Heusden is een zeer oud vestingstadje, strategisch gele
gen aan de Bergse Maas en daarom ook vaak belegerd.
Verscholen achter de wallen vormen de honderden rode
daken het silhouet van de stad. In het stadje zie je de
brede straten, die haaks op elkaar staan. De zijstraten
verspringen ten opzichte van elkaar om strategische
reden.
Bij een onderwerp als dit, is het interessant een stukje
geschiedenis van dit vroeger zo belangrijke stadje door
te nemen. Als je door Heusden loopt, bekruipt je het ge
voel, dat hier veel moet zijn gebeurd. Volgens de ge
schiedenis is het al begonnen in het jaar 839, toen de
Noormannen via de rivier de Maze tot diep in het zuiden
doordrongen, en ook Heusden plunderden en verwoest
ten. In 1184 was Heusden echter al weer zover hersteld,
dat de Heusdenaren onder Jan de Vierde, Heer van
Heusden, ten strijde trokken tegen de nieuwe stad bij
Orthen, het huidige 's-Hertogenbosch, waarin zij een
grote rivaal zagen. Tot tweemaal toe hebben ,,die van
Heusden" de nieuwe stad in brand gestoken.
Hertog Jan van Brabant ondernam een strafexpeditie
naar Heusden in 1276 om een einde te maken aan de
strooptochten. Heusden moest bukken onder de Bosse
druk en werd een leen van Brabant.
Het welvarende en rijke Heusden werd ook door Holland
begeerd, niet alleen om zijn rijkdom, maar meer nog om
zijn strategische ligging. Willem III, Graaf van Holland,
belegerde in 1314 de stad, echter zonder resultaat. In
1359 werd het trotse kasteel van Heusden door de Kabel
jauwen veroverd. Jacoba van Beieren verschijnt in 1420
aan het hoofd van een leger voor de poorten van de stad
en neemt deze in, waardoor de stad wederom aan
Holland komt. De Geldersen werden in 1497 in een zeer
bloedige slag bij Hedikhuizen tegengehouden. In 1542
probeert Maarten van Rossum met zijn benden de stad
te plunderen. Heusden weet zich echter vrij te kopen van
verwoesting en plundering.
Heusden was een geducht versterkte vestingstad met ra
velijnen, bolwerken en een dubbele gracht. In april 1581
werd de bekende fortificatiemeester Jacob Kemp,
Schout van Gorinchem, door de Staten „gecommiteert
tot voorderinge ende opmaken der werken Forteressen
van Heusden". In 1613 werd de stad onder Ghilliart,
Graaf van Hoorn en Heer van Kessel, belangrijk uit
gebreid. In 1640 waren de vestingwerken van Heusden
beroemd.
De acht zware bastions, van onderwallen voorzien, droe
gen de namen: Hollandia, Oranje, Nassau, Hoorn,
Zuider-, Wester- en Noorderbolwerk en Vlammenburg.
Aan de rivierzijde bevond zich nog een stadsmuur met
rondelen en een klein stenen bastion.
In 1816 verdween Heusden uit de rij der vestingen. In
1821 werd last gegeven tot ontmanteling van de vesting
en werd onder meer bepaald, dat de wallen tot wal
gangshoogte moesten worden geslecht en dat de brug
gen tussen de ravelijnen en de stad moesten worden
opgeruimd en vervangen door aarden dammen. Heus
den werd met deze handelingen van een groot deel van
zijn oude roem beroofd.
De laatste ramp in het bewogen bestaan van Heusden
voltrok zich in de nacht van 4 op 5 november 1944, toen
de zich terugtrekkende bezetters het fraaie stadhuis ver
nielden, waarbij 134 inwoners van de stad omkwamen.
Ook de RK kerk en de toren van de NH kerk werden
opgeblazen. Bij de erop volgende beschieting heeft
Heusden vele wonden gekregen.
Een bewogen historie, waarin Heusden zich telkens weer
heeft hersteld, zo ook nu. In de laatste tien jaren is een
aanzienlijk deel van de stad gerestaureerd.
In het voorjaar van 1968 werd een begin gemaakt met de
reconstructie en restauratie van de vestinggordel,
bestaande uit ca. 30 ha wallen, bastions en ravelijnen en
ca. 25 ha hoofd- en buitengrachten.De stadsmuur met
rondelen aan de rivierzijde kon worden opgebouwd op
de nog resterende delen en funderingen. De binnen
haven, die rond de eeuwwisseling was gedempt, is weer
ontgraven en in oude glorie hersteld.
Het uitgangspunt voor de reconstructie van de wallen en
grachten aan de landzijde van Heusden is de kaart uit het
stedeboek van Blaeu van 1649. Hoe moet de figuratie
van een ruim 300 jaar oude kaart worden overgebracht
op een landschap van afgevlakte wallen, die als volks
tuinen worden gebruikt en met modder dichtgeslibde
grachten, die met riet zijn begroeid?
Het meest voor de hand liggend is de kaart van Blaeu
met een schaal van 1 3 333 te vergroten naar de schaal
van de kadastrale kaart 1 2 000.
Van beide kaarten is een combinatie gemaakt, waarop
zowel de bestaande kadastrale toestand als de te realise
ren figuratie van de kaart van Blaeu voorkomen (zie
figuur 2). Aan deze combinatiekaart werden maten ont
leend en in het terrein uitgezet.
Fig. 2. Kadastrale kaart met de figuratie van de kaart van Blaeu.
Tijdens de uitvoering van het grondwerk kwamen enkele
oude werken te voorschijn, waaronder sorties (dat zijn
gangen onder de wallen door) en de fundatie van een
oude poort. Daarbij bleek, dat het systeem van maat
voering niet zo gelukkig was gekozen. Er zaten verschil
len van meters tussen de uitgezette vormen en de
gevonden oude werken.
Een andere opzet was dus nodig en nu ook mogelijk door
de gevonden aanknopingspunten. Aan een langs de wal
len gelegde veelhoek zijn op de kadastrale kaart voorko
mende gebouwen vastgelegd, alsmede de opgegraven
oude werken.
De kadastrale kaart 1 2 000 werd vergroot naar
1 1 000 en de ingemeten gebouwen en oude werken
werden gekaarteerd op dezelfde schaal. De kaartering
van de gebouwen bleek aardig te passen op de ver
groting van de kadastrale kaart. Op de combinatie kon
nu de naar 1 1 000 vergrote kaart van Blaeu worden in
gepast op de oude werken.
NGT GEODESIA 82
399