42. Lit. 83.
43. Verzet tegen de door de Werkgroep Kleuren en Tekens in lit.
108 voorgestelde uniformering van plankaarten lijkt op een mis
verstand te berusten. Zie lit. 55, p. 53-54 voor een pleidooi voor
uitdrukkingsvrijheid.
44. Lit. 111 beschrijft onderzoekingen en doet suggesties met be
trekking tot een duidelijke planpresentatie.
45. Lit. 109 en 115.
46. Lit. 99, p. 13.
47. De brug van een tanker geplaatst op het Stationsplein in Rot
terdam.
48. Zie voor een overzicht lit. 28.
49. In het boek van Wikforss, lit. 111, wordt hieraan wel aandacht
besteed, maar het zwaartepunt ligt toch bij de voorstelling van
de architectonische vorm, het straatbeeld, door middel van
tekeningen, foto's en maquettes. Een boek over thematische
stadsplanningskartografie moet nog worden geschreven.
50. Zie bijv. lit. 4 en 5.
51. Lit. 5, p. 23-31: de beschrijving door Friedrich Engels van de
woontoestanden in Engeland rond 1845.
52. Zie lit. 100.
53. Zeer illustratief is de analyse van Kopenhagen in lit. 38. Het lijkt
me een mooie opgave om een serie kaarten van een stad
samen te stellen, waarin dit menselijke drama wordt afgebeeld.
Zie ook lit. 33, 47, 53 en 73.
54. Af en toe een kaartje bij de jurisprudentierubriek van Bouw
recht zou geen kwaad kunnen!
55. De Werkgroep Kleuren en Tekens van het NIROV heeft bij het
ontwikkelen van haar voorstellen voor de bestemmingsplan-
kaarten geen onderzoek ingesteld bij de gebruikers.
56. Lit. 42, p. 80. Het betrof hier het inpassen van modulair ge
bouwde woningen in een bestaande situatie.
57. Het is hier de plaats om de heren J. van der Zee en A. den
Hoed van de Landmeetkundige Dienst van Openbare Werken
en Stadsontwikkeling te Dordrecht te bedanken voor het, op
12 maart 1981, vertellen over hun werk en het verschaffen van
kaartmateriaal. Tevens gaat hierbij mijn dank aan mr. F. F. A.
Bosscher van het stedebouwkundig bureau Kuiper Compag
nons te Rotterdam voor zijn adviezen en commentaar op een
concept van dit artikel.
Literatuur
1. Alphen de Veer, P. van. De bescherming van stads- en
dorpsgezichten. Stedebouwen Volkshuisvesting, september
1975, p. 332-337.
2. Amende, V. en A. Stoel. Wat gebeurt er met de keurblok-
ken. Een inventarisatie van het gebruik c.q. misbruik van de
27 beschermde tuinen de keurblokken in de 17e-
eeuwse Amsterdamse grachtengordel. De Oude Stad, Am
sterdam 1979. 187 p.
3. Apel, H. Die Herstellung von Karten und Vermessungs-
unterlagen für die Bauleitplanung. Allgemeine Vermessungs-
Nachrichten 1963, p. 234-239.
4. Bacon, E. N. Design of Cities. Thames and Hudson, London
1978. 336 p.
5. Benevolo, B. The Origins of Modern Town Planning. The
MIT Press, Cambridge (Mass.) 1971, 154 p.
6. Benthem Jutting, C. H. J. van. Het functioneren van het ge
meentelijk bouwtoezicht en het juridisch instrumentarium
dat de gemeente op grond van de Woningwet en de Bouw
verordening ter beschikking staat. Bouwrecht 1975, p.
349-366.
7. Bihr, W., J. Veil en K. Marzahn. Die Bauleitplane. Eine An-
leitung zur Aufstellung und Bearbeitung von Flachennut-
zungs- und Bebauungsplanen. Kramer, Stuttgart 1971.
300 p.
8. Bijl. E. A. e.a. Beschermde stads- en dorpsgezichten. Stede-
bouw en Volkshuisvesting, september 1975, p. 318-331.
8a. Birk, H.-J. (ed.). Gestaltungsqualitët durch Regelungsmög-
lichkeiten? Wege zur Erzielung stadtebaulicher und architek-
tonischer Gestaltungsqualitat. Boorberg, Stuttgart 1981.
100 p.
9. Black, R. van Nest. Building Lines and Reservations for
Future Streets, their Establishment and Protection. Cam
bridge (Mass.) 1935, 9 243 p.
10. Bod, H. H. Bestemmingsplannen. Ruimtelijke ordening met
grote maatschappelijke betekenis. Van Loghum Slaterus,
Deventer 1981. 150 p.
11. Bos, J. P. Het bestemmingsplan kan ook procesmatig zijn.
Stedebouw en Volkshuisvesting, mei 1975, p. 162-174.
12. Bos, J. P. Ruilverkaveling en bestemmingsplan. Stedebouw
en Volkshuisvesting, mei 1977, p. 200-212.
13. Bosscher, F. F. A., R. A. F. Smook en F. K. Later. Het
bestemmingsplan voor een oude kern. Stedebouw en Volks
huisvesting, februari 1978, p. 100-108.
14. Brandes, E. e.a. Stadsuitbreidingen in Rotterdam. Barbieri,
U. e.a. Stedebouw in Rotterdam. Van Gennep, Amsterdam
1981, p. 149-159.
15. Breuning, M. J. De betekenis van gemeentelijke bestem
mingsplannen voor de beveiliging van nieuwe industriële
vestigingen tegen de gevolgen van explosie en brand. Bouw
recht 1969, p. 4-11
16. Bruckwilder-Kop. P. M. J. Kartografie ten behoeve van pla
nologen, stedebouwkundigen en ruimtelijke ordenaars.
Technische Hogeschool Delft. Afdeling der Bouwkunde,
1974.
17. Brussaard, W. (red.). Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Tjeenk Willink, Zwolle 1979. 348 p. Editie Schuurman en Jor-
dens 64.
18. Buff, A. Bauordnung im Wandel. Historisch-politische,
soziologische und technische Aspekte. Callwey, München
1971. 195 p.
19. Bundesbaugesetz mit Verordnung über Grundsatze für die
Ermittlung des Verkehrswertes von Grundstücken, Baunut-
zungsverordnung, Planzeichenverordnung, Raumordnungs-
gesetz und Stadtebauförderungsgesetz. Deutscher Tas-
chenbuch Verlag, München 1981. XXXIII 323 p.
20. Bureau d'Etudes et de Realisations Urbaines. Compte Rendu
d'Experiences Plan d'Occupation des Sols. La Documenta
tion Francaise, Paris 1974. 338 p.
21. Burger, B., N. Gutschow en K.-J. Krause. Bebauungsplane
und Ortssatzungen. Instrumente zur gestalterhaltenden Er-
neuerung historischer Stadtgebiete. Deutsches Institut für
Urbanistik, Berlin 1978. 362 p.
22. Carré, J. Cartographie et environnement. Bulletin du Comité
Francais de Cartographie, Fase. no. 76, juni 1978, p. 40-55.
23. Castagnoli, F. Orthogonal Town Planning in Antiquity. The
MIT Press, Cambridge (Mass.). 1971. 138 p.
24. Checklist beschermde stads- en dorpsgezichten. Enige be
langrijke elementen waarmee rekening moet dan wel kan
worden gehouden. Publikatie 4. Stad en Landschap, Rotter
dam 1975, p. 23.
25. Dieterich, H. en J. Koch. Bauleitplanung, Recht und Praxis.
Deutsche Verlags-Anstalt, Stuttgart 1977. 231 p.
25a. Doblhamer, G. Die Stadtplanung in Oberösterreich von 1850
bis 1938. Springer, Wien 1972. 135 p.
26. Doorn, F. A. van, M. B. Ph. Bouwman-Geeraedts en M. P.
M. Schaaper. Het bestemmingsplan tot bescherming van
een stads- en dorpsgezicht. Enige juridische richtlijnen.
Publikatie 4. Stad en Landschap, Rotterdam 1975, p. 3-10.
27. Doorn, F. A. van. Beschermde stads- en dorpsgezichten.
Wettelijke regelingen. Publikatie 4. Stad en Landschap, Rot
terdam 1975, p. 11-22.
28. Doorn, F. A. van. De bouwverordening en het bestem
mingsplan. Bouwrecht 1980, p. 752-759.
29. Egli, E. Studie über die Anwendung von Ausnützungsziffern
in den Bauordnungen der Schweiz und über deren verschie-
dene Aspekte. Schweizerische Vereinigung für Landes-
planung, Zürich 1965. 112 p.
30. Eimer, G. Die Stadtplanung im Schwedischen Ostseereich
1600-1715. Svenska Bokförlaget, Stockholm 1961. 575 p.
31. Eimers, W., E. Jager en G. J. de Gijdt. Gebruik van de
Grootschalige Basiskaart van Nederland als basis voor be-
stemmingsplankaarten. NGT Geodesia 1980, p. 457-468.
32. Einsele, M. Gestaltung durch Bauleitplanung? Stadtbauwelt
(1974), 42, p. 142-145.
33. Embden, S. J. van. Wanordelijk artikel bij Rotterdam's
stadsplan. Catalogus „Nooit gebouwd Nederland". Bouw
centrum, Rotterdam 1980, p. 44-51.
33a. Fadle, T. S. Stadtebau, Architektur und Baugesetzgebung.
Untersuchung über deren gegenseitige Zusammenhange.
Diss. Zürich, 1961. 147 p.
34. Faludi, A. en S. L. Hamnett. Bouwen en plannen in onzeker
heid. Case-studies naar de totstandkoming van de gebouw
de omgeving in Leiden. Samsom, Alphen aan den Rijn,
1978. 238 p.
35. Gemeente Hoorn. Bestemmingsplan Kersenboogerd. Deel
3: Voorschriften en plankaart. Gemeente, Hoorn, 1979.
36. Gemeente Zoetermeer. Globaal bestemmingsplan Stads
centrum Zoetermeer. Deel 1: Voorschriften; deel 2: Toe
lichting; deel 3: Kaarten. Gemeente, Zoetermeer, z.j.
37. Gestaltung und Recht der Bebauung. Entwicklung eines
Leitbildes. Bundesvereinigung Deutscher Heimstatten, Bonn
z.j. 50 p.
38. Geurtsen, R. en L. Bos. Kopenhagen, dubbelstad. Een be
werkte reisindruk. Wonen-TA/BK, mei 1981, p. 14-51.
12
NGT GEODESIA 83
