(êeotkeiéL nederlands geodetisch tijdschrift Tachymetrie bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat*) door LM. Murre, landmeetkundig hoofdambtenaar bij de stafafdeling Buitendienst van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft. SUMMARY Tacheometry at the Survey Department of the Ministry of Public Works Since 1976, at the Survey Department of the Ministry of Public Works, tacheometry has developed notably. The survey is carried out with self-recording tacheometers of Zeiss-Oberkochen. Unique codes are added to the observations. The code system as well as different aspects, such as station positioning, data processing, checking etc. will be discussed. Inleiding In 1973 is men bij de MD gestart met de zogenaamde „elektronische tachymetrie" door het aanschaffen van een Aga-700, een op ponsband registrerende elektroni sche tachymeter. In 1976 volgde een verdere uitbreiding van het instrumentarium met vijf Reg Elta's-14 van de fa. Zeiss. In 1981 werd de apparatuur vernieuwd door het aan schaffen van twee Elta's-2 van de fa. Zeiss. Het plan bestaat om een verdere vernieuwing door te voeren. Thans zijn er vijf Reg Elta's-14 en twee Elta's-2 in ge bruik. De Aga-700 wordt af en toe nog gebruikt voor bij zondere metingen ten behoeve van de afdeling Mariene Geodesie en Bijzondere metingen van de MD. Tevens worden opzetafstandmeters en theodolieten gebruikt, waarbij de registratie plaatsvindt op ponsformulieren. De verschillende soorten metingen, waarbij tachymetrie wordt toegepast, zijn: Situatiemetingen. Hoogtemetingen ten behoeve van profielen en hoog tepunten. Metingen van Digitale Terrein Modellen. Coderingssystemen Het coderingssysteem is oorspronkelijk afkomstig van de gemeente Amsterdam. De verwerking van de ponsban den heeft nl. eerst daar een tijd plaatsgevonden, zodat ook van hun coderingssysteem moest worden gebruik gemaakt. Het huidige coderingssysteem is hiervan een afgeleide versie. Een registratie is in de regel opgebouwd uit de volgende elementen: codeblok, horizontale hoek, verticale hoek en afstand. Het codeblok, bestaande uit twaalf posities, kan op het instrument met behulp van de duimwielschakelaars wor den ingesteld. De posities in het codeblok worden hierna aangeduid met de letters A t/m L. De positie A is de hoofdcode en geeft de soort meting aan, die wordt geregistreerd. Men kent de volgende hoofdcodes: A 0: einde band A 1: meting grondslag-en/of hoogtereferentiepunt Inleiding op 8 juni 1982 te Utrecht gehouden, tijdens de door het NGL georganiseerde studiedag „Tachymetrie". NGT GEODESIA 82 A 2: detailmeting A 3: hoogtemeting A 4: gecombineerde detail- en hoogtemeting A 5: meting van hulporiëntering, tevens vaststelling indexfouten A 6: vervolg administratieve gegevens, en bij Reg Elta-14 tevens meting van de interne lichtweg A 7: begin band en administratieve gegevens A 8: begin/einde ander soort registraties bij Elta-2 A 9: herroepen van registraties. In de posities B t/m L komen de zogenaamde subcode ringen, zoals standplaatsnummer, lijnnummer, lijntype, toeslag richtingscode, enz. Hieronder volgen enkele voorbeelden van de betekenis van de subcodering bij en kele veel voorkomende hoofdcoderingen. A 7 Begin band en administratieve gegevens BC bandnummer DEFGHI werknummer JKL ijkwaarde instrument A 5 Meting van hulporiëntering bepaling index correcties BC standplaats-nummer D ingesteld getal voor de brekingsindex IJKL hoogte 2e as boven opstelpunt (alleen bij hoogtemeting) A 1 Meting grondslag- en/of hoogtereferentiepunt BC standplaatsnummer FG richtpuntnummer H toeslag richtingscode IJKL toeslag in cm A 2 Detailmeting BC lijnnummer D lijntype E codenummer hulpconstructie FG codenummer puntsymbolen H toeslag richtingscode IJKL toeslag in cm Coderingsschema De verschillende hoofdcodes dienen volgens een vaststaande volgorde te worden gebruikt (zie fig. 1). Een band moet altijd beginnen met een A 7-registratie, gevolgd door een A 6-registratie, met 349

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 3