de afgelezen afstanden op de ontvanger met de werkelij
ke afstanden overeenstemmen. Gezien het feit, dat de
thuishaven voor de zee-operatie meestal Den Helder
was, werd op de Afsluitdijk een basis bepaald van 21766
m tussen km-paal Harlingen 102 en km-paal 16 Bree-
zanddijk (zie figuur 2). Tevens werd nagegaan, waar de
remotes dienden te worden geplaatst. Dit kon gebeuren
op reeds bekende punten (bestaande booreilanden, of
lichttorens langs de kust, ofschoon deze niet direct
zichtbaar waren).
LIST OF COORDINATES ANO LOCATION OF THE STATION PLATFORM E
GEOGRAPHICALS UTM
53°23 37723* N 579 970.32 E
09*12 09.2 2 3" E 5916 879 69 N
CUT OFF HELI DECK
SAFETY NETTING
ENLARGMENT OF B
HANDRAIL
ALL MEASUREMENTS IN METRES
Fig. 3. Aanmeetschets van de plaats B, waarop de zender kan wor
den geplaatst. Bij het vaststellen van een dergelijk punt zal men er
rekening mee dienen te houden, dat bijv. het vliegverkeer (heli
copters) niet zullen worden gehinderd.
De eis van de Nederlandse Hydrografische Dienst, dat
de puntsbepaling uit tenminste drie bekende punten
diende plaats te vinden, had tot gevolg, dat de remotes
werden geplaatst op eerder geplaatste booreilanden.
A (code 72) E 579688,99 N 5932938,22
B (code 74) E 579970,32 N 5916879,69
C (code 76) E 565850,89 N 5900456,41
De verschillende codes voor de diverse zenders zijn
noodzakelijk, omdat daarmee de verschillende frequen
ties worden aangeduid waarop deze werken. De ontvan
gen signalen worden herleid tot de verschillende afstan
den naar de respectievelijke booreilanden. Het zal duide
lijk zijn, dat de keuze van de booreilanden zodanig moet
zijn, dat de snijdingen van de richtingen van deze eilan
den naar het beoogde punt zo gunstig mogelijk zijn.
Het plaatsen van een zender op een booreiland doet
denken aan het opzoeken van een vast punt in het ter
rein aan de hand van een aanmeetschets. Figuur 3 geeft
zo'n schets weer.
Gezien de grootte van de afstanden, dient rekening te
worden gehouden met de z.g. schaalfactor in bepaalde
gebieden. Deze kunnen opgezocht worden in de eerder
genoemde tafels. Voor het gebied, waar de booreilanden
A en C en B en A waren gelegen, waren deze schaalfac-
toren respectievelijk 0,9966565 en 0,9996783. Van tevo
ren wordt een kaartje vervaardigd op de schaal 1 1000,
waarop het betrokken boorgat is aangegeven, en de af
standen waarbinnen men dient te opereren om het ge
wenste punt te bereiken (zie figuur 4).
5927900
SCALE 1 1000
SF 09996317
FINAL BOREHOLE
E= 550 797
N= 5927 8A1
DIRECTION 158
DISTANCE :8mtr
NTENOEO BOREHOLE
E 550 779
N 5927 832
ANTENNA
mm
Fig. 4. Voorbeeld van een ,,navigatiekaartje"dat de waarnemer in
staat stelt de posities van het boorplatform regelmatig grafisch voor
te stellen aan de hand van de via de DMU ontvangen afstanden.
Fig. 2. Plaats van de remote boven km-paal 16 voor het calibreren
van de DMU-ontvanger op de vastgestelde afstand.
42
NGT GEODESIA 83