200 jaar diplomatieke betrekkingen tussen de Verenigde Staten van Amerika en Nederland Kaart van Manhattan, 1639, toegeschreven aan Johannes Vingboons dingsplicht op te leggen. In het wetsontwerp zijn deze voorstellen niet opgenomen. De Kroon en de Registratiekamer krijgen bevoegdheden voor het uitvaardigen van regels en voorschriften om persoonsregisters te beveiligen. Dit maakt het mogelijk de wetgeving voortdurend aan te passen aan de techno logische ontwikkelingen. Dit is niet overbodig, wanneer men bedenkt dat het zeker nog drie jaar zal duren voor dat de wet in werking zal kunnen treden. Overigens wil dat niet zeggen dat er tot nu toe niets is gebeurd. Bij de overheid is namelijk in 1974 een regle ment vastgesteld „Aanwijzingen inzake bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met geauto matiseerde systemen waarin persoonsgegevens zijn op genomen bij de Rijksoverheid". In de particuliere sector zijn bij grote bedrijven, o.a. AKZO, overeenkomstige „privacyreglementen" vastgesteld. Wetgeving in andere landen De samenwerking van Nederland met andere landen in EEG-verband, en in groter verband binnen de Organisa tie voor Economische Samenwerking (OESO), maakt het noodzakelijk dat persoonsgegevens worden uitge wisseld met andere landen. Door het Europese Parlement is in april 1982 een resolu tie aangenomen, die onder meer een verzoek aan de Europese Commissie bevatte om een kaderwet privacy bescherming op te stellen. Deze kaderwet dient om grote verschillen in de wetgeving, met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens van de aangesloten landen, te voorkomen. Verschillen in wetgeving zouden ertoe kunnen leiden dat persoonsgegevens in een ander land niet dezelfde bescherming genieten als in het land van oorsprong. Tevens werd door de Europese Commissie aan alle lid staten verzocht het „Ontwerpverdrag voor de bescher ming van de mens bij automatische verwerking van per soonsgegevens" van de Raad van Europa, voor 1983 te bekrachtigen. Ook binnen de OESO zijn „Richtsnoeren inzake bescher ming van de persoonlijke levenssfeer en het internatio nale dataverkeer" vastgesteld, om grote verschillen in de privacywetgeving van de aangesloten landen te voor komen. De persoonlijke levenssfeer wordt bedreigd door de ver werking van persoonsgegevens met behulp van de com puter. Informatie is echter nodig om een samenleving te kunnen besturen. In dit spanningsveld worden wettelijke maatregelen ontworpen. Uitwassen van de toepassing van de micro-elektronika kunnen alleen dan worden voorkomen, wanneer deze wettelijke maatregelen wor den gedragen door de principiële erkenning, dat toepas sing van de micro-elektronika voor persoonsregistraties ten dienste moet staan van de gehele samenleving. Literatuur Eindrapport van de Staatscommissie bescherming persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage, 1976. Rapport Adviesgroep maatschappelijke gevolgen van de micro- elektronika. Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage, 1979. Van den Berg, M. G. C. De vervlechting van de computer en tele communicatie. Inleiding Forum Micro-elektronika en de samen leving, december 1979. Holvast, Jan, Voorzitter Stichting Waakzaamheid Persoonsre gistratie. Micro-elektronika gaat de privacy nog verder aantasten. Wetenschapsbeleid, mei 1980. Van Wermeskerken, G. A. M. Privacy en Overheid. Informatie, maart 1980. De Automatiseringsgids, diverse publikaties. De Computerkrant, diverse publikaties. Computable, diverse publikaties. Om ook in geodetische kringen op bescheiden wijze aandacht te schenken aan 200 jaar diplomatieke betrekkingen tussen de Verenigde Staten van Amerika en Nederland, zijn enkele publikaties op het gebied van de geodesie uit gewisseld tussen Amerikaanse en Nederlandse tijdschriften. Uit het aanbod van Amerikaanse zijde wordt in dit nummer van NGT Geodesia een afbeelding afgedrukt van een kaart van Manhattan uit 1639, toegeschreven aan de Nederlandse kartograaf Johannes Vingboons. De begeleidende tekst is van Richard W. Stephenson, hoofd van de Reference and Bibliography Section, Geography and Map Division, van de Library of Congress in Washington DC. Deze uiterst zeldzame weergave van „Manatus gelegen op de Noord Rivier" is, voor zover bekend, de oudste kaart van Manhattan en omgeving. De kaart is west-gericht, zoals gebruikelijk bij vele zeekaarten van kustkolonies in Amerika tot de 18e eeuw. Dientengevolge stroomt de Noord Rivier (de tegenwoordige Hudson River) van rechts naar links, uitmondend in de New York Bay. De datering 1639 van de kaart is afgeleid van een noot in de verklaring luidende „vijff vervallen Bouwerijen vande Comp die ledich staen waer van nu anno 1639 weder 3 bewoont wordt". De kaart kan heel goed zijn vervaardigd om vestiging aan te moedigen in de Nederlandse kolonie, die pas vijftien jaar daarvoor was gesticht. Hoewel ongesigneerd, wordt aangenomen, dat de kaart is vervaardigd door Johannes Vingboons, kartograaf van de Prins van Nassau, voor de West-Indische Compagnie van Holland. Zij maakte ooit deel uit van een atlas-manuscript NGT GEODESIA 82 436

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1982 | | pagina 13