4
q^o
1
1 i I
50 E 550799 - N 5927832 -
51 E 550794 N 5927841
S4 E 550805 - N 5927834 -
S8 E 550800 - N 5927831
Zoals gezegd zijn de kosten van het plaatsen van een
booreiland zo hoog, dat het onverantwoord is eventuele
controles achterwege te laten. Op het markeringsvaar
tuig dat de eerste markeringsboeien plaatst, bevindt zich
eveneens een DMU-ontvanger. Door te manoeuvreren
zoals op de schets van figuur 7 is aangegeven, kan men
punten in de verlengde zijden van het booreiland in coör
dinaten bepalen en daarna de coördinaten van het boor
gat S4 bepalen.
LOCATION OF THE BOREHOLE
BY EXTENSION OF THE RI6SIDES M COMPARISON
OP THE SURVEY OF THE DEFINITIVE BOREHOLE
N
"f
SCALE
1-2000
X>6
1
2 a.
1
v
S
i
5
i
i
i
i
4 6
SITUATION
REMOVABLE
C0VERPLATE
EAST
1 550806
2 550671
3 550 679
NORTH
592 7963
592 786 9
592 7743
si m
25 0
S3
5 550942
6 550924
SI 550 823
S 2 550831
S3 550 784
S 4 550 805
592 7749
592 7920
592 7847
592 7798
59 2 78i 9
5927833
S4
NOT ON SCALE
g
o
s
St
Tenslotte werden de coördinaten voor de hoekpunten
van het booreiland S4, S5 en S6 en het boorgat S8 be
paald.
Wanneer men de gevonden coördinaten van de punten
S1S4 en S8 vergelijkt met de beoogde, nl. van punt SO,
dan levert dit een resultaat op waarvan de afwijkingen
ten opzichte van het oorspronkelijke boorgat SO hier
onder zijn weergegeven.
S1 E±5m N±9m D±9m
S4=E 6m N 2 m D±6m
S8 E i 1 m N±1m D±1m
Deze resultaten waren voor de plaatsbepaling ruim vol
doende.
Uiteraard zal de nauwkeurigheid groter worden wanneer
betere technische apparatuur wordt gebruikt.
Tenslotte mag ik nog wijzen op de publikatie van de
„Hydrographic Service Royal Netherlands Navy", welke
een lijst bevat van de coördinaten van de permanente
boorinstallaties op het Nederlandse continentale plat [5].
In het verleden bestonden grote verschillen welke gro
tendeels te wijten waren aan te weinig coördinatie en
aan het feit dat de plaatsbepaling van deze booreilanden
was geschied met behulp van verschillende systemen.
Fig. 7. Schets ten behoeve van de controlemetingen.
Men kent de afmetingen van het boorschip en tevens de
coördinaten van de punten 1 t/m 6. De controle wordt
nog eens herhaald vanuit de posities 7 t/m 12 en het
boorgat S8 (deze punten zijn niet in fig. 7 aangegeven).
De plaats van het boorgat op de beweegbare dekplaat is
tevens op de schets aangegeven. De coördinaten van
1 t/m 6 voor het bepalen van S4 waren:
East 550806,096
North 5927693,395
East
East
East
East
East
671,349
679,401
847,499
941,542
924,267
North
North
North
North
North
7868,699
7742,836
7683,918
7749,089
7919,658
Uit de argumenten 1-4, 2-5, 3-6 kan men de hoekpunten
S1S2, S3 bepalen en uiteindelijk S4. De tweede con
trole werd uitgevoerd uit de punten 7 t/m 12:
7. East 550907,410
North 5927958,282
9.
10.
11.
12.
East
East
East
East
East
951,470
888,507
693,343
658,705
776,076
North
North
North
North
North
7783,090
7659,707
7704,836
7830,628
7949,234
Bronnen
1. Positioning systems, door Rear Admiral Robert C. Munson. Uit
gave van het US Dept. of Commerce, National Oceanic and Ad-
mospheric Administration, National Ocean Survey. Gepresen
teerd op het FIG congres te Stockholm in juni 1977.
Universal Transverse Mercator Grid tables for latitude 0°-80°,
International Spheriod, Volume 1 en 2, Transformation of coor
dinates from Geographic to Grid and from Grid to Geographic.
Uitgave van het Dept. of the Army, Technical Manual
TM-5-241-3/1-3/2, juli 1958.
Universal Transverse Mercator Grid table for latitude 0°-80°,
coordinates for 5 minutes intersections. Uitgave als onder 2.
TM-5-241-13, juli 1959.
4. De Universal Transverse Mercator Projectie (UTM). Geodesia 8e
jaargang no. 11, november 1966.
5. Permanent Offshore Installations on the Dutch Continental
Shelf, List of Coordinates, februari 1981.
2.
3.
Fig. 8. Het opnamescheepje, dat voor het plaatsen van de boeien
werd gebruikt. Let op de antenne in de mast. De ontvanger IDMU)
bevindt zich in de kajuit, waar de afstanden worden afgelezen.
44
NGT GEODESIA 83