simultaan naast elkaar te verkrijgen: bij een zeer wijde
spleet heeft men eigenlijk slechts vier kleursensaties, de
zogenaamde randkleuren rood en geel aan de ene zijde
van de spleet en blauw en violet aan de andere. Eerst
wanneer men de spleet vernauwt, ontstaat het groen,
daar waar geel en blauw over elkaar schuiven en tevens
tegelijkertijd in het groen opgaan.
Tenslotte neemt men, bij zeer nauwe spleet, het zui
verste (meest monochromatische) spectrum waar, dat
hoofdzakelijk de kleuren rood, groen en violet ten
toonspreidt. Blauw en geel zijn nauwelijks bespeurbaar,
zodat de uitdrukking „alle kleuren van de regenboog"
kennelijk niet zozeer op nauwkeurige waarneming be
rust, als wel op de levendigheid van de kleurverschijnse-
len. Dat wij in een zuiver spectrum overigens hoofdzake
lijk deze drie kleursensaties ondervinden, wordt wel als
een suggestieve aanwijzing beschouwd voor de driegele
ding van ons kleurbeleven. Ik kom hierop in de laatste
paragraaf nog terug.
Echter niet alleen geel en blauw zijn nauwelijks in een
zuiver spectrum vertegenwoordigd, de kleurbeleving
purper mist volledig! Het experiment toont dus het vol
gende aan:
1. een nauwe opening (spleet) is een voorwaarde voor
het ontstaan van het zogenaamde spectrum,
2. de kleursensaties die een dergelijk spectrum oproept,
zijn afhankelijk van de spleetbreedte, en
3. niet alle primaire kleursensaties zijn in het spectrum
vertegenwoordigd.
Uit deze waarnemingen volgt dat uit het oogpunt van
kleurbeleving dit spectrum een gecompliceerd en on
volledig verschijnsel is, terwijl enige theorie juist zou die
nen te berusten op het eenvoudigst realiseerbare ver
schijnsel.
Newtons experimenten waren van fysisch-geometrische
aard, erop gericht aan te tonen dat het ontstaan van
kleuraberraties inherent was aan het gebruik van lenzen;
Prism
White Light
(Sunlight)
Prism
Red Light
Orange Light
Yellow Light
Green Light
Blue Light
Indigo Light
Violet Light
Figuur 6. Een absurde voorstelling van de prismatische vorming van
zeven kleuren, ontleend aan een populair boek over holografie.
Figuur 8. Het ontstaan van de kleurencirkel door kleurbewegingen
vanuit Goethes oerkleuren geel en blauw. De beide spectrale triplet
ten zijn door gelijkzijdige driehoeken aangeduid.
een stelling die overigens kort na zijn tijd werd weerlegd
door de constructie van de eerste achromaten. Het is
nooit Newtons bedoeling geweest een kleurenleer te
ontwerpen. Kleuren waren voor hem een storend bijver
schijnsel, die de perfectie van telescopen belemmerden
door hun verschillende breekbaarheid [6]; een bijver
schijnsel dat overigens slechts zou kunnen worden opge
heven door toepassing van de door hem uitgevonden
spiegeltelescoop.
Verwijten mogen echter hen treffen, die na Newton
kwamen en meenden een kleurenleer te kunnen baseren
op de Newtonische zevenvoudige kleurenschaal. Men
kan er zich in iedere bibliotheek eenvoudig van over
tuigen, dat het merendeel der werken over kleur opent
met de legendarische proeven van Newton of een uit
eenzetting over het spectrum van elektromagnetische
trillingen, waarna de auteurs het ontstaan van kleuren uit
het witte licht afdoende menen te hebben verklaard. Op
vallend is overigens dat geen enkele auteur vervolgens
iets weet aan te vangen met deze spectrale kleurenreeks
en deze voor de opbouw van zijn verdere betoog wijselijk
links laat liggen.
Zo is in deze tak van wetenschap, de kleurenleer, het
spectrum van Newton letterlijk geworden tot een spook
verschijning, niet omdat het geen betekenis zou hebben
voor ons kleurenzien, maar omdat een gecompliceerd èn
eenzijdig verschijnsel als grondslag wordt gekozen, ter
wijl het meer eenvoudige uit het gecompliceerde wordt
afgeleid.
Goethe
Eerst 125 jaar na Newtons eerste proeven, het is dan
1791zal een andere legendarische figuur het fundament
leggen voor nieuwe inzichten. De dichter en natuur
onderzoeker Johann Wolfgang von Goethe heeft de
middelbare leeftijd bereikt. Zijn diepgaande interesse
voor de schilderkunst heeft hem tenslotte tot het inzicht
geleid, dat men de kleuren als fysische verschijnselen
eerst vanuit de natuur dient te leren begrijpen, wanneer
NGT GE0DESIA 82
395
subtractief
evenwicht
additief
evenwicht