soepeler te laten verlopen, zal binnenkort iedere Neder
lander een uniek nummer krijgen.
Eind november 1981 is bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp ingediend op de Centrale Personen Administra
tie (CPA). De wet CPA is bedoeld om een centraal gere
gelde geautomatiseerde verstrekking van gegevens over
personen aan alle overheidsinstellingen mogelijk te ma
ken, alsmede aan instellingen, werkzaam op het gebied
van sociale verzekering en pensioenvoorziening. Dit
moet het mogelijk maken om overheidstaken doel
matiger uit te voeren. Ir. W. A. Claessen noemt de in
voering van de CPA in zijn artikel ,,De rol van het
Kadaster bij vastgoedinformatie" (NGT Geodesia 1981 -
1) als voorwaarde voor het beter functioneren van het
Kadaster als vastgoedinformatiesysteem.
Ontwerp van Wet op de Persoonsregistraties
,,Om haar groeiende taken naar behoren te kunnen ver
vullen heeft de Overheid steeds meer informatie nodig.
De bewerking van de vele gegevens door computers
houdt gevaren in voor de persoonlijke levenssfeer van de
burgers. Door middel van nadere regels zal de wet die
levenssfeer moeten veilig stellen". IPassage uit de
Troonrede van 1979.)
Na de omstreden volkstelling van 1971, die in het „ronde
archief" is verdwenen, krijgt in 1972 een Staatscommis
sie de opdracht om te onderzoeken welke wettelijke
en/of andere maatregelen nodig zijn voor de bescher
ming van de persoonlijke levenssfeer.
De Staatscommissie „Bescherming persoonlijke levens
sfeer in verband met persoonsregistraties" of, genoemd
naar haar voorzitter, de Commissie Koopmans, brengt in
1976 een eindrapport uit met de titel: „Privacy en per
soonsregistratie". De term „privacy" is wat misleidend,
omdat de commissie zich hoofdzakelijk heeft bepaald tot
een onderdeel van de privacy: de bescherming van de
persoonsgegevens.
Het eindrapport is de basis geweest van het „Ontwerp
van Wet op de Persoonsregistraties", dat in december
1981 bij de Tweede Kamer is ingediend.
Het wetsontwerp gaat uit van de gedachte dat data
banken een onmisbare functie vervullen in de admi
nistratie van particuliere instanties en de overheid. De
moderne administratie van banken en girodiensten zou
zonder toepassing van de computer ondenkbaar zijn.
Daarom zal, volgens de commissie, „het individu in een
aantal gevallen het nadeel, verbonden aan een zekere
beeldvorming door de registratie van persoonsgegevens,
moeten dulden".
De nadelen voor het individu hoeven niet bij iedere
registratie even groot te zijn. In een registratiesysteem
van een verzekeringsmaatschappij zijn de nadelen van
een oneigenlijk gebruik van de gegevens niet zo groot als
in een Ziekenhuis Informatie Systeem. Dit z.g. ZIS-
project is nog in een proefstadium en bevat naast de
feitelijke gegevens van de patiënt ook subjectieve gege
vens, bijv. de diagnose van de behandelende arts en de
voorgestelde behandelingswijze van de patiënt.
Om het individu te beschermen tegen inbreuken op zijn
privacy, wordt een Registratiekamer ingesteld. De leden
worden benoemd door de Kroon. De Registratiekamer
geniet een zo groot mogelijke onafhankelijkheid t.o.v. de
regering, omdat ook overheidsregistraties een vergun
ning van de Registratiekamer nodig kunnen hebben.
De regering kan uitsluitend bij Algemene Maatregel van
Bestuur invloed uitoefenen op het beleid van de Re
gistratiekamer. Hiermee wordt in het wetsontwerp be
reikt, dat de regering niet in de verleiding komt om zich
via de Registratiekamer toegang te verschaffen tot parti
culiere registraties. De regering kan echter wel invloed
op het beleid van de Registratiekamer uitoefenen betref
fende onderdelen van het regeringsbeleid.
Een van de taken van de Registratiekamer is het bijhou
den van een openbaar register. In dit register worden alle
geautomatiseerde registratiesystemen ingeschreven, die
te herleiden zijn tot een natuurlijk persoon. Het is ook
mogelijk om niet-geautomatiseerde registratiesystemen
onder de werkingssfeer van de wet te brengen.
Voor de overheid gelden enkele uitzonderingen, nl. de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de politieregis
ters. Algemeen belang prevaleert hier boven het per
soonlijke belang. Openbare registers bij de wet ingesteld,
waaronder KADOR, worden niet ingeschreven in het
openbare register van de Registratiekamer.
Al eerder is vastgesteld, dat het nadeel voor het individu
niet bij iedere registratie even groot behoeft te zijn. Daar
om worden in het wetsontwerp drie vormen van registra
tieplicht onderscheiden:
1. Meldingsplichtige systemen, waarvoor bij een ver
zoek tot inschrijving in het openbaar register geen
reglement behoeft te worden overlegd.
2. Reglementsplichtige systemen, waarvoor bij een ver
zoek tot inschrijving in het openbaar register een reg
lement dient te worden overlegd, maar waarvoor
geen vergunning is vereist.
3. Vergunningsplichtige systemen, waarvan de inschrij
ving in het openbare register afhankelijk is van het
overleggen van een reglement en van het verlenen
van een vergunning door de Registratiekamer.
In het reglement moet de werking van een registratie
systeem worden omschreven, nl.:
het doel waarvoor het is opgezet;
van welke personen gegevens worden opgenomen;
de aard en de omvang van de persoonsgegevens;
welke personen/instanties toegang hebben tot de
gegevens; en
aan welke instanties gegevens worden verstrekt.
De aanvraag voor een vergunning wordt bekendge
maakt onder vermelding van:
naam, adres en woonplaats van de aanvrager, en
soort van het registratiesysteem.
Dit maakt het mogelijk, dat bezwaren kunnen worden in
gediend tegen het verlenen van een vergunning.
In het wetsontwerp wordt getracht een grote mate van
openheid rond de werking van persoonsregistraties te
verkrijgen. De rechtspositie van de geregistreerden
wordt beschermd door een reeks van maatregelen, zo
als:
recht op kennisgeving van opname in een systeem;
inzagerecht;
protocolplicht van de houder van een registratie
systeem (aan wie, en welke gegevens worden ver
strekt);
correctierecht (geregistreerden kunnen verbetering
of verwijdering van gegevens verzoeken); en
recht op schadevergoeding bij inbreuken op de
privacy.
De Commissie Koopmans heeft ook enkele voorstellen
gedaan voor de beveiliging van persoonsgegevens, on
der meer door de verschillende functies bij het beheer en
gebruik te scheiden en het personeel een geheimhou-
NGT GEODESIA 82
435