Naast de officiële plankaart moeten, zoals ik al noemde,
ten behoeve van het overleg met de bevolking, ook meer
beeldende kaarten worden opgesteld. Ook hier ligt kar-
tografisch gezien nog een flink terrein braak, zeker wan
neer het gaat om de weergave van abstracte verschijnse
len (49).
Van stedebouwkundig bestek naar procesplanning
De moeite waard zou ook een studie zijn naar de wissel
werking tussen het stedebouwkundig ontwerpen en het
stellen van ruimtelijke voorschriften, nu en in het histo
rische perspectief.
Vroeger waren stedebouwkundige plannen rooilijnplan
nen, die het verkeer door de openbare ruimte veilig
stelden, of die voor fraaie gezichten op monumentale
bouwwerken zorgden (50). Alles was sterk architecto
nisch gekleurd; later kwam wat meer het accent te lig
gen op hygiënische en verkeerstechnische aspecten
(51). Mogelijk onder invloed van het sociaal-geogra
fische onderzoek is begin deze eeuw de aandacht ver
schoven naar de stedelijke functies met hun ruimte
gebruik en onderlinge ligging. Het is slechts een accent
verschuiving geweest, want ook in de 17e eeuw werd er
wel degelijk rekening gehouden met de spreiding van
functies (52).
Misschien heeft er ook een verandering plaatsgevonden
in de stedebouwkundige ontwerpsystematiek; van een
weinig juridisch genormeerd inpassen van functies in
een gegeven, soms zeer abstracte, vorm (vesting
steden), naar het zoeken van een stedelijke gedaante en
juridische normering, zodanig, dat er een gezonde ruim
telijke relatie ontstaat en blijft tussen de verschillende
functies. In het eerste geval is dit nog een denken vanuit
lijnen, in het tweede een denken vanuit vlakken of, in z'n
extreme vorm, concentratiepunten van functies, bijvoor
beeld een landschap vol torengebouwen.
Ook is de instelling meer algemeen geworden, dat het
geen zin heeft blauwdrukken te maken voor de toe
komst. Onder invloed van maatschappelijke ontwikke
lingen, of eenvoudig doordat er een andere stedebouw
kundige bij de gemeente kwam, zijn plannen nooit vol
tooid, hoe harmonieus ze ook in elkaar zaten. Een stad
is in feite opgebouwd uit fragmenten van allerlei veel uit
gebreidere plannen (53). Ik moet aannemen dat al die
oude plannenmakers heel goed beseften, dat hun werk
nooit volkomen realiteit zou worden; erdoor gehinderd
werden ze kennelijk niet.
De moderne stedebouw moet nu meer een kader ver
schaffen waarbinnen de stad zich kan ontwikkelen, en
legt daarom meer de nadruk op de grote lijnen. Eind
toestandplanning, de zekerheid omtrent de-toekomstige
maatschappij, is vervangen door procesplanning, tas
tend zoeken in een onderhandelingssamenleving. Dat dit
gepaard is gegaan met een verlies aan ruimtelijke kwali
teit, levert echter weer een tegenkracht op in de richting
van meer detaillering. De een tijdlang uitgebannen lijnen
mogen dus weer terugkomen op de kaart.
De keuze van de uitdrukkingsmiddelen: kaart of tekst
Voor het ordenen van de ruimte heeft de maker van een
bestemmingsplan de beschikking over twee taalvormen:
grafisch en verbaal, die beide niet beschrijvend (seman
tisch), maar juist normatief (pragmatisch) moeten wor
den gebruikt. Het gaat erom, het gedrag van mensen te
beïnvloeden met kaart en tekst (en uitleg).
Zoals we hebben gezien, vullen kaart en voorschriften el
kaar aan, ze vormen een tweeëenheid. Toch blijkt (zie
Eindhoven-Aussems) ook een kaart zonder voorschriften
normatieve en juridisch afdwingbare betekenis te heb
ben, al zou zo'n plan nu overigens nooit meer door de
procedure komen. Een bestemmingsplan zonder kaart
ben ik echter nog niet tegengekomen, hoewel ik me het
wel kan voorstellen.
Er is ongetwijfeld een ruime marge, waarbinnen kan
worden gekozen voor de ene taalvorm of de andere.
Waardoor wordt de keuze bepaald? Juristen zijn door
traditie en opleiding verbaal ingesteld en weten ruimtelijk
gecompliceerde situaties heel goed in woorden te om
schrijven. Het is een wonder dat ze met kaarten werken
(54). Stedebouwkundigen kunnen zich in het algemeen
uitstekend grafisch uitdrukken, hun geschreven teksten
willen daarentegen nogal eens mank gaan aan on
scherpte. In een, te onderzoeken, proces van sa
menspraak komt een synthese tot stand tussen de inten
ties van de stedebouwkundige en de regelmogelijkheden
van de jurist.
Het probleem van de taalkeuze kan ook worden bena
derd vanuit de gebruiker. Wat is de functie van de kaart
in het ruimtelijk sturingsproces; hoe wordt hij geraad
pleegd door burgers en ambtenaren, o.a. bij het aanvra
gen en verlenen van bouw- en aanlegvergunningen? Op
grond van een onderzoek hiernaar, wat bij mijn weten
nog nooit is verricht (55), zouden richtlijnen kunnen wor
den opgesteld als onderdeel van een algemene bestem-
mingsplanmethodiek.
De maatvoering in bestemmingsplannen
De ruimtelijke planning en inrichting spelen zich voor een
groot deel af via kaarten: de ondergrond, het stede
bouwkundige ontwerp, het bestemmingsplan, allerlei
uitvoeringskaarten. Sommige objecten zullen op ver
schillende van die kaarten zijn afgebeeld: er blijft altijd
iets van het oude over.
Doordat er ruimtelijke relaties zijn tussen de verschillen
de kaarten, kunnen problemen ontstaan bij de maatvoe
ring. Hetzelfde object kan op de verschillende kaarten op
een andere plaats zijn afgebeeld, met vervelende gevol
gen wanneer er geplande objecten aan worden gerefe
reerd. Maar misschien geldt ook hier wat De Haan in een
tijdschrift voor architecten schrijft: ,,De geodetische ver
kavelingstechniek is echter in het kader van land- en
stadsinrichting voldoende ontwikkeld om stedebouwers
uit deze problemen te helpen" (56).
Helaas weet ik niet wat ik me moet voorstellen bij de
woordenreeks „geodetische verkavelingstechniek in het
kader van de stadsinrichting"; het is in elk geval niet wat
de Fransen „lotissement" noemen, een activiteit waar
sommige Franse landmeters hun brood mee verdienen.
Wat ik wel weet is, dat ook geodeten niet in staat zijn om
wonderen te verrichten door tien huizen van 4,80 m in
een afstand van 47,50 m te persen, maar dat ze ander
zijds veel ongelukken kunnen voorkomen door een goe
de maatvoering voor en tijdens de uitvoering, wat begint
met meetkundig betrouwbaar kaartmateriaal. Gelukkig
wordt er door gemeentelijke landmeetkundige diensten
op dit punt veel goed werk verricht (57). Toch zou een
breder onderzoek naar de juridische en technische con
sequenties van de maatvoering, bijvoorbeeld uit een
oogpunt van voorkoming van schadeclaims, naar mijn
mening best nog nut hebben.
4. Samenvatting
Een bestemmingsplan bestaat uit kaart en voorschriften,
die naar elkaar verwijzen. Op de kaart zijn de verschillen-
10
NGT GEODESIA 83