Het vlieg-tuig hoeft echt niet tot op het bot af te slanken. Er is nog ruimte tussen een Piper en een Hummer, een Queenair en een Goldwing, een Navajo en een Weed- hopper, een Cessna en een Tomcat, een Beach Kingair en een Eagle Canard.Financieel is er véél ruimte tus sen een twin-engine six-seater" van 300 000 dollar en een dure Ultralight of Microlight van 10 000 dollar. Daar was al de conventionele „single-engine" voor iets minder dan 150 000 dollar, of zelfs voor de helft, zeg 80 000 dollar, als men met wat minder tevreden was. Er is nu echter een nieuwe groep bijgekomen, de „light aircraft", die vanwege de wettelijke regels in de VS slechts door „private builders" kunnen worden ont worpen en gemaakt en die veelal als bouwpakket op de markt komen. Deze „home-builds" maken gebruik van de modernste materialen, geavanceerde vleugelontwer- pen, lichte en zuinige motoren met dito overbrengingen, en zijn soms verrassend van vorm. In Europa zijn van deze „powered glider class" ook een half dozijn ontwer pen in produktie. Een Californische tweepersoons eenmotorige „Rutan LE-Z" voor 20 000 dollar „off-factory" lijkt bijv. heel aan trekkelijk voor ons doel. Het zou weieens het prototype kunnen zijn voor de volgende generatie „survey air craft", al moeten de NVF en de ISP daarvoor wel de luchtvaartautoriteiten onder druk zetten, want ook hun regels zullen moeten worden bijgesteld. De heren De Reus en Read van onze „Flight Section" kunnen voor rekenen dat het in een one-man show" een 80 kg ca mera meer dan 8 uren in de lucht kan houden met een kruissnelheid van 300 km per uur. Zij suggereren dat voor navigatie èn camerasturing de signalen van de NAVSTAR-satellieten worden gebruikt. Vanaf 1985 zal het mogelijk zijn luchtfoto's van 1 5 000 en kleinscha liger op te nemen binnen de toleranties die nu worden aangehouden, door vooraf in het computergeheugen de locaties op te nemen en de camera m.b.v. NAVSTAR het werk te laten doen. Een volwaardig zuinig vliegtuig voor 10% van de prijs van de huidige survey aircraft typen, de „crew" geredu ceerd tot eenderde door moderne „avionics", de moge lijkheid om er in elke provincie één te stationeren om snel op het weer te reageren: dat geeft hoop voor de toe komst! Het ziet ernaar uit dat tussen het houtje-touwtje-vlieg tuig met de commerciële kleinbeeldcamera en het per fecte systeem zoals eerder beschreven, een aantal tus senvormen denkbaar en, gedeeltelijk al, realiseerbaar zijn. Het ITC verdiept zich in deze problematiek voor het vaststellen van de vooruitzichten en beperkingen van de verschillende mogelijke combinaties en voor het stimule ren van de industrie om die camera's en zo nodig vlieg tuigen te maken, waarvan kan worden aangetoond dat zij voor een efficiënte oplossing van veel voorkomende problemen een markt bieden. O.a. moet voor dit doel het mes in de groot-formaat luchtcamera; dit „bak beest" dient in gewicht te worden afgeslankt van 160 kg naar 40 kg en in prijs van 160 kilodollar naar 20! We wil len toch niet een kind met een waterhoofd: een vlot vliegtuigje met een 5 a 8 maal duurdere camera? Overigens „old soldiers never die", de onverslijtbare, vertrouwde groot-formaat luchtcamera is tot in de vol gende eeuw nog onder ons. Indien het ons ernst is met de maatschappelijke beteke nis van het gebruik van luchtfoto's in de Derde Wereld landen, dan mogen we geld noch moeite sparen en moe ten de mogelijkheden die de techniek en de wetenschap, de instrumentmakers en de fotogrammeters ons bieden, volledig benutten. 8. Spot niet met teledetectie Ik wees op de vooruitzichten van het gebruik van kleine, goedkope vliegtuigen voor grootschalige luchtfotografie van kleine gebieden. Echter, ook voor het „kleine scha len, grote gebieden"-werk komt er omstreeks 1985 een alternatief, een bruikbare aanvulling voor de kleinscha lige, groot-formaat luchtfotografie. De letterlijke en figuurlijke „high technology" van de tweede generatie aardobservatiesatellieten zal in deze sector zijn invloed doen gelden. Het alternatief is de hoog overkomende satelliet, die niet tegen te houden is, terwijl de versprei ding van de beelden van het eigen land niet kan worden geblokkeerd. In een lezing als deze mag deze technolo gie niet worden genegeerd. Het gaat tegenwoordig niet meer om luchtfoto's óf satellietbeelden, het gaat om de maatschappelijke betekenis van het gebruik van alle soorten luchtfoto's (metrische en niet-metrische, van groot en klein formaat, panchromatische en kleuren foto's); al deze soorten samen en de vooral in vele Derde Wereld-landen goed bruikbare satellietbeelden. Het is niet mogelijk er hier een overzicht van te geven; wel vraag ik de aandacht voor enkele facetten die zo duide lijk naar voren komen in de beelden, die bijvoorbeeld de Franse „Probeer Satelliet voor Observatie van het Ter rein" vanaf eind 1984 zal leveren. Deze z.g. SPOT zal in een 832 km hoge semi-polaire baan zijn dik veertien rondjes per dag draaien en gedu rende enkele uren per dag beelden in kleur en in zwart wit opnemen van 60 km x 60 km in het terrein, pixel grootte 10 x 10 m. Stelt u zich eens voor: Nederland wordt dan in één minuut verticaal opgenomen wanneer het onbewolkt is. Is dat niet het geval, dan wordt de scanner gericht op een wolkenvrij gebied, bijv. Noord-Duitsland. Over komend over West-Duitsland of ten oosten van Enge land is het met zijwaarts gerichte „blik" mogelijk om ste- reobeelden van ons land op te nemen. De klant bestelt in 1985 een „orthofoto" op schaal 1 100 000 van een provincie, plus een oostelijke en een westelijke stereo- mate. Elk van de stereomates levert met de orthofoto- achtige verticale opname een stereoset met basis- H7S0C Fig. 4. De ultralight Rutan L.E. variant Gemini". Een tweezitter met twee motoren: één .duwend" achteraan de romp tussen de vleugels (de normale uitvoering), en ééntrekkend" vóór de kleine canard" stuurvleugeltjes in de neus. (Foto: R. E. Read.) 80 NGT GEODESIA 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1983 | | pagina 10