanzelfsprekend kunnen ook volledige beschrijvingen van diensten of afdelingen worden gepubliceerd Ide diensten die in de jaren zestig een bijdrage hebben geleverd, hebben dan de mogelijkheid de ontwikkeling van ruim 15 jaar te exposerenl. Voor het vullen van de rubriek wordt een beroep gedaan op land meetkundigen in binnen- èn buitendienst, werkzaam in de over- heids- èn particuliere sector. De rubriek wordt geopend door R. Buitenhuis, landmeter bij de gemeente Hilversum. gevels, tegenwoordig wordt een complete topografische kaart gevraagd. Omdat tevens de produktiviteit moest worden verhoogd zonder personeelsuitbreiding, is beslo ten over te gaan tot automatisering van de werkzaam heden. Dit vergt evenwel een totale omschakeling van het personeel, en wel in het bijzonder van de meet ploegen. Dit artikel geeft geen volledige beschrijving van het geautomatiseerde systeem van meten, rekenen en teke nen van de gemeente Hilversum. Het verhaal is bedoeld om een indruk te geven van de ervaringen van de meet- ploeg met het werken met elektronische apparatuur en een geautomatiseerd kaarteersysteem. NGT GEODESIA 82 363

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 17