Op 1 mei 1855 werd dit baanvak opengesteld, zonder enige accommodatie voor reizigers- en goederenvervoer aan het eindpunt te Moerdijk. Alleen op enkele voorlopi ge sporen werd de treindienst afgewikkeld. Het zou ech ter nog bijna twee jaren duren, eer de werkzaamheden aan de Moerdijk werden beëindigd. In de overeenkomst, als boven vermeld, was beschre ven, dat de werken aan het eindpunt moesten zijn vol tooid in augustus 1855. Echter, door de voortdurende rentestijgingen (1853 - 3%, 1857 - 7%) bij de „Bank of England" kwamen de aandeelhouders niet altijd even prompt met geld op de plank. Voortdurend werd er van regeringswege op aangedrongen de werkzaamheden niet al te zeer te laten vertragen. Hierop reagerend, bracht de maatschappij toen naar voren, dat „de zeer buitengewone inspanning gedurende de maand April II. een zeer grooten invloed op de gezondheid van het per soneel, met de leiding der werkzaamheden belast, had uitgeoefend". De exploitatie bleek vanaf het begin een succes te zijn. Uit de inkomsten kon men dan toch tenslotte alle achter stallige werkzaamheden verrichten. Merkwaardig genoeg zou door allerlei politieke verwik kelingen deze buitenlandse spoorwegmaatschappij geen verdere „toegang tot het hart van het land" worden ver leend. Het traject Zevenbergen-Moerdijk zou dan ook de twijfelachtige eer te beurt vallen om de eerste opge broken spoorweg in Nederland te worden; het is dan in middels 1880. Alle spoorwegverkeer in westelijk Noord- Brabant kwam in handen van de „Maatschappij tot Ex ploitatie van Staatsspoorwegen". Een uit Roosendaal komende trein kon trouwens al sinds 1876 via Zevenbergen en Lage Zwaluwe naar Holland stomen over de Moerdijkbrug, waarvan de bouw van staatswege was ondernomen. Moerdijk kon voorgoed links blijven liggen Toelichting bij figuur 2 De tekening probeert een beeld te geven, hoe en met welke nauw keurigheid in die jaren een tracé van een aan te leggen spoorweg in het terrein werd uitgezet. Volgens de oorspronkelijke vorm van de concessie zou de spoorweg in een rechte lijn naar de Roode Vaart worden aangelegd. Deze richting werd met twee maten vast gelegd: 12,00 m vanaf midden kruispunt in het gehucht Logtenburg, 71,00 m vanaf midden bocht in de weg nabij Roode Vaart. Na de wijziging van de ligging van het eindpunt zal deze richting als basis worden aangehouden. Akte deel 318 no. 30 vermeldt dan de volgende uitzetgegevens. „Van den kruin van den Nassaupolderdijk tot piket Een, zijnde eene lengte van 120 el het verlengde der vastgestelde en reeds uitge voerde rigting ten zuiden van dien dijk, van daar tot piket drie met eene boog waarvan de straal 900 El, de ontwikkelde lengte 741,04 el, en de hoek 132°30' is. Vervolgens tot piket 6, over eene lengte van 668 el volgens de rigting der raaklijn van laatstgenoemde boog aan het piket 3, van piket 6, tot piket 10, op het midden der kruin van den buiten of Zeedijk van Lokkergors bij Moerdijk eene boog waarvan de straal 1000 el; de ontwikkelde lengte 654,50 El en de Hoek 142°20' is, en van piket 11 op het stationsterrein volgens zoo danige rigtingen, als de plaatsing der gebouwen zal vorderen". Wel zijn deze gegevens iets verschillend met de maten in de teke ning. Deze maten zijn overgenomen van een tekening behorende bij „het proces-verbaal der beschrijving van den spoorweg voor zoo ver hij binnen den grooten kring der verdedigingswerken bij den mond van de Roode Vaart zal gelegen zijn", aanwezig in het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. Bij nadere beschouwing bleken de maten in de tekening destijds onnauwkeurig te zijn bere kend, wellicht als gevolg van de toepassing van logaritmen. Als basis voor deze situatietekening hebben enige hulpkaarten van het Kadaster gediend. MOERDIJK pk 3—N get M C J BROOS pk 1 udden overweg LOGTENBURG kruispunt Fig. 2. Situatie spoorweg Roode Vaart - Moerdijk 1855. Bronnen Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage, Archief Binnenlandse Za ken, 3e afd. B, Waterstaat 1831-1877, Dossier 79, Inv. nos. 2882 t/m 2886. Broos, M. C. J. De Spoorweg Antwerpen-Rotterdam, Maandblad NVBS „Op de Rails", 45e jrg. 1977-11. Broos, M. C. J. Het eindpunt van de spoorweg Antwerpen- Rotterdam te Moerdijk, Jaarboek Oudheidkundige Kring „De Ghul- den Roos", Roosendaal, 1980. Hartgerink-Koomans, dr. M. De Zuiderlijnen, Economisch-Histo- risch Jaarboek, 1965. Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers, Breda. Archief Hulpkaarten en Minuutplans. 16 NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 20